De Chinese autoriteiten in een door Tibetanen bevolkt gebied van Sichuan dwingen jonge monniken hun kloosters te verlaten en terug te keren naar door de Chinese regering geleide scholen om te leren de samenleving te dienen. Alle monniken die jonger zijn dan 18 jaar in de regio Dzachuka moeten nu terugkeren naar de gemeenschapsscholen waar ze vroeger stonden ingeschreven, zo meldt Radio Free Asia (RFA) op basis van de bronnen in dat gebied.
De Chinese autoriteiten beschouwen de inschrijving van monniken in de kloosters op jonge leeftijd als verlies aan hun gemeenschappen. De autoriteiten vinden dat ze zich niet bij de kloosters mogen aansluiten omdat ze te jong en te onvolwassen zijn en nog niet voor zichzelf kunnen denken.
Ongeveer 20 beginnende monniken van 15 jaar en jonger zijn al verwijderd uit het Jowo Ganden Shedrub Palgyeling klooster in Dzachuka, een gebied in de historische Tibet’s oostelijke regio van Kham. Ze hadden zich ingeschreven voor de cursussen in boeddhistische logica en filosofie.
Ondertussen dwongen de autoriteiten ongeveer 200 beginnende monniken om op 10 juli het Dzachuka Sershul klooster te verlaten, volgens een Tibetaans sociaal media rapport getiteld “Current News Under Red Chinese Oppression: Voelen als sterven.” De kindmonniken die uit de kloosters zijn verdreven zijn nu teruggekeerd naar hun vroegere door de Chinese overheid beheerde scholen in Sershul. Sommigen van hen zijn slechts zeven jaar oud en kwamen uit lokale gebieden.
Als de kinderen volwassen zijn mogen ze terugkeren naar de kloosters, de Chinese overheid zal hen zelfs financiële hulp bieden, zegt een bron. Chinese autoriteiten hebben lang geprobeerd om de grootte en de invloed van Tibetaanse boeddhistische kloosters, traditioneel een focus van de Tibetaanse culturele en nationale identiteit, te beperken. De autoriteiten hebben de aantallen monniken en nonnen in de kloosters beperkt.
Bron RFA.