Agnose staat voor een wakkere geest die zich door geen enkele gedachte laat flessen.
Behalve ‘de kennis zonder leraar’, ‘de wijsheid zonder wijsheid’ en ‘de wijsheid voorbij alle wijsheid’ hebben zenboeddhisten nog veel meer fraaie frasen gemunt. Geen wonder. Zenpriesters moesten zich nou eenmaal duur verkopen aan het volk dat hen voor niks moest voeden, nap voor nop. Dan komen de Grote Woorden vanzelf. Ik doel op uitdrukkingen als Groot Vertrouwen, Groot Inzicht, Grote Twijfel, Grote Verlichting.
De Grote Tao
In de daoïstische Zhuang Zi, een geschrift dat zo’n duizend jaar ouder is dan zen (chan), komt deze constructie ook al voor, wel of niet met hoofdletters, afhankelijk van de luimen van de vertaler (want het Chinees kent geen hoofdletters).
Zo is daar onder meer sprake van de Grote Weg (de Tao), grote kennis (kennis van de Tao) tegenover kleine kennis (van wereldse zaken), grote woorden (woorden geïnspireerd door de Tao die rustig en vredig zijn) tegenover kleine woorden (die druk en schreeuwerig zijn), en Grote Vrede (de vrede van hem die in overeenstemming met de Tao leeft) – aangenomen dat dit geen anachronistische hineinvertalingen zijn.
In de gezwollen en hoogmoedige taal eigen aan alle wijsheidstradities:
Hij, de allerhoogste mens, leidt zijn geest terug naar daar waar geen begin is, en slaapt in zoete rust in het land van niemendal. Als water stroomt zijn geest in vormeloosheid, het gutst voorwaarts uit de Hoogste Zuiverheid. Ach jij, die met je verstand vastzit op minieme details, en niets weet van de Grote Vrede!
(Zhuang Zi, de volledige geschriften, Kristofer Schipper, 2007/2011, hoofdstuk 32.V, p409-410)
Het Grote Tja
Ik hou ook van Grote Woorden, al ben ik voor mijn levensonderhoud van niemand afhankelijk en hoef ik niemand wat wijs te maken, hooguit wat minder wijs. Zo mag ik niet-weten graag omschrijven als Groot Doorzicht, Groot Ongeloof, Groot Schouderophalen, Groot Uitzicht, Groot Voorbehoud, Groot Wantrouwen en het Grote Tja.
Grote Stilte
Ook Grote Stilte komt in de buurt, al gaat het in agnose niet om een tijdelijke meditatieve trance waarin gedachten en gevoelens naar de achtergrond wijken of geheel ontbreken, en niet om de absolute mentale stilte die ontstaat bij bepaalde beschadigingen van de corticale spraakgebieden of bij (tinnitusvrije) aangeboren doofheid.
Met Grote Stilte bedoel ik hier de figuurlijke stilte van iemand die zich Oost-Indisch doof houdt voor zijn gedachten. Iemand die zijn gedachten niet over zich heen laat walsen maar over zich heen laat wassen zonder een keuze te willen maken of ze vast te willen houden dan wel los te willen laten. Of iemand die zijn gedachten over zich heen ziet wassen of walsen zonder een keuze te kunnen maken of ze vast te kunnen houden of los te kunnen laten, zeg jij het maar, mij maakt het niet uit, ik luister toch niet.
Grote Leegte
Met een soortgelijk voorbehoud kun je niet-weten ook Grote Leegte noemen. Niet omdat je hoofd in agnose vrij is van woorden en gedachten, maar omdat je leer leeg is en er niets te onthouden, uit te dragen of te verdedigen valt, dit ook niet.
Niet-weten is als een leeg plein. Omdat het plein leeg is, staan er geen huisjes op. Omdat er geen huisjes op staan, staan er ook geen heilige huisjes op. Waar geen heilige huisjes staan hoeft niemand ze te onderhouden of omver te schoppen. Waar niemand heilige huisjes hoeft te onderhouden of omver te schoppen, hoeft niemand de onderhouders omver te schoppen of te onderhouden, of de omverschoppers te onderhouden of omver te schoppen.
Grote Vrede
Ook de afwezigheid van heilige huisjes is geen heilig huisje, en voor de dwijze niet zaligmakend. Zijn plein is leeg en zijn plein blijft leeg. Pleinvrees kent hij niet meer, daar is hij voorgoed van genezen, al neigt hij sindsdien naar claustrofobie. Nergens komt hij liever dan op zijn lege plein, en nergens is het niet. Daarom hoeft hij er niet heen en kan hij er niet weg en is hij altijd thuis, al weet hij heg noch steg. Pelgrimeren zonder bede, dat is zijn Grote Vrede.
Grote Vrijheid
Of Grote Vrijheid, wat denk je daarvan? Agnose staat voor een wakkere geest die zich door geen enkele gedachte laat flessen, ook niet door deze. Een weetnietgeest die zelfs niet weet van niet-weten. Een vrijgeest die nergens in vastzit, ook niet in zijn vrijheid. Een libertijn die de flessengeest zijn fles gunt, de heremietkreeft zijn schelp, de kluizenaar zijn cel, de gelovige zijn overtuiging, de bodhisattva zijn geloften, de leerling zijn leer, de horige zijn heer.
Tegenover Grote Vrijheid staat kleine vrijheid, waarin je gekluisterd bent aan een bepaald vrijheidsbeeld, politiek, religieus, spiritueel, maakt niet uit, hoe fraai ook. Kleine vrijheid is geen vrijheid maar een parodie op vrijheid. Geloof je dat? Dan zeg ik: kleine vrijheid is geen parodie, maar de vrijheid om een bepaald vrijheidsbeeld te dienen. Geloof je dat?
Allemaal vrijheidsbeelden. Grote woorden. Geloof ze of niet.
Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie. Illustraties Lucienne van Dam.