Het hoofd van het Birmese leger Min Aung Hlaing en leider van de staatsgreep van vorig jaar, heeft plannen om het grootste beeld van een zittende Boeddha ter wereld te bouwen – als onderdeel van zijn poging om een erfenis te creëren als beschermer van het boeddhisme.
Maar in het afgelopen jaar hebben soldaten bijna 1.500 mensen gedood in een hardhandig optreden tegen de tegenstanders van het leger dat in strijd is met het eerste en belangrijkste principe van het boeddhisme: niet doden. ‘Hun boeddhisme is een nepshow, ze verdienen het niet om boeddhist genoemd te worden. Wij doden geen andere mensen. Wat ze nu doen is het tegenovergestelde van het boeddhisme,’ zegt Agga Wantha, een monnik uit Mandalay die protesten tegen de staatsgreep heeft geleid.
Min Aung Hlaing heeft zijn toevlucht genomen tot methoden die hij in het verleden heeft gebruikt om te proberen enige vorm van legitimiteit op te eisen in dit voor 90 procent boeddhistische land dat de afgelopen 60 jaar voor het grootste deel onder militair gezag heeft gestaan. Dat betekende allianties met vooraanstaande monniken en regelmatige herinneringen aan de toewijding van de hoge officieren aan de Boeddha, ondanks een voortdurende campagne van geweld.
Eind oktober vorig jaar startte het leger een campagne van verschroeide aarde in Thantlang, in het noordwesten van Chin State, waarbij honderden gebouwen werden verwoest en duizenden gedwongen werden hun huizen te ontvluchten. Enkele dagen later bezocht Min Aung Hlaing verschillende kloosters in Mandalay, de op een na grootste stad van Myanmar, om eerbied te betuigen en aalmoezen te geven. Onder de monniken die hij ontmoette was Bhamo Sayadaw, voorzitter van het State Sangha Maha Nayaka Committee, een door de regering benoemde instantie van hoge monniken die toezicht houdt op het boeddhisme en de geestelijkheid in Myanmar.
Bezoeken van militaire leiders aan vooraanstaande monniken worden bijna dagelijks gepubliceerd in de door de staat gecontroleerde media als onderdeel van de public relations-inspanning. Een rapport van het United States Institute of Peace toonde vorige maand aan dat de publieke uitingen van militaire steun voor het boeddhisme bijna verviervoudigden na de staatsgreep. Begin september vorig jaar maakten de militaire autoriteiten bekend dat zij Ashin Wirathu hadden vrijgelaten, een monnik die bekend stond om zijn boeddhistische nationalistische opvattingen, met name zijn onverdraagzame houding tegenover moslims.
Het leger heeft te maken gehad met aanzienlijke oppositie sinds het de burgerleider Aung San Suu Kyi en haar partij, de Nationale Liga voor Democratie (NLD), heeft afgezet in een staatsgreep waarvan het beweerde dat die nodig was vanwege fraude bij de verkiezingen van november 2020. Vrijwel onmiddellijk ontstond een sterke verzetsbeweging, met demonstraties en een massale beweging van burgerlijke ongehoorzaamheid die leidde tot de ontwikkeling van een gedecentraliseerd netwerk van gewapende groepen, bekend als de People’s Defence Force (PDF), die nu in het hele land regelmatig in conflict is met militaire troepen.