Na een hopelijk goed en wel besteed bestaan zijn we op de een of andere manier in de herfst, of zelfs in de winter van dit leven aangekomen, of gaan we langzaam maar zeer zeker die richting in. We bezochten, of woonden in of op bepaalde plekken in de wereld, hebben waarschijnlijk een grote verscheidenheid aan mensen, dingen, prachtige, maar ook soms moeilijke situaties ontmoet in dit leven. En nu, tijdens het veranderen van de levensseizoenen, zijn we bij een fase aangekomen waarin we ons misschien afvragen hoe het komt dat we het ene moment jong en schijnbaar gelukkig en evenwichtig leken te zijn, en nu, op dit daaropvolgende moment, het gevoel hebben dat het leven en onze energie op de een of andere manier begint te stagneren. Soms zelfs dat het leven ons iets af lijkt te nemen.
De vele gedachten, overtuigingen en gewoonten die de onze waren en vaak centraal stonden, lijken langzaam te verschuiven. Onze energie vertraagt, de focus die we voorheen hadden, beweegt nu eens naar rechts, dan weer naar links, en hopelijk zo af toe nog naar het midden. Wat voor decennialang leek op een leven onder eigen regie, lijkt nu ernstig te veranderen.
Heeft iemand ons ooit ingelicht of verteld over wat ouder worden eigenlijk zal betekenen. Hebben we er zelf bij stilgestaan of zelfs ook maar enige energie aan gegeven. Aan de seizoenen en de natuurlijke veranderingen in dit leven? Beginnen we nu het boeddhistische concept van Anicca-Impermanence beter te begrijpen? Het begrip dat alles in dit universum onderhevig is aan verandering, onbestendigheid en uiteindelijke verval. Dat daarom ook het menselijk lichaam aan verandering onderhevig is, en duidelijk waarneembaar is in het universele ritme tijdens de 4 fases van kindertijd, jeugd, volwassenheid en nu dus ouderdom.
Sabbe sankhara anicca – Impermanent are all compounded things.
yada pannaya passati – When one perceives this with true insight,
atha nibbindati dukkha – one becomes detached from suffering;
esa maggo vissuddhiya – this is the path of purification.
Dhammapada 277
Elk leven, en elke stadia welke we mogen ervaren maakt deel uit van een ongekend werelds ritme dat keer op keer herhaald wordt, en wel op een rituele wijze. Want ‘leven’, of we dit nu wel of niet herkennen, staat symbool voor de plek waar we geboren zijn, uit wie we geboren werden, het verband waarbinnen we geboren zijn, de ervaringen en ook conditionering die we daarin opdeden, en de uiteindelijke levensduur die we hopen te ervaren.
De uiteindelijke herkenning dat deze ervaring van het ouder worden als deel van het wereldse ritme er vooral één is van de fysieke manifestatie van de geest, en de bewustwording van het geestelijke, spirituele aspect van dit leven.
Ons bestaan in deze wereld wordt echter niet zo vaak herkend als een inwijding en constante overdracht van geest en leven. We nemen dit gegeven leven als vanzelfsprekend aan, en hebben voor het grootste deel van ons bestaan minimaal bewustzijn van de vrijheid, en tegelijkertijd de verantwoordelijkheid die een leven in deze materiële vorm met zich meebrengt. Natuurlijk met uitzonderingen daargelaten.
In onze westerse samenleving is er nauwelijks of geen sprake van initiatie of gewijde overdracht gedurende de verschillende fases in dit leven. De overdracht van kennis in onze eerste levensjaren gebeurt door middel van het verplichtte onderwijs, pijnlijk genoeg meer om in het systeem te passen van de dan heersende sociale, politieke of religieuze structuur, dan het kind in te wijden in een veel groter levensbeeld. Daarna is er hopelijk een leren naar keuze, maar ook die lijkt ergens op te houden wanneer we de productie en concurrentie fase ingaan. Behalve dan voor diegene die hun leven wijden aan het delen van kennis. Terwijl er tot voor een paar decennia terug nog dikwijls een directe kennis – overdracht bestond tijdens de tweede fase, m.n. door de overdracht van vader op zoon of moeder op dochter, lijkt deze nu plaats te hebben gemaakt voor de technologie. Met als directe consequentie een geestelijke en spirituele verarming.
