Boeddhistische monniken in het boeddhistisch koninkrijk Bhutan krijgen de beschikking over condooms. Daarmee willen gezondheidsautoriteiten de verspreiding van seksueel overdraagbare ziekten en HIV onder jonge monniken, die geacht worden celibatair te leven, voorkomen.
Bhutan, met een inwonerstal van ongeveer 700.000 mensen telt ongeveer 388 monastieke scholen met 7.240 monniken en 5.149 nonnen.
De minister van volksgezondheid, Zangley Drukpa, laat een speciale onderzoekscommissie de grootte van het probleem onderzoeken. Op alle monastieke scholen en universiteiten worden condooms aan studenten beschikbaar gesteld. Al in 2009 verschenen er berichten over de kwetsbaarheid van jonge mannen en kinderen in de kloosters. Ze zouden worden blootgesteld aan seksuele handelingen, zoals aan onder meer ‘dij-seks’, waarbij de gebalde dijen van een monnik als geslachtsorgaan worden gebruikt.
Maar het ministerie van volksgezondheid kreeg ook berichten over monniken- onder wie een twaalfjarig kind, die besmet waren geraakt met soa. Van tenminste vijf monniken, van wie de jongste negentien jaar oud is, is bekend dat ze met HIV zijn besmet. De Bhutanese commissie voor monastieke zaken zegt dat meer discipline een oplossing zou zijn.
Psychiaters hebben vastgesteld dat de mentale stress onder nonnen en monniken in kloostergemeenschappenstellen groot is. Het is niet ongewoon dat jonge monniken en nonnen, in de leeftijd tussen vijftien en vijfentwintig jaar, een psychiater bezoeken. Zelfs senior monniken vertonen symptomen van ernstige stress, vooral wanneer ze lange periodes van meditatie doormaken.
Maar de kloosterlingen hebben niet alleen te maken met mentale stress, ook lichamelijke ongemakken eisen hun tol Ongeveer zeventig tot tachtig procent van de monniken lijdt aan zwaarlijvigheid, hoge bloeddruk en rugpijn door hun sedentaire (veelal zittende) levensstijl, constateerde de uroloog Lotay Tshering. Geografie speelt ook een rol. De meeste monastieke scholen zijn hoog gelegen en ontberen creatieve faciliteiten.