Het gevaar dat schuilgaat in het reduceren van iets vreemds tot iets wat wij herkennen, is dat van een zekere verdorring, van een verlies van betekenis. Steeds vaker dringt zich de vraag aan mij op of wij de Dharma niet veel meer moeten eren met onze eigen creativiteit.
Het is een verhaal om tranen van in je ogen te krijgen. Een boze prins onttroont zijn vader, de koning, en sluit hem op om hem te laten verhongeren. De koningin echter bezoekt iedere dag stiekem de koning om hem te verzorgen. Wanneer de prins dit ontdekt, trekt hij zijn zwaard om haar te doden, maar hij wordt door zijn adviseurs behoed voor de ongehoorde boeddhistische zonde van moedermoord. Daarop zet hij haar gevangen in de hof van het koninklijk paleis.
De Boeddha, in vergadering bijeen met een grote schare volgelingen, hoort van ver weg de smeekbedes van de koningin om raad over de mogelijkheden om na zoveel onrecht wedergeboren te worden in het Reine Land van het Westen. Op haar verzoek worden door hem enkele bodhisattva’s afgevaardigd om haar bij te staan. Zodra zij arriveren ziet de koningin aan haar geestesoog een stralende Boeddha verschijnen die haar instrueert over de contemplaties die uitzicht bieden op dat Reine Land.
Helder water
“Ga rechtop zitten en richt je naar het Westen, naar de plaats waar de zon ondergaat. Laat de gedachte aan de ondergaande zon in je opkomen totdat je erin geslaagd bent dit beeld in zijn geheel te visualiseren,” zo leert de Boeddha haar de eerste contemplatie aan.
Wat volgt is een hele serie contemplaties met een beeldenrijkdom waar je u tegen zegt. Visualiseer helder water, en, als dat gelukt is, doorzichtig ijs. Visualiseer dan kristal en vervolgens de grond als doorzichtig kristal, steunend op achthoekige pijlers van diamant en andere edelstenen. Duizenden en duizenden lichtstralen beschijnen talloze zonnen, sterren en manen. In het midden licht een toren op met op de bovenste verdiepingen tienduizenden kamers, versierd met muziekinstrumenten die door de acht winden worden bespeeld.
“Je hebt nu een ruw beeld van het rijk van gelukzaligheid dat zich onmogelijk in woorden laat beschrijven,” waarschuwt de Boeddha. “Wanneer je de geest tot rust brengt, kun je het in zijn geheel zien. Dit is de visualisering van de Grond.”
Hierop spreekt de Boeddha tot zijn leerling Ananda: “Bewaar deze woorden van de Boeddha en onderwijs deze methode van het visualiseren van de Grond in het belang van komende generaties die aan het lijden willen ontsnappen. Wie slaagt in deze methode, wordt verlost van de zonden van de samsara in acht miljoen tijden. Wanneer hij sterft, wordt hij wedergeboren in het Reine Land waarover hij geen twijfel meer koestert. Deze contemplatie is de juiste en iedere andere is verkeerd.”
Schitterende paleizen
Weer een contemplatie. Visualiseer nu oneindig hoge bomen die op de grond staan in zeven brede lanen. Hun bladeren en bloemen van edelsteen zenden een veelkleurig licht uit. Erboven hangen netten van parels die honderdduizenden schitterende paleizen dragen, ieder bewoond door met juwelen behangen jongelingen. Al het licht beschijnt een kosmos van landen in de tien richtingen waarin de Boeddha heil brengt. Het spreekt tot mijn verbeelding: dit lijkt wel Shakyamuni ’s sprookjesbos.
In het rijk van gelukzaligheid zijn acht plassen met water van vloeibare edelsteen die zich vertakken in kanalen met een bedding van goud en diamanten. Uit het water dat temidden van de lotusbloemen stroomt, klinken mysterieuze stemmen die vertellen over lijden, onwerkelijkheid, vergankelijkheid, de afwezigheid van ego, de verschillende perfecties en de fysieke en geestelijke kenmerken van boeddha’s. Gekleurde vogels zingen de lof van Boeddha, Dharma en Sangha.
Talloze goden spelen hoog bovenover hemelse muziek. Instrumenten hangen in de lucht en laten stemmen klinken die eveneens Boeddha, Dharma en Sangha bejubelen. “Wie deze visualisering voltooit, raakt bevrijd van het karma van alle tijden en wordt wedergeboren in het Reine Land.”
