Een conflict in de Thaise boeddhistische tempel in Waalwijk leidt ertoe dat de Nederlandse voorzitter van die tempel Toine van Beek zwaar onder vuur is komen te liggen vanuit Thailand. De Thaise ambassade in Den Haag, die volgens Thaise wetgeving, verantwoordelijk is voor Thaise boeddhistische organisaties in het buitenland, dringt aan op zijn aftreden.
Een regenwoud van laster, beschuldigingen, politieonderzoek en intriges. En macht.
Volgens Van Beek begon de weerstand tegen zijn persoon toen hij twee jaar geleden financieel schoon schip begon te maken in de tempel. Hij en de andere bestuurders verdachten een monnik ervan dat hij geld van de tempel naar bankrekeningen in Thailand doorsluisde. Voor een minderheid binnen de 3000 tot 4000 jaarlijkse bezoekers van de ‘Buddharama Tempel’ zou dat aanleiding zijn geweest om te beginnen met het verspreiden van geruchten over Van Beek via sociale media.
Van Beek is naar de rechter gestapt om te proberen de lastercampagne in Nederland te stoppen en wil hetzelfde doen in Thailand. Eind deze maand dient er een kort geding in Breda. De gedaagden zijn vier van de mensen die Van Beek het meest verantwoordelijk houdt voor laster en smaad. Een van hen, Wasin Boonman, is bestuurslid van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN), het contactorgaan van de Rijksoverheid richting de Nederlandse boeddhisten.
Vorige maand was er ook al een rechtszaak, die was aangespannen door twee Thaise monniken die hun ontslag uit het bestuur aanvochten. Maar zij werden in het ongelijk gesteld, waarna de aanvallen Van Beek persoonlijk naar zijn zeggen alleen verder toenamen. Hij werd door een Nederlandse Thai op Facebook zelfs beschuldigd van verkrachting van één van zijn dochters. Dat bericht werd kort na plaatsing overigens verwijderd.
Misbruikaffaire
De tempel in Waalwijk kwam in 2015 ook al in het nieuws, toen door een grote misbruikaffaire. Destijds kwam naar buiten dat hoofdmonnik Mettavihari van 1974 tot minstens 1992 tussen de twintig en dertig leerlingen had misbruikt, onder meer in Waalwijk en in de Amsterdamse tempel (die later zou verhuizen naar Purmerend). Toine van Beek heeft slachtoffers destijds als voorzitter namens de tempel excuses aangeboden en het initiatief genomen voor een meldpunt.
Open Boeddhisme, een onderzoekscentrum van onder andere de jurist Rob Hogendoorn, die de afgelopen maanden met de twee journalisten onderzoek deed naar deze kwestie, meldt op zijn site in een Engelstalige en door de redactie van het BD in het Nederlands vertaalde tekst onder meer:
‘Bij dit geschil op meerdere niveaus over de oudste Thaise boeddhistische tempel in Nederland is een bestuurslid van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN), Wasin Boonma, direct betrokken. De acties van Boonma en een kleine groep ontevreden Thaise boeddhisten, waaronder het verspreiden van geruchten, achterklap en cyberpesten, hebben geleid tot een voortdurende interventie door de Koninklijke Thaise Ambassade in Den Haag.
Op 16 januari 2024 werd door voorzitter Toine van Beek namens de Buddharamatempel bij de Nederlandse politie een aanklacht wegens smaad ingediend tegen Boonma. Vervolgens werd een verzoek tot een voorlopige voorziening ingediend tegen onder andere Wasin en zijn vrouw Anchalee Boonma. Het kort geding wordt aangespannen op grond van smaad en laster, waardoor er sprake is van een onrechtmatige daad. Het kort geding staat gepland op 30 mei 2024 bij de rechtbank Breda.
De kern van beide zaken betreft (volgens het onderzoek) een desinformatie- en lastercampagne waaraan Wasin en Anchalee Boonma al geruime tijd, in ieder geval sinds 2022, deelnemen. De campagne is vooral gericht tegen voorzitter Van Beek en zijn familie en monniken van de Buddharama tempel. De verantwoordelijken hebben talloze ongefundeerde beschuldigingen geuit op sociale media.
Aan de oppervlakte lijkt het Buddharama-conflict te gaan over de bestuurlijke controle van een van de oudste en rijkste Thaise tempels in Europa. Maar het gaat ook over de poging om de meer democratische, egalitaire verdeling van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid die de meeste boeddhistische gemeenschappen in Nederland hanteren, ondergeschikt te maken aan het meer autoritaire, versluierende bestuursmodel van de boeddhistische orthodoxie in Thailand.
