Waar komen al die gedachten vandaan, die opborrelen als je wilt mediteren en van plan bent alleen maar je adem te volgen?
Hoe kun je ze onderzoeken en wat kun je ervan leren?
Hoe kan inzichtmeditatie de wereld redden?
Deze en andere vragen stelde Robert Wright, evolutionair psycholoog, zich toen hij besloot zich te verdiepen in het boeddhisme en meer speciaal in vipassana-meditatie. Hij volgde diverse lange retraites en sprak met meditatiecoryfeeën, maar haalde ook informatie uit traditionele boeddhistische teksten en uit recent psychologisch onderzoek.
Het resultaat is dit boek ‘Waarom boeddhisme werkt’, dat interessant kan zijn voor wie iets meer wil dan de bekende meditatie-instructies. Wright beschrijft zijn eerste schreden op het meditatiepad en ook enkele bijzondere ervaringen die hij in de loop van de tijd kreeg. Hij erkent met humor dat hij geen “goede meditator” is en in het dagelijks leven geneigd is tot woede, haantjesgedrag en betweterigheid. Maar hij legt ook uit dat al die neigingen worden verzacht doordat hij dagelijks mediteert. En hij legt uit hoe het komt dat wij zitten met verstorende gedachten en, erger nog, met onheilzaam gedrag.
Zoals bij alle levende wezens, is natuurlijke selectie bepalend geweest voor de evolutie van de mens. De vroegste mensen, zeg maar jager-verzamelaars, moesten voortdurend alert zijn op dreigingen, hetzij van buitenaf, hetzij van binnen de groep. Hun brein was zo ontworpen dat ze goed voor zichzelf zouden zorgen, en voor het doorgeven van hun genen. Ze moesten gezond blijven, binnen hun groep sociaal zijn, rivalen vernederen, leden van het andere geslacht vleien en familieleden beschermen.
Deze programmering zit (helaas) nog steeds in ons brein en is de oorzaak van veel hardnekkige gedachten en gevoelens die ongevraagd bij ons opkomen als we zitten te mediteren, maar ook in het dagelijks leven.
Psychologen denken tegenwoordig dat gedachten eerst onbewust zijn, altijd samenhangend met gevoelens, en gegroepeerd worden in modules of sub-zelven die bijvoorbeeld gaan over een partner aantrekken of vasthouden, vriendschap, maatschappelijke status, gezondheid. Na organisatie, of geharrewar in je geest, komt op zeker moment één module als belangrijkste boven. De gedachte in die module komt dan pas in je bewustzijn! Je hebt er zelf helemaal geen invloed op gehad of deze gedachte opkwam, of een andere, of een derde.
De gedachten worden opgestuwd door gevoelens (in de Nederlandse vertaling van dit boek wordt niet gesproken over emoties, hoewel wij misschien wel dat woord zouden kiezen) en dat maakt ze meteen onbetrouwbaar. De gevoelens waren nuttig in de prehistorie, om te overleven en je genen door te geven, maar in de moderne wereld zijn ze grotendeels onheilzaam. Je kwaad maken in het verkeer bijvoorbeeld, of hunkeren naar zoete lekkernijen, had vroeger een functie zoals rivaliteit of overleven, maar tegenwoordig heb je er niets aan.
Daarom is het goed om gedachten die opkomen, te wantrouwen, in de zin dat ze ons kunnen misleiden en meestal niet de waarheid bevatten. De Engelse titel van dit boek, Why Buddhism Is True, verwijst hier ook naar. Dankzij het boeddhisme, en vooral dankzij vipassana-meditatie, kunnen we achter de waarheid komen. We zien dan dat ons beeld van de buitenwereld, en ook ons zelfbeeld, gekleurd of zelfs gecreëerd is door allerlei indrukken, aannames en vooroordelen. Zo wordt het makkelijker om de begrippen anatta (geen zelf) en anicca (onbestendigheid) te duiden.
Zo zegt Wright bijvoorbeeld dat alle dingen en ook personen eigenschappen hebben die gehoord of gezien kunnen worden, door middel van neutrale waarneming. Dingen hebben echter geen essentie. Je kent er zelf een essentie aan toe. Je verzint een verhaal en dat ga je geloven. Daarop baseer je weer andere verhalen, verzinsels en veronderstellingen. Essentie hangt altijd samen met gevoel en daardoor word je vaak misleid. Voorbeeld: je zit te mediteren en je hoort een geluid. Je interpreteert het geluid als komend van een zaagmachine. Je plakt meteen een negatief label op de zaagmachine omdat hij je heeft gestoord in je meditatie. Dat wordt voor jou de essentie van die machine.
Maar ook dingen met een minder duidelijke affectieve lading krijgen van ons een (subtiele) positieve of negatieve essentie toebedeeld. Dit is uitgezocht en bewezen in allerlei psychologische proeven.
Vipassana-meditatie kan ons helpen om de affectieve reacties en oordelen over dingen langzamerhand van de zuivere waarneming af te pellen. Zeer ervaren meditatoren kunnen dingen waarnemen zonder essentie, zij zien “leegte”.
In het hele boek vervlecht Wright op deze manier recente psychologische inzichten met de voorschriften en uitspraken van de Boeddha. Hij doet een suggestie om de wereld te redden door middel van vipassana-meditatie, die voor ons niet direct als een verrassing zal komen.
Wat ik het leukste vond om te lezen, was de uitleg hoe gedachten en gevoelens worden gevormd.
Het opkomen van gedachten heb je niet in de hand. Wat je wel zelf in de hand hebt, is hoe je reageert op je gedachten. Wat je ermee doet. Dat is vipassana. Het hoeft niet tijdens meditatie, het kan ook in het dagelijks leven.
Succes!
Waarom boeddhisme werkt – Robert Wright. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2018. Vertaling: Paul Syrier.
Oorspronkelijke titel: Why Buddhism Is True, uitgeverij Simon & Schuster, 2017.
Tantra Hardrock zegt
Daarom is het goed om gedachten die opkomen, te wantrouwen, in de zin dat ze ons kunnen misleiden en meestal niet de waarheid bevatten.
Maar op welke gedachtes moet je dan wel afgaan? Je maakt toch meestal een beslissing gebaseerd op een gedachte? Je denkt van alles en op basis daarvan maak je een keuze. Als je al die gedachtes gaat zien als ‘gewoon rommel’ wat blijft er dan over? Wanneer misleiden ze je wel en wanneer niet?
Als ik mediteer, ervaar ik gedachtes, herinneringen, emoties en beelden, die door elkaar lopen de hele tijd. Het is voor mij vrij confronterend. Daarom schrikken mensen er voor terug en/of maken ze meditatie belachelijk, denk ik. Het gaat confronterend worden, wat er allemaal door je hoofd spookt.
Ik zeg je eerlijk, na een uur meditatie, merkte ik dat ik huilde. Dit kwam door herinneringen etc. Dit is een beetje persoonlijk.