De wegdenkweg; mystiek voor leeghoofden
Beste Hans,
Hoe denk jij als beroepsstamelaar over het Onuitsprekelijke?
Beste X,
Sst.
Beste Hans,
Dat kun je zelfs geen stamelen meer noemen.
Beste X,
Over het Onuitsprekelijke wil ik zwijgen.
Beste Hans,
“Zwijgen doet men best met woorden”, schrijf je ergens. Hoe zwijgt men met woorden over het Onuitsprekelijke?
Beste X,
Ik zeg niet dat het onuitsprekelijke bestaat, ik zeg niet dat het niet bestaat, ik zeg niet dat het bestaat en niet bestaat, ik zeg niet dat het bestaat noch niet bestaat, ik zeg niet dat het voorbij bestaan en niet bestaan is, ik zeg niet dat het eraan voorafgaat.
Ik zeg niet dat het onuitsprekelijke onuitsprekelijk is, ik zeg niet dat het uitsprekelijk is, ik zeg niet dat het uitsprekelijk en onuitsprekelijk is, ik zeg niet dat het uitsprekelijk noch uitsprekelijk is, ik zeg niet dat het voorbij uitsprekelijk en onuitsprekelijk is, ik zeg niet dat het eraan voorafgaat.
Ik zeg niet dat het het Onuitsprekelijke is (met een hoofdletter), ik zeg niet dat het het onuitsprekelijke is (met een kleine letter), ik zeg niet dat het hét onuitsprekelijke is (een kracht, wil, bron, principe, natuur, ding, alomtegenwoordigheid, grond of ongrond), ik zeg niet dat het dé onuitsprekelijke is (een wezen, wereldgeest, bewustzijn, intelligentie, vader, zoon, heilige geest, drieëenheid of godheid).
Noem dit desnoods een expressie van het onuitsprekelijke.
Zelf zeg ik liever niets.
Beste Hans,
Waarom zo krampachtig?
Beste X,
Dat voel je niet goed aan.
Ik zeg dit met een totaal ontspannen geest en ik hoop iets van die totale ontspanning over te dragen door deze manier van zwijgen.
Beste Hans,
Waarin zit die ontspanning voor jou?
Beste X,
Ik leg het onuitsprekelijke niets op, zelfs geen zijn of niet-zijn of zijnde niet-zijn, ik leg mezelf niets op, zelfs geen weten of niet-weten of wetend niet-weten, ik speculeer niet over een eventuele relatie tussen een eventuele ik of geest of ziel en het eventuele onuitsprekelijke, noch wil ik met deze manier van denken, spreken en schrijven een voorbeeld stellen voor anderen.
Is dat relaxed of niet?
Een en ander geldt niet alleen voor het onuitsprekelijke, al komt dat voor jou misschien op de eerste plaats.
Mijn denken is voor zover ik kan nagaan helemaal vrij van vaste zelfbeelden, mensbeelden, wereldbeelden, godsbeelden, ideaalbeelden en schrikbeelden, zo leeg als een katholieke kerk na de Beeldenstorm, zo leeg als een mysticus in de donkere nacht van de ziel, en ‘het’ (‘mijn’ ‘denken’) heeft niets anders te doen dan alles en iedereen te laten zijn en niet-zijn et cetera wat hij/zij/het is of niet is, inclusief het denken zelf, inclusief deze gedachten en welke gedachten dan ook.
Daardoor heb ik niets te bevestigen, niets te ontkennen, niets te bewijzen, niets te ontkrachten, niets vast te houden, niets los te laten, niets aan te prijzen en niets af te raden.
Dit ook niet.
Is dat relaxed of niet?
Beste Hans,
Je bevestigt niets, dus dit is niet de via positiva. Je ontkent niets, dus dit is niet de via negativa. Wat is het dan wel?
Beste X,
Geen idee. De via via? De via mia? De via invia? De via diluvia?
Beste Hans,
Pardon?
Beste X,
Potjeslatijn van een pottenbreker.
Via via: de omweg
Via mia: my way
Via invia: onbegaanbare weg
Via diluvia: wegspoelen met veel water
Of zal ik het gewoon de denkweg noemen.
De denk-wég, de wegdenkweg?
Beste Hans,
Maar hoe kom je dan van hier naar daar? Of in de mystieke beeldtaal, hoe kom je van beneden naar boven?
Beste X,
Zeker weten dat er een boven is? Zeker weten dat er een weg naar boven is? Zeker weten dat jij die weg kunt gaan? Zeker weten dat het boven beter is dan beneden? Zeker weten dat je niet al boven bent? Zeker weten dat er een beneden is? Zeker weten dat je bent?
Beste Hans,
Toe nou.
Beste X,
Waarom zou je hier weg willen?
Beste Hans,
Jij hebt het hier prima naar je zin.