Het geschil kan echter het best worden gedefinieerd aan de hand van de verschillende benaderingen van de bestuurders van twee Thaise boeddhistische tempels in Nederland om gevallen van machtsmisbruik en seksueel wangedrag aan te pakken.
De institutionele context
Anchalee Boonma is bestuurslid van Wat Buddhavihara in Purmerend, Nederland. Deze Thaise tempel is lid van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN), die daar op 20 april 2024 haar algemene vergadering hield.
De website van de BUN geeft aan dat Wasin Boonma, echtgenoot van Anchalee, de aangewezen contactpersoon is voor Wat Buddhavihara. Hij is ook stichtend bestuurslid van de Nederlands Boeddhistische Federatie (NBF), een Nederlandse stichting die formeel zetelt in Wat Buddhavihara.
Op 16 januari 2024 stuurde Wasin Boonma namens de NBF een aanmaning naar Phra Vimolsasanavides, de voorzitter van de Union of Thai Sanghas in Europe (UTSE). De organisatie vertegenwoordigt ongeveer 100 Thaise tempels in Europa.
UTSE wordt gesteund door Thaise ambassades in heel Europa. UTSE benoemt hoge Thaise geestelijken om boeddhistische gemeenschappen in vier geografische zones te leiden. Thaise boeddhisten in Nederland zijn ingedeeld in zone 1. De Buddharama tempel in Waalwijk en zijn hoofdmonnik Phra Rajabuddhivides (95), gewoonlijk aangesproken met de eretitel Luang Pho, staan al lange tijd aan het roer van Zone 1.
In zijn brief aan UTSE, verstuurd onder het briefhoofd van de NBF, uit Boonma zijn bezorgdheid over het welzijn van Luang Pho. Hij stelt dat het leken en beoefenaars niet langer is toegestaan om hun respect te betuigen aan Luang Pho. Bovendien, zo beweert Boonma, willen zijn verzorgers niet bekendmaken welke medicijnen hij slikt, is hij opgesloten in zijn kamer en wordt hij blootgesteld aan brandgevaar terwijl hij slaapt.
De hoofdmonnik in kwestie, Luang Pho, is in feite de huidige voorzitter van de NBF, namens wie Boonma beweert te handelen. Boonma heeft echter geen overleg met hem gepleegd voordat hij de klacht die NBF volgens hem heeft ontvangen in zijn brief aan UTSE overbracht en bekrachtigde.
Deze handelwijze roept nog meer vragen op, aangezien Luang Pho aan het hoofd stond van een van de vier zones van UTSE en hoog staat aangeschreven binnen de Thaise gemeenschap in Europa.
In een bericht op de Facebookpagina van NBF onthulde Wasin Boonma dat deze organisatie op 22 januari 2024 een schriftelijke klacht heeft ingediend bij de Thaise ambassade in Den Haag. Deze klacht werd ook ingediend zonder medeweten van de voorzitter van de NBF, Luang Pho.
In een interview met Pak Soi 105 radio in Thailand op 19 april 2024 onthulde Wasin Boonma dat de Thaise ambassade in Den Haag de bezorging van een brief namens NBF aan de abt van Wat Saket in Bangkok had gefaciliteerd. Dit was de laatste in een reeks van dergelijke leveringen aan Thaise gezagsdragers, die waren gedaan zonder medeweten van Luang Pho.
Naast de bovengenoemde beschuldigingen, uit Boonma’s brief aan UTSE ook beschuldigingen aan het adres van drie met name genoemde personen. Deze personen zijn de Nederlandse voorzitter Toine van Beek en twee Thaise monniken die bestuurslid zijn van de Buddharama tempel.
Boonma beschuldigde deze personen van het veroorzaken van een reeks ernstige problemen die het boeddhistische geloof van de aanhangers van Buddharama schaden en ondermijnen.
Verder beweerde Boonma in zijn brief dat Buddharama voorzitter Van Beek “emotionele onvolwassenheid” vertoont, “oneerlijk” is en “incompetent”. Daarnaast mist hij de “noodzakelijke leiderschapskwaliteiten” en een “gevoel voor eer en waardigheid”.
