Ik ben geen deskundige op het gebied van de Lotus-Soetra, maar dat hoeft toch ook niet? De soetra brengt mij op allerlei gedachten en die wil ik met lezers van het BD delen. Hoeveel afleveringen deze serie gaat tellen, is pas na de laatste aflevering bekend. Deze keer:
Boeddha straft niet.
Na het vertellen van de parabel over het brandende huis, legt Shakyamuni alles nog eens uit, en herhaalt hij een en ander in gezongen dichtvorm. Dat herhalen was geen hobby van hem, het was noodzaak. In zijn tijd bestonden er geen kleine opname-apparaatjes om zijn woorden vast te leggen zodat je alles thuis op de bank nog eens terug kon beluisteren. Ook reikte niemand een geprinte versie van zijn preek uit. Geen ‘hand-out’ dus. Als je er zeker van wil zijn dat je woorden overkomen en vooral ook beklijven, herhaal je ze en desnoods nóg een keer, bij voorkeur in steeds iets andere vorm. Tegenwoordig waardeert menigeen dat niet, omdat redundantie de betekenis heeft van overbodig en overtollig, maar tegelijk voegt men vaak wél bewust redundante gegevens toe aan digitale datacommunicatie, om fouten aan de zijde van de ontvanger te vermijden. Ook reclamebureaus maken regelmatig gebruik van herhaling met als doel dat de boodschap die zij brengen in het geheugen van de luisteraar blijft hangen. Boeddha snapte dat al. Natuurlijk maken al die herhalingen een soetra langer. Boeddha had zijn leer mogelijk in één korte soetra uiteen kunnen zetten…. maar dan waren er waarschijnlijk maar heel weinig mensen geweest die het gesnapt hadden. De hele parabel van het brandende huis (vorige aflevering) kun je zelfs beschouwen als volkomen overbodig… als je de WET vanaf de eerste keer dat je er kennis van kreeg direct al snapte!
Waar waren we? Boeddha zegt tegen Saripoetra: “Al wat leeft mag je mijn kind noemen. Mijn kinderen zijn alleen niet wijs genoeg om zaken te zien zoals ze in ware gedaante zijn, en daarom moet ik ze redden! Deze wereld is niet veilig voor ze. (…) De aarde is vol verdriet en ellende, (…) Er is er maar één die ze kan redden, en dat ben ik!”
Vergelijk dat eens met (Rom. 8:14) ‘Allen toch die door Gods Geest geleid worden, zijn kinderen Gods!’ Ik denk dan: andere tijd, ander volk, andere cultuur … maar de boodschappen in beide datatransmissies komen met elkaar overeen. Ook Jezus kwam / komt zijn kinderen redden. Toch? Zijn kinderen zagen ruim tweeduizend jaar geleden de zaken alleen niet zoals ze in ware gedaante waren, en spijkerden hem aan een kruis. Zoals ik al zei: andere tijd, ander volk, andere cultuur.
Enfin, aan het einde van zijn dichterlijke herhalingen rond de parabel en alles daaromheen, geeft Boeddha aan waar iedereen die de Lotus-Soetra aan anderen wil overbrengen op moet letten, en wat iemand te wachten staat die negatief over de soetra bericht. Boeddha hamert erop de soetra niet te verkondigen aan lieden die een slechte geestesgesteldheid hebben en somt veertien vergrijpen – zonden – op tegen de geest van de soetra:
- Verwaandheid of hoogmoed: Denken dat je al alles of in ieder geval al genoeg weet, terwijl je er in feite nog niks van snapt. Denk daarbij even aan de komende boeddha Maitreya, die – toen hij nog ‘succesjager was – prachtig soetra’s kon reciteren, zonder echt te snappen wat er precies mee bedoeld werd. Succesjager kwam gelukkig tot inkeer en wordt nu gezien als de volgende Boeddha.
- Verzuim, nalatigheid, luiheid: Dit komt neer op gewoon geen zin hebben in studie, uitstelgedrag (morgen is er weer een dag!) en ga zo maar door. Tegenwoordig lijken sociale media op mobiele telefoontjes zoveel aandacht op te eisen, dat er voor serieuze studie nog nauwelijks tijd is. Onbenulligheden dringen zich op en blokkeren (zelf)reflectie op belangrijker zaken.
- Egoïsme: Je kunt dit ook het ‘ikke, ikke, en de rest kan stikke syndroom’ noemen. Veel mensen vinden dit echter toch wat zwart wit. Ondertussen handelen ze alleen wanneer zij er zelf beter van worden, of in ieder geval niet slechter!
