Geïnspireerd door hoofdstuk 41 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
Wie onverwacht in het Grote Tja verzeild raakt, is er ontdaan van. Alles staat op zijn kop. Pas na maanden of jaren begint hij er de grap van in te zien. Eer het volledig is ingedaald, brult hij inwendig van het lachen. Hij komt niet meer bij! Hij lacht zich dood!
Hij brult om verlichting en onwetendheid!
Hij brult om illusie en werkelijkheid!
Hij brult om samsara en nirwana!
Hij brult om weten en niet-weten!
Hij brult om veelheid en eenheid!
Hij brult om waarheid en leugen!
Hij brult om deugd en ondeugd!
Hij brult om doen en niet-doen!
Hij brult om Boeddha en Mara!
Hij brult om hemel en aarde!
Hij brult om vorm en leegte!
Hij brult om juist en onjuist!
Hij brult om hoog en laag!
Hij brult om ego en zelf!
Hij brult om tja en tjee!
Hij brult om ja en nee!
Hij brult om Tao en tê!
Wie brult er eens
met ons mee?