In Japan bewijzen de christelijke dominee Kazuhiro Sekino (36) en de boeddhistische monnik Yoshinobu Fujioka (39) regelmatig dat religie niet zwaar en zijig hoeft te zijn. Samen trekken ze volle stadions. Overdag preekt Sekino voor zijn volgelingen en klinkt er gewijde muziek in zijn kerk in Tokio. ’s Avonds knalt hij met zijn rockband Boxi Rocks- waarin nog drie predikanten, in rokerige zalen, gekleed in lederen jasjes en met jankende gitaren. ‘We zijn rock, predikanten van de rock,’ schreeuwt Sekino in een microfoon.
De dominee houdt van Slipknot, Metallica en Megadeth. Hij beseft dat vanuit het oogpunt van de christelijke kerk hun optreden demonische kan lijken, maar ze schreeuwen eigenlijk tegen het onrecht in de wereld, vindt hij.
In de gezamenlijke optredens doet monnik Yoshinobu Fujioka het qua muziekkeuze – de blues- wat rustiger aan. De leadzanger van de Bozu (monnik) band zegt van Bob Dylan en zestiger jaren muziek te houden. ‘Een vertolking van het wereldse leven, waardoor we altijd gewond raken door pijn en lijden. Daarover zing ik, op een tedere manier.’
De twee muzikanten hopen met hun muzikale duels veel mensen te bereiken in een land waar boeddhisten talrijker zijn dan christenen. In Japan is het boeddhisme goed voor ongeveer 46 percent van religieuze volgelingen, terwijl christenen minder dan twee procent uitmaken.
Beide muzikanten willen mensen hoop geven en troosten met hun muziek. De een doet dat door het bestaan van een god te belichten en Fujioka en zijn monniken-cum-rockers wil met zijn muziek het gemoed van zijn publiek verlichten, zodat ze met een lichter hart naar huis gaan.
Het was Sekino die in eerste instantie contact opnam met de monnik voor de muzikale evangelisatie, die meerdere malen per jaar wordt uitgevoerd. Hij zegt: ‘Ik weet niet of ik het hemel of nirvana moet noemen, maar ik denk dat dit is wat de God zou willen zien en niet in een tempel of kerk gerealiseerd kan worden.’