Dan verschijnt Amida in de lucht, geflankeerd door twee bodhisattva’s, in een massa van licht waarvan het einde niet waarneembaar is. Het licht overkoepelt als een enorme parasol de hele grond, bedekt met bloemen en edelstenen. Het onthult een lotuszetel die steunt op de geloftes van Dharmakara, de bodhisattva die Amida in een eerdere gestalte ooit was. Volgens deze geloftes zal er een plaatsje gereserveerd zijn in het Reine Land voor wie zijn toevlucht neemt tot Amida Boeddha.
Gouden glans
In totaal vermeldt het verhaal dertien contemplaties die lijken op te lopen in complexiteit. Bij de laatste van de reeks moet je Amida Boeddha in gedachten nemen. “Het lichaam van alle boeddha’s is immers een laag die het denken van levende wezens doordringt. Als de geest denkt aan Amida is zij identiek aan deze Boeddha. Geest is Boeddha.”
Het rijk van gelukzaligheid openbaart zich aan het geestesoog. De Boeddha zit op een lotusbloem omgeven door twee bodhisattva’s, Avalokiteshvara aan zijn linkerhand en Mahasthama aan zijn rechter. Alle baden in een gouden glans. Ontelbare lotusbloemen, lichtstralen, stromend water, kostbare bomen, wilde eenden en ganzen laten de Ware Dharma weerklinken aan ons gehoor, zowel tijdens onze meditatie als daarbuiten.
In de stralenkrans rond het hoofd van Amida verschijnen alle historische boeddha’s met een gevolg van bodhisattva’s. Dit, aldus het verhaal, is het stadium van gerichte concentratie, waarin de geest kalm waarneemt hoe zij identiek is aan Boeddha, wat inhoudt: identiek aan grote vriendelijkheid en compassie. Deze visualisering verzekert ons van wedergeboorte ten overstaan van alle boeddha’s aan het einde van ons huidige leven.
Spoorboekje
Dit verhaal is afkomstig uit de zogeheten Contemplatie Sutra, voluit de Sutra over de Contemplatie van Amida. Ik volg de vertaling van Charles Luk in zijn boek The Secrets of Chinese Meditation (1994), maar er is ook een online versie beschikbaar.
De Contemplatie Sutra is een Chinese mahayanasutra, één van de drie sutra’s die centraal staan binnen het Reine Land-boeddhisme. Deze sutra laat zien dat er meer wegen zijn die naar het Reine Land leiden dan het zeggen van de naam van Amida Boeddha of het reciteren van zijn mantra. Ik vertaal en vat samen uit een Engelse weergave van de Chinese brontekst. Het gaat dus om de geest, niet om de letter, maar de lezer heeft een indruk.
Na de uitleg over de contemplaties neemt de verhaallijn van de sutra een wending. Er volgt een driedeling in wedergeboorteniveaus, hoog, midden en laag, elk opnieuw op dezelfde wijze uitgesplitst. Van ieder van deze negen mogelijkheden voor wedergeboorte in het Reine Land worden de specificaties gegeven: als je zus doet, komt je hier uit, en als je zo doet, daar. Het sprookjesachtige verhaal verandert in een spoorboekje en eindigt daar abrupt.
Geschokt
Charles Luk, zelf boeddhistisch monnik en van kinds af opgegroeid in China, schrijft in een toelichting dat hij al in zijn jeugd kennismaakte met de Contemplatie Sutra, maar deze niet kon plaatsen. In zijn beleving vormt deze immers een groot contrast met bijvoorbeeld de diepe, recht toe, recht aan wijsheid van de Diamant Sutra. Zo groot, dat hij de Contemplatie Sutra terzijde legde, geschokt door een voorstellingswereld die hij niet kon rijmen met de boeddhistische rechtzinnigheid.
Pas veel later, vertelt hij, was hij in staat om door de tekst heen te kijken. Dit is zo’n roemrucht pedagogisch hulpmiddel (upaya) van de Boeddha. Mensen die niet in staat zijn de boeddhistische rechtzinnigheid tot zich toe te laten, worden door de Contemplatie Sutra in ieder geval aangemoedigd tot een onwankelbaar geloof in Amida Boeddha. Door zich hierop te concentreren, kunnen zij op hun manier een eenpuntigheid van geest ontwikkelen die ze op de drempel brengt van ware boeddhistische realisatie.