Boonma beweert dat Van Beek, die een gezin heeft gesticht met zijn Thaise vrouw en jarenlang in Thailand heeft gewoond en gewerkt, “onbekend” is met de Thaise traditie, “vloekt” en “zich onfatsoenlijk gedraagt”.
Naast kritiek op het bestuur van Buddharama in het algemeen, beschuldigde Boonma Van Beek van het eenzijdig ontslaan van twee monniken uit hun rol als bestuurslid, het niet nakomen van zijn aangekondigde ontslag en pogingen om de Buddharama tempel zelf te verkopen aan een projectontwikkelaar. Tot slot vroeg Wasin Boonma om een gezamenlijke interventie van de UTSE, de boeddhistische tempel Wat Saket in Bangkok, Thailand, en de Thaise ambassade in Den Haag.
De Thaise ambassade provoceren
Boonma’s NBF-brieven aan UTSE en de Thaise ambassade in januari van dit jaar waren geen spontane daden.
De Buddharama tempel had Boonma al op 17 mei 2022 schriftelijk laten weten dat zijn ongefundeerde beschuldigingen van dat moment – te weten “diefstal” en “valsheid in geschrifte” – en een Facebook-petitie zouden worden opgevat als laster. De juridisch adviseur van de tempel eiste dat hij ze binnen zeven dagen zou verwijderen.
Deze waarschuwing bleek geen effect te hebben. Sindsdien hebben Wasin en Anchalee Boonma’s gelijkgestemde pleitbezorgers dergelijke beschuldigingen – en nog veel ergere, zonder bewijs – tot in den treure herhaald in de Thaise wandelgangen en op sociale media. Het motief is duidelijk: een reactie van de Thaise ambassade uitlokken. Tot op heden is echter geen van de beschuldigingen gestaafd met feiten. Toch heeft de voortdurende geruchtenstroom concrete gevolgen gehad.
Politiebezoek
Boonma’s bewering dat Luang Pho onder gevaarlijke omstandigheden gevangen werd gehouden werd ook onder de aandacht gebracht van de politie in Waalwijk. Op 4 maart 2024 brachten twee agenten van de plaatselijke politie een bezoek aan de Buddharama tempel om te informeren naar de verblijfplaats van Luang Pho. Dit naar aanleiding van berichten dat hij al enkele weken niet was gezien. Uit een daaropvolgend onderzoek bleek dat hij in goede gezondheid verkeerde. Desondanks kan een bezoek van twee politieagenten op klaarlichte dag bij onwetende omstanders de indruk wekken dat de Buddharama tempel verdacht is.
De monniken die volgens Boonma eenzijdig door Van Beek zijn ontslagen, zijn in feite unaniem uit het bestuur van Buddharama gezet door de rest van de leden, waaronder hoofdmonnik Luang Pho, wegens niet goed functioneren. De twee monniken hebben onlangs een tijdelijk verbod aangevraagd om terug te keren in het bestuur, maar de rechtbank heeft hen in het ongelijk gesteld.
Daarvoor nam een andere monnik ontslag uit het bestuur van Buddharama nadat Van Beek hem had uitgedaagd over zijn gedrag tegenover Luang Pho. Hij gaf geen verklaring voor zijn daden en verliet het land. Sindsdien bestaat er ernstige bezorgdheid dat hij onder het bestuur van de vorige voorzitter aanzienlijke bedragen zou hebben verduisterd.
Asielaanvraag
Boonma’s beroep op Wat Saket had een aanzienlijke impact op de bredere gemeenschap. Een van de door Boonma aangeklaagde monniken van Buddharama werd door Wat Saket in Bangkok teruggeroepen naar Thailand via een brief die persoonlijk werd bezorgd door een medewerker van de Thaise ambassade.
Een medewerker van de Thaise ambassade vertelde Omroep Brabant dat monniken zogenaamde “officiële paspoorten” krijgen. Ze zijn uitgezonden naar het buitenland, maar hebben nog steeds verplichtingen aan de tempel in Thailand. Vanuit de hoofdtempel, Wat Saket, is een verzoek aan ons gedaan om het officiële paspoort van [de monnik] in te trekken, omdat de harmonie in de tempel is verstoord. De Wat Saket tempel speelt een centrale rol in het faciliteren van het verblijf van de monniken in de Buddharama tempel door het verwerken van het benodigde papierwerk.
