Boeddha werd geconfronteerd met ziekte, ouderdom en dood en realiseerde zich dat niemand daar aan kan ontsnappen. Alles om hem heen was een spiegel waar zijn eigen ziekte, ouderdom en dood in reflecteerde. Tot dat een kleine vallende ster in de spiegel verscheen, in de vorm van een asceet, die wandelde door deze wereld zonder in deze wereld te zijn. Siddhartha had zijn uitweg uit samsara gevonden. Na een verblijf bij verscheidene leraren sloot hij zich aan bij vijf asceten en verbleef zes jaar bij hen. Beoefende dyana yoga, hongerde zichzelf uit- waar hij ook geen oplossing in vond, alleen maar het vooruitzicht van de dood.
Uiteindelijk ging hij weer eten, aangesterkt ondernam hij nog een poging om het effect van het lijden niet langer te hoeven ondergaan. Jan Willem van de Wetering schrijft in zijn boek De lege spiegel ‘Al vallen mijn benen er af, al word ik een kwijlende idioot,…ik blijf zitten.’ Bodhidharma zat op de Berenoorberg negen jaar met zijn gezicht naar de muur gekeerd. Op een dag kwam Huike bij hem en vroeg of hij zijn leerling kon worden. Bodhidharma antwoorde dat zen niet iets voor watjes en angsthazen was. In vertwijfeling hakte Huike zijn arm af en bood die Bodhidharma aan.
In Japan was een monnik die het nooit gelukt was om in de volle lotushouding te zitten. Op een dag hoorde hij van de dokter dat hij niet lang meer te leven had. Hij sprak: ‘Benen, ik heb altijd naar jullie geluisterd, nu zullen jullie naar mij moeten luisteren.’ Daarop brak hij zijn benen zodat hij in de volle lotushouding kon zitten en stierf zittend in die houding.
Geen enkel mens heeft de zelfde bouw of constitutie, ik heb het geluk dat ik korte benen heb en het was vroeger geen moeite om in de volle lotushouding te zitten. Maar enige jaren geleden vertelde mijn dokter dat ik een versleten rug en nek heb. Mijn leraar haalde in zijn teisho’s meerdere malen aan dat je je met hart en ziel op je meditatie moest storten, alsof het de laatste mogelijkheid in je leven was. Denk niet dat je de tijd hebt, dat je een meditatie periode kunt uitstellen, op een gegeven moment kun je niet meer mediteren, het houdt een keer op.
Meditatiehouding
Vraag aan een kleuter om op de grond te gaan zitten, zo dat zijn/haar knieën de grond raken. Vraag dit aan iemand van twintig en als hij/zij niet geoefend is lukt dat niet. Ons heupgewricht is een kogelgewricht en is er op gemaakt om in de kom van het gewricht te kunnen draaien. Maar omdat wij voor het comfort van stoelen hebben gekozen, is alleen de scharnierende werking van het kogelgewricht nog functioneel. Om het weer naar behoren te laten functioneren zou je het eigenlijk moeten smeren, maar dat zou wel een hele drastische en pijnlijke methode zijn. Maar gelukkig is het met training wel weer in orde te krijgen, hoewel dat wel met gepiep en gekraak gepaard gaat.
Maar waarom is meditatie gebonden aan de lotushouding? Volgens veel oosterse leerstellingen huist in de kom van ons bekken onze (levensenergie) Chinees ‘Chi’ Japans ‘Ki’. De plek waar dit huist word tanden of hara genoemd, het centrum, het midden van de mens is.
Ik heb geleerd om tijdens meditatie een niet aflatende concentratie op mijn buik te hebben. Ik snapte eerst niet hoe ik dat moest doen, tot Etsudo-san een luciferdoosje tussen het koord van mijn pij stopte. Verschoof dat naar ongeveer drie centimeter onder mijn navel dan zei hij: ‘Concentrate here.’
Waarom zitten in de lotushouding, daar zijn drie redenen voor. De eerste is: je benen en je billen vormen een stabiele driehoek zodat je zit als een berg. Je schuift een kussentje onder je kont zodat je bekken zich naar voren kantelt, waardoor de ruggenwervels zich keurig netjes opstapelen. Zo komen alle zenuwbanen vrij te liggen. Dan de belangrijkste in deze houding voel je het duidelijkst je tanden/hara, je hara voelt aan als een bal.
Binnen de zen-methode worden gedachten niet benoemd, gevisualiseerd of anderzijds iets mee gedaan. Gewoon niet op ingaan. Iemand zei tijdens dokusan: ‘Ik heb zo’n last van mijn gedachten.’ Ik antwoordde: ‘Concentreer je op het tellen van je ademhaling’. De leerling: ‘Maar mijn gedachten denderen gewoon dwars door het tellen heen.’ Ik vroeg hem: ‘Ben je je hand wel eens kwijt geweest?’ Hij antwoordde: ‘Nee, als die weg is ben je die voorgoed kwijt.’ Ik vroeg hem: ‘Maar je gedachten komen en gaan, je kunt er niets aan doen, soms zijn ze er en soms niet.’ Ja, antwoordde hij vertwijfeld. ‘Je bent nog nooit je hand kwijt geweest, maar gedachten komen en gaan naar believen,… Dan zijn gedachten niet van jou.’
Gedachten zijn rare dingen- je laat je er door beïnvloeden, je denkt dat je iets niet kunt. Meditatie verschuift die gedachte naar voren, dan blijk je veel meer te kunnen dan je denkt. Je krijgt meer ruimte, meditatie is grensverleggend of geestverruimend. Iemand begon de sesshin in de seisahouding op zijn knieën op een torentje van kussens. Ik vroeg hen of hij wilde proberen om één meditatieperiode met gekruiste benen te gaan zitten. Hij had voor de sesshin aanving al verteld dat hij dat niet kon. Aan het eind van de sesshin zat hij op één kussen met gekruiste benen. Als je in je gedachten gelooft, als je er op in gaat, zul je nooit grenzen verleggen. Als je denkt: Ik kan het, ik kan het ik kan het, eindig je met een meniscusblessure. Als je denkt ik kan het niet, dan gebeurt er niks, meditatie is heel hard werken om de juiste manier te vinden.
Toen ik het tempelterrein van de Bukkoku-Ji tempel op wandelde werd ik om half twee na het gebruikelijke gesprekje op het beginnersplatform (tan) bij de meditatiehal gezet. Om tien voor half zeven liep de meditatiehal vol en begon de avondmeditatie. Om negen uur, toen de meditatie afgelopen was, kwam een monnik naar mij toe met de mededeling dat ze mij vergeten waren. Vergeten, nou ik werd gewoon getest of ik wel gemotiveerd genoeg was. Dus je moet wel heel gemotiveerd zijn om aan meditatie te beginnen, of anders gezegd ontzettende honger naar de dharma hebben. Want als Boeddha, Huike, Bodhidharma, Jan Willem van de Wetering en een Japanse monnik zo een motivatie aan de dag legden hebben om hun honger naar de dharma te stillen, is het dan veel gevraagd om in onze tempel te oefenen om met gekruiste benen te zitten. Als je er anders over denkt,…Hoe was het ook al weer met die ‘beperkende gedachten’. Niet aan storen.