De Boeddha in de Dhammapada: ‘Haat wordt in deze wereld nooit door haat gestild. Énkel liefde stilt haat. Dit is de natuurwet.’
In dit vers zegt de Boeddha dat het antidotum voor haat ‘liefde’ is—liefdevolle vriendelijkheid (P. metta). Enkel door liefde kan haat overwonnen worden. Metta is één van ‘de vier verheven toestanden’ van de geest (P. brahmavihara’s).
Door een bewustzijn dat vol is van vriendelijkheid (P. metta- cittena) wordt haat gestild en in liefde getransformeerd.
Daardoor is wie haat in zijn hart draagt geen edele volgeling (P. ariya-puggala) van de Boeddha. Zijn/haar beoefening kan immers geen vruchten dragen. Wie haat zaait zal nooit de stroom betreden. Nooit. Wie Dhamma—de universele wet—niet inziet noch aanvaardt zal blijvend in samsara ronddolen.
Laat haat nooit je hart overwoekeren. Het is een doodlopend pad. Enkel liefde stilt haat.
‘Dit is de natuurwet—Esa dhammo sanantano’. Het is de universele wet: onmetelijk, onpersoonlijk en onpartijdig.
Het Pali-woord ‘sanantano’ slaat op de kenmerken van oorspronkelijkheid, fundamenteel en absoluut. Dit zijn kenmerken die—in theïstische systemen—exclusief voorbehouden worden aan de goden.
Hier associeert de Boeddha deze kenmerken met Dhamma —de natuurwet, de kosmische wet. Op deze manier verleent hij het natuurlijke proces dat het bestaan beheerst een perfect goddelijke status.
Willem Krouwel zegt
Beste Guy, vanuit respect deze vraag aan u:
Is een natuurwet niet ook een verschijnsel en dan ook onbevredigend, zelfloos en vergankelijk?
Willem
Goedele Goetelen zegt
beste Guy, helemaal akkoord dat met haat niets, maar dan ook niets overwonnen wordt. Maar dagelijks toegewijd metta beoefenen heeft ook een valkuil in zich. Vriendelijkheid cultiveren in alle richtingen is een mooie houding in het leven, jammer genoeg wordt er wel heel gemakkelijk over je heen gelopen als je vriendelijkheid uitstraalt, tel je uiteindelijk niet mee, laat zelfs de sangha je in de steek, neemt niemand het eens voor je op, een bittere nasmaak van metta beoefening waarbij sommige teachers metta naar jezelf helemaal op het einde toevoegen. Ik begin daar nu mee en eindig daar ook mee. Mijn ervaring is dat achter dat “metta” gedoe veel schijnheiligheid schuilt. Wie meent het echt, maar dan echt hé vanuit de ziel. Echt vanuit elke cel van je lichaam metta richten naar de ander, naar de wereld en het in actie omzetten, niet alleen op dat meditatie kussen. Dat is net iets te gemakkelijk en heeft geen enkele inhoud. Kennis zonder actie is dood. groetjes
Goedele