In de jaren 1980 nam Wat Saket de verantwoordelijkheid over van een andere tempel in Bangkok, Wat Mahathat. Dit was het gevolg van de uitwijzing van de stichter en hoofdmonnik van Buddharama, Mettavihari († 2007), die afkomstig was van Wat Mahathat, wegens seksueel misbruik. Deze interventie leidde er echter niet toe dat Buddharama een dependance werd van Wat Saket. Luang Pho, de hoofdmonnik die zelf een zeer gewaardeerd lid is van Wat Saket, heeft onlangs het klooster verzocht zijn beslissing te heroverwegen.
Reputatieschade
In essentie wordt de oudere Luang Pho, de hoofdmonnik, in Boonma’s brief aan UTSE afgeschilderd als een machteloze, losgeslagen pion van het Buddharama-bestuur. Boonma gelooft dat Luang Pho zich omringt met individuen die niet tegen hun taak opgewassen zijn, wat nadelige gevolgen voor hem zou kunnen hebben.
Het is duidelijk dat dit geen gunstig beeld schetst van Luang Pho voor zijn eigen klooster, zijn collega’s binnen UTSE of de Thaise ambassade in Nederland.
De onophoudelijke roddel, achterklap en cyberpesten, in het bijzonder de beschuldiging dat Van Beek van plan was de tempel te verkopen aan een projectontwikkelaar, leidde tot ten minste vier televisie-uitzendingen en één radio-uitzending door Thaise nieuwsnetwerken zonder dat Van Beek en het Buddharama bestuur de kans kregen om te weerleggen.
Het is belangrijk om op te merken dat deze ongeverifieerde berichtgeving door Thaise media niet alleen vals en lasterlijk was, maar ook de potentie had om Van Beek, zijn Thaise familieleden en de Buddharama monniken bloot te stellen aan verstoting en zelfs geweld – zowel in Nederland als in Thailand.
Het op grote schaal verspreiden van valse, lasterlijke informatie online, in Thaise media, op de Thaise ambassade, gepaard gaande met het voortdurend publiekelijk aan de schandpaal nagelen, heeft de potentie om aanzienlijke reputatieschade toe te brengen aan Van Beek’s uitgebreide familie, zijn Thaise familieleden, en de Buddharama monniken.
‘Buitenlander’
In zijn radio-interview met Pak Soi 105 op 19 april jl. (zie hieronder) noemde Wasin Boonma Van Beek een “buitenlander” die “een Thaise tempel in Nederland heeft overgenomen en voor 240 miljoen baht [€ 6.057.250] beslag heeft gelegd op de bankrekening totdat deze leeg is.”
Het lijkt erop dat Boonma een algemeen bezwaar heeft tegen het feit dat een Nederlands staatsburger – een “buitenlander” – voorzitter is van een Nederlandse stichting die een Thaise tempel in Nederland beheert. Het lijkt er echter op dat dit bezwaar niet geldt voor de Nederlander die in het bestuur zit van Boonma’s eigen tempel, Wat Buddhavihara in Purmerend, mogelijk omdat hij niet de voorzitter is.
Nederlandse Boeddhistische Unie
De betrokkenheid van BUN-bestuurslid Wasin Boonma in dit geschil ligt gevoelig aangezien deze boeddhistische unie door de Nederlandse overheid is aangewezen als vertegenwoordiger van de boeddhistische gemeenschap als geheel. Een ambtenaar vertelde de NOS dat de Thaise ambassade wettelijk verplicht is “bijstand” te verlenen aan Thaise onderdanen die in Nederland wonen:
Tempels in Nederland vallen ook onder dit toezicht, omdat zij een centrale rol spelen in de Thaise gemeenschap. Bij eventuele geschillen treedt de ambassade op als bemiddelaar.
De overgrote meerderheid van de bestuurders en parlementariërs in Nederland, evenals de meerderheid van de boeddhisten, is echter geen voorstander van dergelijke schendingen van de scheiding van kerk en staat. Het wordt algemeen als onacceptabel beschouwd dat buitenlandse regeringen zich mengen in de interne aangelegenheden van Nederlandse religieuze gemeenschappen.
Het is daarom relevant om je af te vragen waarom een Thais boeddhistisch bestuurslid van de Nederlandse Boeddhistische Unie en de Thaise ambassade vrijgesteld zouden moeten worden van onderzoek naar een vorm van staatsbemoeienis waar bijvoorbeeld Nederlandse moslims herhaaldelijk voor zijn veroordeeld.
