Meester Linji zegt:
Vanuit mijn verdwijnpunt gezien is er niets om van te houden of te haten. Er is niets heiligs en niets aards.
Wie het heilige aanbidt, aanbidt namen. Wie het aardse minacht, minacht namen. Wat is er heilig aan ‘heilig’? Wat is er aards aan ‘aards’?
Alle leerlingen zoeken Manjushri op de berg Wutai. Holbewoners, er is geen Manjushri op de berg Wutai, er is geen Manjushri en geen berg Wutai.
Wil je Manjushri op de berg Wutai leren kennen? Degene die hier voor me staat te luisteren naar mijn kletspraat – dat is de levende Manjushri. Het oog dat iedere gedachte doorziet – dat is de levende Samantabhadra. De gedachte die je bevrijdt van alle andere – dat is de levende Avalokiteshvara. Ziedaar je meesters en dienaren, één in drie en drie in één.
Wie ook dit doorziet kan zonder gevaar soetra’s lezen. Hij zal er niet in verdwijnen maar ze zullen in hem verdwijnen.