Idappaccayata betekent ‘de geconditioneerde aard’. Datgene wat voor zijn ontstaan, zijn bestaan en zijn vergaan afhankelijk is van welbepaalde voorwaarden en oorzaken. Het is de term voor het causale principe (Afhankelijk Ontstaan—paticca samuppada) dat de Boeddha ontdekte op de avond van zijn Ontwaken: alle dingen ontstaan en vergaan wanneer bepaalde oorzaken (P. hetus) en voorwaarden (P. paccayas) vervuld zijn. In de suttas wordt dit honderden malen herhaald: ‘Uit dit volgt dat. Uit het ontstaan van dit, komt dat voort. Wanneer dit er niet is, is dat er ook niet. Uit het vergaan van dit, volgt het vergaan van dat’.
Om dukkha te beëindigen, is het nodig dat de dhammanuvatti dit causale principe begrijpt door directe persoonlijke ervaring, niet door toevlucht te nemen tot externe (zgn. ‘hogere’, maar—in werkelijkheid—illusoire) krachten.
De Boeddha zei: ‘ Wie Dhamma begrijpt, begrijpt paticca samuppada. Wie paticca samuppada begrijpt, begrijpt Dhamma.’