Het menselijk bestaan heeft als uiteindelijke doel het verkrijgen van een dieper bewustzijn …’Awareness of Consciousness’, het totale herkennen van het Zijn. Daarin onderscheiden we onszelf van de rest van de dierenwereld. Een dieper gaande kennis te vergaren, en deze in de latere stadia van het leven door te geven en over te dragen. In pijnlijk contrast met een ver verleden, waarin de opgedane kennis werd overgedragen door de ouderen en wijzen in onze samenleving, leven we nu in een wereld waarin deze overdracht vooral plaats vindt door middel van de multimedia, onze heilig verklaarde mobiele middelen van communicatie. In feite is deze dikwijls geen echte diepgaande kennis, maar meer één van opgeslagen informatie, zonder de directe en diepere ervaring ervan. In volstrekte afzondering, zonder enig direct menselijk contact hebben we met één druk op de knop, en in luttele seconden, toegang tot een smörgäsbord van informatie! Waarvan het meest beangstigde is dat deze daarna wordt gedeeld (opnieuw door onlinecommunicatie) door mensen die dikwijls nauwelijks of weinig besef hebben van de essentie en grondslag van wat zij delen. De oudere wijzen zijn nu dus vervangen door jonge carrière makende levens, inzicht, bewustzijns- of trauma coaches.
Er is ternauwernood tijd en energie, of we nemen nauwelijks de moeite om met diegene, die een leven van kennis met zich mee dragen, tijd door te brengen. Tijd is wat we niet lijken te hebben! Tijd is waar we mee strijden. Toch komt er voor een ieder het moment dat er veel tijd over zal zijn, en we tegelijkertijd er nog zo weinig van hebben…het moment van ouderdom.
Het moment waarop het lijkt dat de cirkel van dit leven bij het beginpunt aan het terug komen is. Zoals in de Enso, de Japanse zenkalligrafie die de beweging en ontwikkeling, en perfectionering van alle dingen in dit leven, en zo ook de menselijke levenservaring symboliseert. Dit symbool wordt dikwijls afgebeeld als een volkomen cirkel, maar wel één met een open ruimte, die vertaald zou kunnen worden als de ruimte die we binnen kunnen gaan om vandaar de cirkel van het leven van binnenuit te bekijken.
De reis naar binnen…
Als een stille, en soms ongewenste bezoeker lijkt ouderdom zonder verdere aankondiging er opeens te zijn. Het kan misschien zelfs wel even duren voor we eraan gewend raken! Voor velen niet echt een vrolijke noot, zeker niet in het licht van de zogenaamde ‘Sacred Art of Aging’, ofwel de kunst van het ouder worden. Voor velen voelt het niet aan als inwijdende kunst.
Het lichaam reageert opeens anders, begint trager te worden en stijver, terwijl het geheugen soms wat hiaten begint te vertonen. Door de pijntjes en kwalen worden we vaker geconfronteerd met het lichaam- ziekte kan ons welzijn tijdens het ouder worden sterk beïnvloeden en op de langere duur beperken. Zo kunnen eenzaamheid, isolatie, en soms depressie een rol beginnen te spelen. De isolatie van ouderen is heden ten dage een voldongen feit.
