Om het hypostaseren af te leren, 3.
Leerling: Wat is het wezenlijke verschil tussen alles en niets?
Meester: Is er een wezenlijk verschil tussen alles en niets?
Leerling: Wat is de wezenlijke overeenkomst tussen alles en niets?
Meester: Is er een wezenlijke overeenkomst tussen alles en niets?
Leerling: Wat is het wezenlijke verband tussen alles en niets?
Meester: Is er een wezenlijk verband tussen alles en niets?
Leerling: Wat is alles wezenlijk van zichzelf?
Meester: Is alles wezenlijk wat van zichzelf?
Leerling: Wat is het niets wezenlijk van zichzelf?
Meester: Is het niets wezenlijk wat van zichzelf?
Leerling: Waar hebben we het anders over?
Meester: Hebben we het ergens over?
Leerling: Nu weet ik het helemaal niet meer.
Meester: Dan weet ik het ook niet meer.
(Nota bene: ‘Alles over niets’ is een film over advaita.)