- Oppervlakkigheid: Kijk vooral niet verder dan je neus lang is. Koester de diepgang van een platbodem en graaf nooit dieper dan de bovenste toplaag! Top! En vooral niet nadenken… en al helemaal niet diep nadenken natuurlijk.
- Zinnelijkheid: Het gaat hier over gehechtheid aan alle zinnen. Het moet lekker ruiken. Lekker smaken. Lekker voelen. En het moet er lekker uitzien en lekker in het gehoor liggen. Anders hoeft het niet. En het helpt ook als wat je doet lekker verdient, natuurlijk.
- Onredelijkheid: Gewoon op je strepen blijven staan als je geen gelijk hebt (maar wel macht!). Geen sorry kunnen of durven zeggen, ook niet als je dat eigenlijk zou moeten doen omdat je een miskleun hebt begaan. Bekrompen vasthouden aan duidelijk onjuiste denkbeelden en ga zo maar door.
- Ongeloof, spotten: De soetra niet aannemen (of een andere waarheid als een koe, gebracht in een andere taal en andere vorm) omdat je er eigenlijk geen jota van snapt, of omdat het niet in jouw straatje past. Of zomaar, omdat het conflicteert met eigen aannames.
- Nukkigheid: Niet willen toegeven dat jij er (wellicht?) naast zit en de soetra de schuld geven van bijvoorbeeld tegenslag. Dit is behoorlijk kinderachtig gedrag. “Ik mag ook nooit wat, jullie zijn gewoon te streng” dat soort zaken.
- Twijfel: Het gaat hier niet om wetenschappelijke twijfel, of gerede twijfel, maar om twijfel om de twijfel die toevallig jezelf of iemand anders erg goed uitkomt want… vul maar in. In onze huidige tijd vol nepnieuws, complottheorieën en schuivende denkbeelden is het zaaien van twijfel dé manier om mensen tot van alles en nog wat aan te zetten.
- Laster: Moddergooien. Iemand onderuit halen met halve waarheden of zelfs hele onwaarheden. Oprakelen van zaken die geweest zijn en wonden openrijten. “Het ligt aan hem, haar, hen …”Je hoeft niet eens te vertellen waarom, als je het maar vaak genoeg, luid genoeg en op voldoende verschillende manieren roept, gaan er altijd mensen in geloven.
- Misprijzen: Zet de soetra – of wat dan ook – gewoon weg als achterhaald, kinderachtig, stompzinnig, door debielen bedacht en ga zo maar voort. Wedden dat er daarna mensen zijn die het met je eens zullen zijn? Je gaat er zelf ongetwijfeld zelf ook sterker in geloven, want je hebt nu mensen die het met je eens zijn… toch?
- Haat: Het is niet alleen een verschrikkelijke tekst, die soetra… ook de mensen die de soetra koesteren, overschrijven, verspreiden, aanhalen, onderwijzen … dat zijn allemaal vreselijke types!
- Afgunst: Inplaats van mensen te haten, kun je ook jaloers op ze zijn, vooral als zij de soetra wel lijken te snappen en jij (nog) niet. Je kunt dan misschien gaan denken: als ik niet, dan zij ook niet(!) en daar vervolgens naar gaan handelen.
- Nijd: Pissig worden op mensen die gelukkig zijn in hun geloof. Noem ze ‘softies’ of zo, of ‘halve zolen’, ‘watjes’, ‘zwevers’ en wat al niet meer. Diskwalificeer ze als minder dan jij en de soort waarmee jij wenst om te gaan.
Opnieuw merk ik op dat het overzicht van 14 zonden niet betekent dat het er geen 15, 16 of meer zouden kunnen zijn, of 13, 12 of 11. De Boeddha wil iets duidelijk maken: ga niet lichtvaardig met deze soetra om en neem haar serieus. En let daarbij op jouw eigen geestesgesteldheid en op die van de persoon of personen aan wie jij deze soetra overdraagt. Het is niet zomaar wat!
Wat staat iemand te wachten die één of meerdere zonden uit bovenstaand overzicht begaat. In ieder geval geen straf van Boeddha, want Boeddha straft niemand. Eigenlijk straffen mensen die bovenstaande zonden begaan uiteindelijk zichzelf. Ze binden zichzelf vaster aan hun eigen illusies en roepen door hun eigen domheid meer lijden over zichzelf af. Wie voor zichzelf het licht uitdoet, zet zichzelf in het donker.
(wordt vervolgd)