Beste X,
Als een meer zonder min.
Beste Hans,
Dat klinkt bijna als een piekervaring – of ten minste een warm bad.
Beste X,
Als een bad zonder stop.
Als een piek zonder top.
Als een grap zonder mop.
Van een kip zonder kop.
Beste Hans,
Zie jij jezelf als een mysticus?
Beste X,
Ik kan me niet voorstellen dat ik een mysticus zou zijn.
Beste Hans,
Want je wilt jezelf niets opleggen.
Beste X,
Ik kan me niet voorstellen dat ik geen mysticus zou zijn.
Beste Hans,
Want je wilt jezelf niets opleggen.
Beste X,
Wilniet, doeniet, gaatniet, weetniet, zei de zegniet.
Beste Hans,
Maar heb jij nou een rechtstreekse ervaring gehad van de of het Onuitsprekelijke of niet? Dat is namelijk de gebruikelijke definitie van mystiek.
Beste X,
Nooit heb ik de of het onuitsprekelijke rechtstreeks ervaren, niet dat ik weet.
Nooit heb ik de of het onuitsprekelijke niet rechtstreeks ervaren, niet dat ik weet.
Waar een en ander de definitie van is, weet ik niet.
Beste Hans,
Ik doel op de eenheidservaring.
Beste X,
Soms voel ik me één, dan weer geen of twee of veel, maar de meeste van mijn ervaringen zijn zonder tal.
Ze komen allemaal even echt en onecht over.
Waarom zou ik de ene ervaring verkiezen boven de andere?
Trouwens, waarom zou de of het onuitsprekelijke enkelvoudig zijn of maar op één manier ervaren kunnen worden?
Wie zegt dat de of het onuitsprekelijke überhaupt ervaren kan worden, als Hij, Zij of Het al ís?
Wie zegt dat concrete ervaringen van de of het onuitsprekelijke werkelijk ingegeven worden door de of het onuitsprekelijke en niet door, bijvoorbeeld, een onderprikkeld, oververmoeid, ischemisch of anorectisch brein of door een duivelse bedrieger?
Omgekeerd, wie zegt dat er ooit iets anders ervaren kan worden dan de of het onuitsprekelijke?
Ik zei daarnet wel dat ik me nu eens één voel, dan weer twee et cetera, maar dat is meer iets van vroeger.
Tegenwoordig voel ik me nooit meer twee (in de zin van afgescheiden) en nooit meer één.
Niet twee en niet één, waarmee ik niet verwijs naar een non-dualistisch niet-twee of een non-monistisch niet-één of een overstijgend niet-twee-en-niet-één, maar naar de totale irrelevantie van dit soort metafysische rekenarij voor mijn dagelijks leven en welzijn.
Sowieso weiger ik categorisch mij nog te identificeren met bepaalde ervaringen ten koste van andere.
Waarom zou ik en op grond waarvan?
Laat maar komen allemaal, laat maar gaan.
Evenzo weiger ik categorisch mij nog te distantiëren van bepaalde ervaringen ten koste van andere.
Waarom zou ik en op grond waarvan?
Laat maar komen allemaal, laat maar gaan.
Evenzo weiger ik categorisch mij te identificeren met distantiëren of te distantiëren van identificeren, of het nou categorisch is of niet.
Waarom zou ik en op grond waarvan?
Laat maar komen allemaal, laat maar gaan.
Ervaringen van het uiteindelijke bewijzen uiteindelijk niets over het uiteindelijke, voor mij tenminste niet, net zomin als redeneringen over het uiteindelijke, die uiteindelijk allemaal op onberedeneerde postulaten en ongedefinieerde begrippen en een ongefundeerde logica berusten, net als deze gedachte.
Tot overmaat van ramp heb ik niets meer dat bewezen of ontkracht wil worden: niet over het eindelijke en niet over het uiteindelijke, niet over weten en niet over niet-weten of wat dan ook.
Kijk eens aan, drie keer niks.
Nada, nada, nada.
Is dat relaxed of niet?
Niet te geloven.
Het is alsof mijn hersenen klotsen in laxatief in plaats van liquor.
Dronkenschap is er niks bij.
Gedachten racen ongehinderd door mijn brein als diarree door mijn darmen.
Ze krijgen geen tijd om in te dikken, ikke geen tijd om in te kakken.
Deze gedachten ook niet.
Knetter, kwetter, tetter, spetter.
En doortrekken maar weer.
Beste Hans,
Aldus sprak de beroepsstamelaar over het Onuitsprekelijke.
Beste X,
God ja, het onuitsprekelijke.
Beste Hans,
Wou je daar misschien nog iets over zeggen?
Beste X,
Wis en zeker.
Beste Hans,
Ga je gang.
Beste X,
Sst.
Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie.