Binnen het christendom bestaat meer dan de orthodoxie van ‘Rome’ tot gereformeerd. Er zijn gedeelde spirituele waarden die boeddhisme en christendom verbinden.
Spinozisme, het woord is me het hele afgelopen weekeinde door het hoofd blijven gaan. Het komt door het boek Lotus in de Lage Landen. Daarin wordt beschreven dat boeddhisme werd aangezien voor spinozisme toen het rond het begin van de negentiende eeuw in kleine kring tot Nederland begon door te dringen.
Spinozisme verwees naar het denken van Spinoza, de zeventiende eeuwse Nederlandse filosoof van joodse origine. Spinoza haalde God binnen de dimensie van de wereld. Alles wat we waarnemen is een manifestatie van God, zei Spinoza; niet van een Vader-Schepper die buiten onze dimensie staat, maar alle fenomenen zijn God. God is de substantie van de wereld en materie en geest zijn ‘attributen’ (eigenschappen) van deze substantie.
Boeddhanatuur
Panentheïsme is de filosofische naam voor zulk denken. Bij pantheïsme is alles bezield van een goddelijke natuur terwijl God buiten de menselijke sfeer blijft. Bij panentheïsme is God zelf binnen onze dimensie.
Er bestaat een zekere analogie tussen het panentheïsme van Spinoza en het interzijn van het mahayanaboeddhisme. Niet in alle dharma’s bevindt zich boeddhanatuur, maar alle dharma’s zijn boeddhanatuur. Het een is het ander. Vorm is leegte, leegte vorm. Immanente transcendentie heet dit in het filosofische en godsdienstwetenschappelijke vakjargon. Er bestaat eveneens een overeenkomst tussen Spinoza en Dogen, de zenmeester die vier eeuwen eerder in Japan leefde. Ook voor Dogen was alles boeddhanatuur, niet alleen levende wezens, maar ook bergen en meren. En evenals later Spinoza achtte Dogen de allesverbindende ‘substantie’ mede toegankelijk voor de ratio, het verstand. Het is dan ook niet verwonderlijk dat men in de negentiende eeuw het boeddhisme zoals het toen op grond van de beschikbare bronnen verstaan werd, associeerde met het spinozisme.
Denkramen
Iedere tijd en cultuur neemt boeddhisme op binnen bestaande kaders. In China dachten sommigen dat die Boeddha uit het verre India een soort taoïst moest zijn geweest, toen het boeddhisme daar rond het begin van onze jaartelling serieus wortel begon te schieten. Het historische perspectief van een boek als Lotus in de Lage Landen doet denkramen oplichten die wij misschien niet meteen herkennen, maar die anno nu nog immer sluimeren in ons culturele voorstellingsvermogen. Hoezeer ook orthodoxe gelovigen van ‘Rome’ tot gereformeerd het christendom proberen te monopoliseren, stromingen als panentheïsme zijn even eigen aan ons culturele erfgoed als hun kijk op de werkelijkheid.
We kunnen niet in de geest kijken van anderen, maar het is niet uitgesloten dat sommige mensen in boeddhistische sangha’s in ons deel van de wereld de Dharma verstaan in termen van ons culturele erfgoed, langs de denklijnen van de christelijke orthodoxie of die van het panentheïsme.
In het eerste geval wordt boeddhanatuur onwillekeurig voorgesteld als een vonkje van de kosmische Boeddha: ‘onze Boeddha die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd’. In het tweede geval kom je, zoals gezegd, meer in de buurt van het interzijn. Als je het boeddhisme eroverheen legt, komen deze beide posities ineens een stuk dichter bij elkaar.
Revitaliseren
Is dit allemaal erg? Volgens sommige meer traditioneel ingestelde boeddhisten misschien wel. Maar anderen, zoals de Dalai Lama en Thich Nhat Hanh, roepen in koor dat zich hier juist een kans voordoet.
Er is het nodige wat ze scheidt, maar de christelijke en de boeddhistische cultuur kunnen ook gedeelde spirituele waarden aanboren. Waarom zou je je in vredesnaam het hoofd breken over vreemde begrippen uit een andere cultuur van 1500 tot 2500 jaar geleden wanneer je ideeën die binnen je eigen bereik liggen, kunt revitaliseren? Zo bezien hoef je geen boeddhist te zijn om naar de inspiratie van de Boeddha te leven!
Ujukarin zegt
Op zichzelf mee eens dat er bruggen te vinden zijn, met name met het Mystieke binnen o.a. christendom en Islam/Soefisme.
Maar het argument
“Waarom zou je je in vredesnaam het hoofd breken over vreemde begrippen uit een andere cultuur van 1500 tot 2500 jaar geleden wanneer je ideeën die binnen je eigen bereik liggen, kunt revitaliseren?”
blijf ik bizar vinden als argument om christelijke ideeën te bekijken. Christendom is evenzeer uit een totaal andere cultuur afkomstig dan wat wij hier in de Lage Landen als roots hebben. Namelijk de Keltisch/Germaanse en andere ‘heidense’ denkwijzen. Natuurlijk hebben die wat zwarte bladzijden met bloedvergieten, maar die kent christendom ook en heeft het bovendien nog steeds (denk aan homo-moordpartijen in Afrika uit naam van de Amerikaanse Nashville-ondertekenaars). Maar o.a. het omgaan met de natuur, vol respect en als echte ‘rentmeester’, ligt bij die heidense denkwijzen op een veel hoger niveau dan bij de moderne Westerse religies. Boeddha zou vol respect zijn petje voor hen afnemen. Dus sprekend over lokale inspiratie voor het boeddhisme – geef mij maar 5 druïden en dan misschien nog als het echt moet 1 dominee en een halve pastoor…
Piet Nusteleijn zegt
Wanneer Boeddhanatuur alles is, wanneer alles Boeddhanatuur is…
Wanneer God alles is, wanneer alles God is…
We zijn dus al-één.
Vervolgens alle “theologie en boeddhisme” achter ons laten.
Achterhaald verleden tijd. Voltooid verleden tijd.
Geen onze vaders/boeddha’s meer.
Piet Nusteleijn zegt
Taigu trekt ‘het christelijke geloven’ en het Boeddhisme naar elkaar toe en wijst min of meer op de eenheid van deze religies.
De strijd om het ware geloof, de strijdbijl kan begraven worden. De beide religies als gedachtengoed zijn beperkt en oud.