Fris worden, fris blijven.
Leerling: Wat is ontwaken?
Meester: Wat denk jij?
Leerling: Een warm bad.
Meester: Welnee.
Leerling: Waarom niet?
Meester: Daar word je alleen maar slaperig van.
Leerling: Wat zou u zeggen?
Meester: Een koude douche.
Leerling: Brr.
Meester: Die niet uit kan.