Misschien hebben we een contemplatief levenspad gevolgd, of zijn we sinds korte tijd die richting in gegaan, misschien mediteren we dagelijks, of hebben we ooit een mindfulnesscursus gedaan, en zijn we ons daardoor bewuster gaan worden van de obstakels die we in ons leven zijn tegengekomen. Er kan zelfs een realisatie zijn dat er nog vele onverwerkte ervaringen zijn. Als we deze omzeild hebben of opzijgeschoven, is er nu de tijd om erover na te denken… er mee in dialoog te gaan. Zo creëren we langzaam maar zeker een overgave aan deze nieuwe fase in ons leven.
Overgave aan het proces van ouderdom
Voor sommige een heel natuurlijk proces waar niet al te veel over na gedacht wordt. Voor anderen een op zoek gaan naar de verbinding tussen heden en het verleden. Het leren loslaten van dierbare familie, oude vrienden, onze geliefde huisdieren, bezittingen, en al datgene wat we in dit leven om ons heen verzamelde, en waar we soms zo sterk gehecht aan zijn geraakt. En ook een bewustwording van de band (of afwezigheid van een band) met kinderen of kleinkinderen, andere familieleden, of zij die dicht bij ons hart staan.
Gedurende het rondkomen van de cirkel van het leven ontstaat er een herontdekking van ons lichaam en de innerlijke wereld, zelfs als deze met veel lijden gepaard gaat. Een naar binnen keren en een dieper nadenken over de kwaliteit van ons leven in de hopelijk nog komende jaren. En uiteindelijk een leren aanvaarden, een leren communiceren over de eindigheid van dit bestaan en ons individuele leven.
De bewustwordings fase
Wanneer we ons bewust worden van de ouderdom en de zogenoemde 4de en laatste ontwikkelings fase van bewustzijn, leren we zien dat de uiteindelijke ontvouwing van ons menszijn is aangebroken. In plaats van ons af te vragen welke betekenis we hebben als een soms hulpbehoevende oudere in deze samenleving, kunnen we leren herkennen dat deze fase eigenlijk de zuiverende fase is. Dat ouderdom niet enkel in problematische zin hoeft te worden beschreven of besproken, zelfs als de hulp verstrekkende services die er misschien zijn, uiteindelijk dezelfde blijken te zijn als aan het begin van dit leven. Ook toen werden we verzorgt, gaf iemand ons te eten, werden we aan de hand meegenomen om de wereld te ontdekken.
We maakte een fysieke, lichamelijke ontwikkeling, een emotionele, en daarna een cognitieve ontwikkeling door, waarna we nu in de meest essentiële en geestelijke fase van ons leven zijn gekomen! In plaats van de uiterlijke wereld te verkennen, is er nu volop tijd om de innerlijke wereld te verkennen. Dit is de fase waarin we ons bewust kunnen worden dat we niet slechts een lichaam zijn met het vermogen te denken, maar dat het denken en de geest eigenlijk de stuwende kracht was achter ons hele fysieke bestaan.
De tijd van ouder worden is de tijd van ‘zijn’ en niet langer te hoeven ‘doen’. No longer a human doing, but a human being. De tijd om to leren onthechten, om met aanvaarding, berusting en overgave, maar vooral met bezieling te leren leven! Deze tijd is de tijd om het ‘materiële’ in te ruilen voor het ‘spirituele’ leven. De tijd om het verleden te helen als er onafgemaakte of niet verwerkte pijn of leed aanwezig is. Vooral een tijd waarin we beginnen te leven vanuit een gevoel van rust, balans en vreugde. Een tijd waarin we het onderscheid tussen de hersenspinsels van waaruit we dikwijls leefde, en de oorspronkelijke kalmte van de geest leren herkennen.
Hersenspinsels versus de geest: en het verschil
Een eigenlijk eenvoudige manier om het onderscheid tussen geest en hersenen te begrijpen, is door de geest te definiëren als ons vermogen om te denken, te voelen en deel te nemen aan zowel fysieke alswel spirituele activiteiten. De hersenen daarentegen verwijzen naar het fysieke orgaan in ons hoofd dat verscheidene en voornamelijk fysieke functies ondersteunt. We leren vanaf het begin van dit leven te functioneren vanuit de hersenen en niet zo vaak vanuit de geestelijke vermogens die ons menszijn benadrukt.
