Meester Linji zat samen met twee oude priesters, Heyang en Muta, rond het vuur in de meditatiehal. Linji zei: ‘Iedere dag hangt Puhua op straat de dorpsgek uit. Is hij nu een dwaas of een wijze?’
Voordat iemand antwoord kon geven, kwam Puhua binnen. De meester zei: ‘Ben jij een dwaas of een wijze?’ Puhua zei: ‘Ben jij een dwaas of een wijze?’ Linji slaakte een kreet.
Terwijl hij van de een naar de ander wees, zei Puhua: ‘Heyang komt net kijken, Muta heeft het gehad en Linji stelt ook niets voor, al heeft hij het oog.’ De meester riep: ‘Oud wijf.’ ‘Stokstijf’, gilde Puhua, en lichtte zijn hielen.