Er bestaat een mogelijkheid dat Wasin Boonma’s nauwe samenwerking met de Thaise ambassade kan leiden tot problemen voor de BUN, bijvoorbeeld met het Ministerie van Justitie dat de BUN formeel heeft erkend. Bovendien is Boonma’s gedrag, inclusief de etnische vooroordelen waarop hij zinspeelde in zijn verklaring op Pak Soi 105 radio, in strijd met de eigen regels van de Boeddhistische Unie.
De grondwet en het huishoudelijk reglement van de BUN bepalen dat een bestuurslid een praktiserend boeddhist moet zijn, onpartijdig, respectvol en tolerant ten opzichte van de verschillende boeddhistische tradities en groepen. Deze eis geldt voor alle boeddhisten, niet alleen voor leden van de unie. Boonma’s gedrag voldoet duidelijk niet aan de criteria voor een dergelijke benoeming.
BUN-voorzitter Michael Ritman weigerde volgens de onderzoekers specifieke vragen te beantwoorden. Hij volstaat met deze verklaring:
‘Ik ken de heer Wasin Boonma en zijn vrouw Anchalee Boonma als vriendelijke, zachtaardige mensen die vanuit een diep gevoel van betrokkenheid in hun vrije tijd de Thaise boeddhistische tempel in Purmerend steunen en zich daar bijzonder voor inzetten.
Ik weet van hen dat niet alleen zij maar ook veel mensen uit de Thaise boeddhistische gemeenschap rondom de Buddharama tempel in Waalwijk zich grote zorgen maken over de macht van de voorzitter van die tempel en de manier waarop hij die macht uitoefent. Zij weten zelf heel goed dat deze tempel geen lid is van de BUN en dat de BUN geen rol kan spelen in het ontstane conflict.
Wat mij betreft had de voorzitter van die tempel ervoor kunnen kiezen om te proberen in gesprek te gaan met zijn achterban en het geschonden vertrouwen te herstellen. Kennelijk is dat niet gelukt en kiest hij nu voor een kort geding om enkele individuen het zwijgen op te leggen. Zelfs als dit lukt, zal dit het conflict niet oplossen, maar de vertrouwensbreuk alleen maar verdiepen. De verliezer in dit conflict is vooral de Thaise boeddhistische gemeenschap in Nederland, wat ik zeer betreur.’
Ritman beschreef Wasin Boonma verder als “een gerespecteerd lid” van zijn bestuur. Hij houdt vol dat Boonma’s rol in het bestuur los staat van deze zaak, zodat hij niet namens de BUN spreekt.
Reactie Toine van Beek: ‘Michael Ritman zou moeten weten dat de beschuldigingen van de Boonma’s niet alleen ongefundeerd zijn, maar volgens de Nederlandse wet ronduit ongeloofwaardig. Hij had echt wat tijd moeten besteden aan het onderzoeken van de zaak. Als voorzitter van de BUN zou hij zich er ook van bewust moeten zijn dat wanneer bestuursleden gezamenlijk zeggenschap hebben, elk lid evenveel te zeggen heeft. De aanvallen van onze tegenstanders laten ons geen alternatief, dus het hele bestuur, inclusief onze hoofdmonnik, steunt onze aanpak.
Ondanks het feit dat er een vergadering met de ontevreden groep was gepland, gingen ze over tot het organiseren van een tribunaal zonder ons bestuur. Ze dwongen onze toen 94-jarige hoofdmonnik Luang Pho om zonder voorbereiding drie uur lang naar ongefundeerde beschuldigingen te luisteren. Ze probeerden hem zelfs te laten zeggen dat het bestuur moest aftreden. Hij verklaarde stellig dat aftreden verkeerd zou zijn omdat dergelijke zaken aan het bestuur zelf moeten worden overgelaten. Hij voegde eraan toe dat het bestuur hun hulp niet nodig had.
Na het tribunaal heb ik de vergadering verzet en een delegatie van de ontevreden partij uitgenodigd voor onze bestuursvergadering. Ze konden zich nog steeds niet inhouden en begonnen een van onze monniken te beschimpen en te beledigen via Facebook Messenger. Gezien de omstandigheden heb ik met het bestuur overlegd en hebben we besloten om de bijeenkomst te annuleren. Vanaf dat moment escaleerden de laster, smaad en bedreigingen via Facebook. In reactie hierop stuurde onze advocaat een dwangbrief naar de betreffende persoon.’