Blijf niet hangen in wat voorbij is. Hecht je niet aan wat ooit was. Aan vormen uit het verleden. Zo vervreemd je van je ware zelf. Van de stroom. Van de Flow. Van Dhamma.
Zo gebruik je wat voorbij is, om je ego te schragen. Verstijf je in bokkig zelfgelijk. Bevries je in zelfbedrog. In je grote gelijk. Stol je in spirituele eenzaamheid. Blijf je in duisternis alleen achter. In een niets ontziende wrok tegen al wat nieuw ontstaat.
Zo misgun je jezelf het licht tussen twee gedachten. En ben je niet bezig met waar het echt om gaat. Wat er echt toe doet. Ontdaan van liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid ben je een speeltje van je gedachten. Zit je, weliswaar in monnikspij gehuld, spiritueel dood op je matje.
Leef in het heden. Gebruik je meditatie niet als vorm. Maar als middel tot ontwaken. Laat het nieuwe toe. Spontaan. Vloeiend als een stroom.
Beleef het NU-moment. Zie hoe élk moment de wereld herboren wordt. In al haar aspecten. Kijk, hoor, ruik, proef, voel en denk als een Boeddha. Vrij. Ongebonden. Zonder wereldse structuren. Niet gemanipuleerd door wat dan ook. Niet gescleroseerd door sankhara’s van onwetendheid, verlangen en afkeer.
Loes Dräyer-de Moor zegt
Mooi kort stukje over het NU
Siebe zegt
Neigingen, gevoelens, beelden, emoties, gedachten, plannen, percepties, waarnemingen, van het verleden, toekomst en ook het heden, moeten allemaal gezien worden als: ‘dit is niet van mij, dit ben Ik niet, dit is niet mijn zelf’ (MN22)
Het is allemaal komend en gaand van karakter, vergankelijk. Het valt ook niet te bezitten. Want waar is het dan gebleven allemaal?
Het schragen van Ego. Ik geloof niet dat de Pali suttas leren dat de Ego notie hartstocht veroorzaakt. Nee, want zelfs bewusteloos is er hartstocht en ontstaat hartstocht. Hartstocht is niet iets wat wij zelf bewust of als Ik of Ego veroorzaken.
Het is andersom. Hartstocht is de reden waarom er überhaupt instinctief, onvrijwillig, Ik- en mijn-maken plaatsvindt van gedachten, emoties, van gevoelens, van bewustzijn, van vrede etc. Als een drift wordt dit voortdurend aangegrepen als Ik en mijn.
Volgens mij leert de sutta-Boeddha daarom ook niet dat de Ego notie de oorzaak van lijden is maar de begeerte die dan weer eens hierin dan weer eens daarin plezier zoekt of naar uit kijkt: naar zintuiglijk genot (kama tanha), naar voortbestaan in hemelen (bhava tanha) en uitkijkt naar niet meer bestaan (vibhava tanha). Want die begeerten vullen het reservoir van hartstocht of drift dat bij ons is.
Ik denk dat de realiteit laat zien dat de Ik- en mijn-notie in feite steunt op een hartstocht die we niet bewust en gewild op gang brengen. Kijk naar pijn. Zelfs al wil je geen afkeer voelen, geen drift, toch is er hartstocht ten opzichte van die pijn.
En als we eenmaal in die bekende belevingswijze zitten van Ik en mijn, dan wakkert dit die onvrijwillige hartstocht alleen maar aan.
Zelfs al zou je bewusteloos sterven, stel, zonder Ego-besef, dan leert de sutta Boeddha niet dat je bevrijd bent. Want hartstocht is er wel.