Vandaag zat ik aan de oever van de Kralingse plas in Rotterdam, lekker in het zonnetje, effe een frisse neus halen. Het was heiig boven het water, de zon kon er amper doorheen komen. In de verte twee molens, in een ervan is mijn moeder geboren.
Ik heb dierbare herinneringen aan dat bos, was deelnemer (en verslaggever) van het in 1970 georganiseerde popfestival. Ging er met vrienden en honden wandelen, een pannenkoek eten bij de Big. En met mijn ouders en gezin in andere locaties als er iets te vieren was. Vandaag was het er zo rustig en vredig.
Een opeens moest ik aan de door een Amerikaanse rechter veroordeelde Donald T. denken. Dat kwam omdat de plek waar ik zat niet ver verwijderd is van de plaats waar op een donkere winternacht, met bevroren wegen, een auto met twee inzittenden, een jonge vrouw en man, een brede vaart inreed, en ondersteboven in het water terecht kwam. Met mijn collega Paul Stolk, met wie ik een persbureau dreef, was ik als eerste ter plaatse. Zag de lichten van de auto onder water en sprong erin.
Het lukte me om de jonge vrouw uit de auto te halen, samen met een politieman die ook ter plaatse kwam en het ijskoude water indook. Nadat de vrouw op de kant stond ging ik terug en trok aan een arm van de man. Hij was dood. Doordat de wagen kantelde kwam hij onder een plankier terecht en de vrouw zat bovenop dat plankier en drukte hem verder naar beneden.
Ik schrijf dit niet om alsnog tot redder van het jaar benoemd te worden, de Willem Barentsz van Rotterdam. Maar om aan te geven dat er situaties zijn waarin je moet handelen. Niet lullen maar poetsen, zeggen ze in Rotterdam. Nee, ik wist toen niks van het boeddhisme, de bodhisattva gedachte. Mijn ouders waren mijn bodhisattva’s, stonden altijd klaar om mens en dier te redden. En door mijn beroep als journalist kon ik dat ook uitoefenen, talloze malen, om een woning te vinden, een baan, je recht krijgen voor gewone mensen, door nalatige overheden onder druk te zetten, daarover te publiceren. Ik weet het, het zijn maar zandkorreltjes op een pad.
Vandaag maakte de veroordeelde T. bekend dat hij alle militaire hulp aan het door Rusland aangevallen Oekraïne opschort, zodat het land zich nauwelijks meer kan verdedigen tegen de Russische agressor. Hij nam dat besluit na de door hem uitgelokte ruzie met Zelensky, afgelopen vrijdag. Maar misschien ook al eerder. Je zou T. nu de dood van talloze Oekraïners kunnen verwijten, hij weet wat de gevolgen zijn van zijn beslissing, die ik misdadig vind. In het Kremlin trekken ze nu champagneflessen open.
Kent het internationale recht ook clausules op grond waarvan T. veroordeeld zou kunnen worden? Nalatigheid in het redden van mensen. Ze als afval te behandelen. Vroeger was er een artikel, ik meen 28, van de politiewet: hulp bieden aan hen die dat behoeven. Er zijn in Nederland ook mensen veroordeeld die niet handelend optraden in zulk soort situaties.
De kwestie is: wie stopt Donald T.?
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie