Ontwaken—’wakker worden’—is het experiëntieel ervaren (P. paccanubhoti) van het voortschrijdend proces van ontstaan en vergaan. Gecombineerd met de gelijkmoedige aanvaarding ervan. De Boeddha vatte het zuivere en onbezoedelde weten van Dhamma in één zin samen in de Dhammacakkappavatana Sutta:
‘Alles wat onderhevig is aan ontstaan, is onderhevig aan vergaan.’
Door de ervaring én aanvaarding van deze natuurwet begrijpt de beoefenaar dukkha; laat hij dukkha los; realiseert hij de beëindiging van dukkha en cultiveert hij het pad dat leidt tot de beëindiging van dukkha. Zo herkent (P. pariyatti), erkent (P. patipatti) en realiseert (P. pativedha) hij de Vier Edele Waarheden. Individueel én als geheel.
De Vier Waarheden worden niet meer gradueel oplopend begrepen, zoals gebeurt in het geval van intellectueel begrip. Ze worden gelijktijdig als één geheel gezien. Als één allesomvattende waarheid: terwijl de geest van de dhammanuvatti de Vier Waarheden penetreert overschouwt hij het geheel, namelijk het geconditioneerd, dwangmatig bestaan dat compleet door dukkha geïmpregneerd is, terwijl op hetzelfde moment de oorzaak van dukkha vernietigd wordt, dukkha beëindigd wordt en het Achtvoudige Middenpad dat tot de beëindiging van dukkha leidt gecultiveerd wordt.
Zo begrijpt de beoefenaar de Vier Edele Waarheden door ‘zien en weten’. Janami passami. Met de zelfbevestigende zekerheid dat het de onveranderlijke waarheden van het bestaan zijn.
Zo verschijnt zien en weten in hem. Zijn bevrijding van geest is onwrikbaar. Dit is zijn laatste geboorte. Er is geen verdere toestand van bestaan.
Geef een reactie