Meester Linji zegt:
Doorloper, diep vanbinnen weet je nu al dat er niets te doen is en nooit iets te doen is geweest. Maar je wilt het niet weten, dus blijf je doen alsof, doelloos rondrennend als een hond die zijn staart najaagt.
Al die zogenaamde bodhisattva’s die angstvallig binnen de grenzen van het Zuivere Land legeren, het aardse minachten en het heilige hoogachten. Ze blijven maar goedkeuren en afkeuren, aanraden en afraden, nastreven en weerstreven, beheerst door ideeën over zuiverheid en onzuiverheid.
Doorloper, zo werkt het niet in onze chanschool. Inzicht is een greep naar de macht, uitzicht komt vanzelf naar je toe, plotseling en onverwacht, als de zon die door de wolken breekt. Dan kun je eindelijk van je afkijken, wat een ruimte.
Hoe je er ook over denkt, mijn onderricht stelt niets voor. Het is een doekje voor het bloeden. Een fopspeen voor zuigelingen. Een wandelstok in het moeras. Een wijsheidsoog van glas. Ik heb helemaal geen leer, ik klets maar wat.
Wie dit begrijpt is een ware nestvlieder en hoeft niet langer op zijn eieren te broeden. Waarom zou hij ook? Het zijn maar windeieren. Zodra je erop gaat zitten zak je erdoorheen.
Doorloper, ga je nu niet op je borst lopen slaan omdat je je hebt laten inpalmen door een of andere oude meesteroplichter. Je enthousiasme bewijst niets, behalve je goedgelovigheid. Je vaardigheden bewijzen niets, behalve je hebzucht. Je welbespraaktheid bewijst niets, behalve je ijdelheid.
Wie de weg kent is hem kwijt, maar wie hem kwijt is kent hem. De ware wegwerker maakt zich niet druk over de wereld, hij kijkt er dwars doorheen. Wie overal dwars doorheen kijkt heeft niets meer te doen. Niets aan te doen.