Diane Frénay fotografeert en tekent. Haar foto’s en tekeningen ontstaan in de energie van een moment, van een ‘hier en nu’, uit dat was is. Diane maakt haar tekeningen en foto’s met aandacht, kijken, zien en handelen vallen samen en brengen zo nieuw leven. De kunstenaar heeft aandacht voor het ongekunstelde moment, het veranderlijke nu.
Zand, door wind en water gebeeldhouwd tot reliëfs, verhaalt, nodigt de verbeelding uit en schept kleine tijdelijke werelden. Zoeken met een vermoeden van ontdekken. En dan dát vinden wat samenvalt met betekenis; eeuwigheid in een klein moment; ‘Einmal ist keinmal’; de ondraaglijke lichtheid van het bestaan; de verloren tijd en de durende tijd; maar ook: een monnik, een konijn of gewoon een mooie compositie, zo vat Diane haar inzichten, die tot uitdrukking komen in haar werk, samen.
Zij maakt foto’s van tijdelijke scenes die ze ziet, vind, voelt en meestal loslaat. Die betekenis geven, gewoon door te zijn. Door ze te fotograferen in al hun tijdelijkheid, kan zij de betekenis die ze haar geeft, delen. Een windvlaag, een golf van de zee en de scenes zijn anders of aan het oog onttrokken.
Diane voelt zich verbonden met het boeddhisme door te mediteren. ‘Dat brengt mij innerlijke rust en vertrouwen. Ik tracht in mijn dagelijks leven te zijn en vooral te doen, want daarmee krijgt het ook een plaats. Dat dit niet altijd lukt mag duidelijk zijn. Ik ben niet aangesloten bij een boeddhistische school of groep. Voel me aangetrokken tot zen en heb daar ook een soort verbondenheid mee..
Ik voed me met teksten -leerling meester gesprekken- en meditatie. Dit inspireert en helpt om te gaan met het leven. Ik vind het idee van de boeddhanatuur mooi en inspirerend, uitnodigend om te willen ontwaken. Als ik mediteer volg ik mijn ademhaling en merk dat ik rustiger, opener en geconcentreerder de dag in ga.
In het dagelijkse leven tracht ik allerlei aspecten van het leven te onderzoeken. Door te mediteren word ik me meer bewust van mijn handelingen en wat zich daar achter bevind. En van de constante veranderlijkheid, de strijd daarmee en de acceptatie die elkaar afwisselen. En zo tracht ik ook te begrijpen wat er buiten mij gebeurt.
Als ik fotografeer raak ik in een vorm van concentratie waarin er niets is dat afleid, de aandacht beperkt zich tot het beeld waar ik mee bezig ben. Op dat moment denk ik niet maar kijk en voel ik tegelijkertijd. Dit gebeurt bij tekenen of schilderen ook. Het ego is dan niet aanwezig. Er ontstaat vaak een gevoel van zacht, intens plezier en een verbondenheid van het lichaam met de verf of het object wat ik door de lens zie.’
Diana geeft als voorbeeld Espiritas de Peniche 2013. ‘Op 19 maart 2013 plooide de oceaan zand, wierp wat stenen en trok er met water zachte lijnen omheen. Beelden, gevormd met miljoenen korreltjes steen, door de eeuwige beweging van wind, water en een beetje zout. Een half uur later is alles weg en trekt de zee hen het water weer in, golfje voor golfje, en ontdoet hen voorgoed van deze gedaante. In deze kwetsbare, bescheiden en o zo lichamelijke aanwezigheid mocht ik hen ontmoeten, leren kennen en van ze houden. En weer laten gaan.’