In de ouderdomsfase vinden er echter belangrijke verschuivingen plaats en begint de wereld er anders uit te zien. Als de fysieke drijfveren verminderen en er minder geldingsdrang is, minder concurrentie, maar ook minder fysieke vermogens, dan kan er een gevoel van onveiligheid ontstaan. Hoe daar mee om te gaan? En hoe kijkt het boeddhisme naar deze onveiligheid tijdens het ouder worden?
In de geest van het principe van ‘ahimsa’ – geweldloosheid, vraagt en verdiend ons dikwijls zwakker wordende lichaam en soms ook meer fragile geest respect, liefde en onvoorwaardelijke aandacht. Het respect voor het ouder worden is de dierbaarste gift die we onszelf en anderen kunnen geven. Respect voor onszelf betekent het accepteren van de veranderingen die plaats vinden. Het niet in strijd gaan met onszelf en vast willen blijven houden aan wie we denken te zijn. Dat betekent ook een loskomen van de image van – en over-identificatie met onszelf. We zijn allang niet meer wie we ooit waren, onze publieke persona is plaats aan het maken voor diegene die dikwijls onder de vele lagen van conditionering was verborgen.
Ook voor diegene die voor ouderen zorgen, en vooral voor kinderen die voor hun ouders zorgen, breekt er nu een tijd aan van het loslaten van diegene die misschien je enige levenslijn is geweest. Vooral als het een moeder betreft, en we het koord waarmee we energetisch nog steeds verbonden zijn, als steeds losser beginnen te ervaren. Als kinderen denken en voelen de regie te moeten overnemen, nu die ouder steeds kwetsbaarder begint te worden en niet langer beantwoord aan het diepe en interne gevoel van veiligheid die hij of zij ons ooit gaf. Dat kan voor velen een benauwend moment zijn, reden te willen beschermen, maar ook om alles onder controle te houden. Ook hier is het principe ‘ahimsa’, zachte en geweldloze overgave aan de volgende fase van directe toepassing. Belangrijk voor de ouder wordende persoon, alswel voor de zorgdrager. Het moment van ‘karuna’, diepe compassie.
Bezieling en overgave
Hoe leren we te accepteren dat de controle die altijd voortkwam uit de noodzaak om onszelf te beschermen niet langer van toepassing lijkt te zijn?
De noodzaak om te controleren is ten alle tijden gebaseerd op de angst om onveilig te zijn, het beschermen van de individualiteit. Het ego voelt zich bedreigt als we de controle over ons leven (of dat van een ouder) dreigen te verliezen. Dus hoe berusten we in de realisatie dat het leven niet meer gaat zoals we het gewend waren of waarvan we dachten dat we er zelf de regie over hadden? En als we de regie overgeven, kunnen we dan dankbaar zijn voor ons leven, kunnen we genieten van elk moment die we in het hier en nu nog kunnen ervaren? Kunnen we de liefde van anderen accepteren en koesteren?
En dan het allerbelangrijkste aspect in deze fase van ouderdom, welke de bezieling en de overgave is aan het eindige aspect van dit leven.
Die overgave kan enkel tot stand komen als we met volle teugen en aandacht elk moment van dit leven volledig in- en uitademen. Die bezieling is de onverdeelde gewaarwording dat de ademhaling in feite de geest, ziel, ofwel de spirit is. De adem, die we altijd als vanzelfsprekend aannamen, maar waarvan we uiteindelijk bewust zullen worden dat deze er op een gegeven moment niet langer meer zal zijn. In het Latijn geeft het woord ‘inspirare’ de inademing ofwel de inspiratie van het leven aan, de geest ofwel spirit, welke tijdens de inademing het lichaam bezield, en tijdens de uitademing het lichaam verlaat.
