Twee Vietnamese boeddhistische monniken in het Amerikaanse Palm Beach hebben hun plannen voor uitbreiding van hun eenvoudige gebedsruimte, na klachten en bezwaren van hun buren in de wijk, moeten bijstellen. Die vonden een boeddhabeeld van zes meter hoog in de tuin van de monniken, midden in een woonwijk, echt te veel van het goede. En ook de plannen om van hun eenvoudige woning een tempel en klooster te maken vielen niet in goede aarde. De buren zijn bang voor geluidsoverlast en verkeershinder. De gemeente legde de monniken bij het uitvoeren van hun plannen beperkingen op, maar dreigt het nu zelf aan de stok te krijgen met organisaties die zich hard maken voor de vrijheid van geloof. Die zijn bang dat kerken, moskeeën en tempels ook moeten inbinden.
De monniken slikken voorlopig de beperkende maatregelen- zoals om tien uur het licht uit, geen schooltje, geen wervende activiteiten op hun terrein, geen voedselbank. Hoewel ze hun plannen niet in verhouding vinden staan tot de exploitatie van megakerken in Palm Beach, waar het zeven dagen per week een drukte van belang is. Daarmee vergeleken zijn de plannen van de boeddhisten inderdaad minimaal. De twee slaapkamers in de woning zouden worden ingericht als klooster, in een ander deel van het huis zou een tempel worden gerealiseerd met ruimte voor 40 personen. De buren van de twee zeggen niets tegen het boeddhisme of de monniken te hebben, maar zijn bang dat het eenvoudige onderkomen door de uitbreiding op termijn zal veranderen in een megatempel. Organisaties die de monniken steunen hebben al gedreigd naar de rechter te stappen.