In het boeddhisme is het de aandacht aan de ademhaling – ‘Mindfulness of breathing’ – Ānāpānasati’, die deze 4de fase van het leven zal verdiepen tot een van de rijkste ervaringen die we als mens mogen ervaren. Dat is, als we er geen angst voor hebben, en we geen ernstige ademhalingsproblemen hebben.
In de Ānāpānasati sutta “Breath-Mindfulness Discourse,” geeft de Boeddha inzicht in Mindfulness of Breathing- aandacht aan de adem. MN 118.
‘En hoe, bhikkhu’s, wordt bewuste aandacht gericht op de ademhaling, ontwikkeld en gecultiveerd, zodat het vrucht draagt en van groot voordeel is?’
En de Boeddha sprak:
‘Hij traint als volgt: ‘Ik zal inademen, het bewustzijn ervarend’; hij traint als volgt: ‘Ik zal uitademen, het bewustzijn ervarend.’ Hij traint als volgt: ‘ik zal inademen, het bewustzijn verblijdend’; hij traint als volgt: ‘ik zal uitademen, het bewustzijn verblijdend.’ Hij traint als volgt: ‘Ik zal inademen, het bewustzijn concentrerend’; hij traint als volgt: ‘Ik zal uitademen, het bewustzijn concentrerend.’ Hij traint als volgt: ‘Ik zal inademen, het bewustzijn bevrijdend’; hij traint als volgt: ‘Ik zal uitademen en het bewustzijn bevrijden.’
‘Hij traint als volgt: ‘Ik zal inademen, de vergankelijkheid contemplerend’; hij traint als volgt: ‘Ik zal uitademen, de vergankelijkheid contemplerend.’ Hij traint als volgt: ‘Ik zal inademen, onthechting contemplerend’; hij traint als volgt: ‘Ik zal uitademen, onthechting contemplerend.’ Hij traint als volgt: ‘Ik zal inademen, het uitdoven contemplerend’; hij traint als volgt: ‘Ik zal uitademen, het uitdoven contemplerend.’ Hij traint als volgt: ‘Ik zal inademen, de verzaking contemplerend’; training als volgt: ‘Ik zal uitademen, de verzaking contemplerend.’
Samengevat: Hij traint als volgt: Ik zal inademen en uitademen en het bewustzijn ervaren, de blijheid, concentratie contempleren en ervaren, het bewustzijn contempleren en bevrijden, de vergankelijkheid, onthechting, en het uitdoven contempleren. Ik zal uitademen, de verzaking contemplerend. Waarmee de Boeddha doelt op het niet langer gehecht zijn, en het uiteindelijke verzaken, ofwel loslaten van de adem en het lichaam.
Dit uitademen, en de adem los te laten, kunnen we tijdens elk moment van de dag oefenen. Tijdens mijn training vroeg mijn leraar me elke ochtend: ‘hoe ben je vanochtend wakker geworden…op je in- of je uitademing?’ ‘Satipatthāna’- Mindfulness ofwel volledige aandacht aan de pauze tussen de in-en uitademing is de ruimte waarin we de oneindelijkheid kunnen ervaren.
De vraag dus in deze 4de en spirituele fase van dit leven… kunnen we tijdens dit geestelijk verrijkende deel van ons leven, tijdens het ouder worden en zijn, alles wat op ons pad komt met bewustzijn gadeslaan, de blijheid van dit geleefde leven ervaren en bevrijden? Kunnen we de uitademing contempleren, de vergankelijkheid, en de onthechting observeren en uiteindelijk loslaten? En kunnen we zoals de Boeddha bedoelde, elk facet van ons leven volledig kennen en erkennen, er mededogen voor hebben, en de mogelijke moeilijke periodes leren zien als dat wat ons verrijkte. Kunnen we dit geschenk wat we leven noemen, volledig omarmen en daarmee de geest de bevrijding laten ervaren?