Luk wijst erop dat het verhaal over de contemplaties bol staat van de verwijzingen naar de boeddhistische leer. De Grond is het opslagbewustzijn (alaya vijnana), een voorstelling uit de Yogacara-school. Achthoekige pilaren staan voor het achtvoudige pad. Werelden in werelden doet denken aan de boeddhistische kosmologie zoals deze ook in de Avatamsaka Sutra tot uitdrukking komt. Enz. enz.
En hij is de enige niet die er zo tegenaan kijkt. Zo’n metaforische interpretatie van het Reine Land-boeddhisme kom je bijvoorbeeld ook tegen bij Bassui, de veertiende eeuwse Japanse zenmeester. In zijn verzameld werk wordt hij door vragenstellers aan de tand gevoeld over het Reine Land. Amida, verklaart hij zonder omwegen, is niet anders dan de Ware Aard waar de zentraditie naar verwijst (Mud & Water. The Collected Teachings of Zen Master Bassui, vertaald door Arthur Braverman, 2002).
Verdorring
Bij het vertalen ben ik even terug in de schoolbanken. Als zestienjarige ontcijferde ik het verhaal van Odysseus uit het oude Grieks van Homerus. Daar ging menig uurtje in zitten; dit was geen eenvoudige kost. Ook veel mahayanasutras zijn geen eenvoudige kost. Om tot de eigenlijke betekenis ervan door te dringen, moet je waden door uitgestrekte moerasgebieden vol fantastische beelden en bladzijdenlange opsommingen van namen van volgelingen die zich in het gezelschap van de Boeddha bevinden.
En nu, nu ik een heel stuk van de Contemplatie Sutra vertaald heb, gebeurt er iets wonderlijks. Onvermijdelijk wordt je gemoed beïnvloed door de beeldenrijkdom van de sutra. Dat doet iets met je, met mij in dit geval. Hoezo de sutra reduceren tot zijn ‘eigenlijke betekenis’? Het is juist het detail van licht en weerkaatsing, van werelden op werelden met torens met tienduizenden kamers en muziekinstrumenten waarop de winden blazen, dat je betrekt in het spel van de Dharma met de werkelijkheid. Is het niet omgekeerd: de op het eerste oog ‘vreemde’ beeldtaal is voedsel voor onze geest, zaadjes die neerdalen in het veld als de regen van de Dharma?
Het gevaar dat schuilgaat in het reduceren van iets vreemds tot iets wat wij herkennen, is dat van een zekere verdorring, van een verlies van betekenis. Steeds vaker dringt zich de vraag aan mij op of wij de Dharma niet veel meer moeten eren met onze eigen creativiteit. Berust het hele contrast van ‘subjectieve’ mahayanasutras met de ‘ware leringen’ van het bronboeddhisme niet op een subtiel zelfbedrog van een geest die het zicht op zijn eigen beeldende vermogens uit het oog heeft verloren?
Anderkracht
In een periode waarin verwetenschappelijking en rationalisme hoogtij vieren, erven we een westers boeddhisme waaruit de verbeelding van het verleden grotendeels is weggepoetst. Dit geldt ook voor het eigentijdse mahayanaboeddhisme, dat op zoek naar het pad in de tekst vaak weinig acht lijkt te slaan op de omringende kleurenpracht, terwijl je natuurlijk ook heel wel met ieder willekeurig beeld in het hier en nu kunt verwijlen.
Niet dat wij geen verbeelding kennen. Over duizend jaar zullen mensen zich verwonderen over ons boeddhisme, dat in de quarks en neuronen van de wetenschap naar overeenkomsten zocht met wat het voor zijn eigen wereldbeeld aanzag. Nee, het gaat mij erom dat we ons niet genoeg lijken te kunnen laten raken door de voorstellingen van eeuwen her, en dat we zelf niet méér creativiteit opwekken uit het alomtegenwoordige opslagbewustzijn om recht te doen aan de Dharma. Laat de Anderkracht maar stromen! Zoveel getalenteerde schrijvers, maar een eigentijdse sprookjesbosvertelling van Shakyamuni? Ho maar!
Vandaag maak ik een diepe buiging voor de anonieme auteurs van de mahayanasutras. Niks woord van de Boeddha, bewaard in één van de vele hemelen totdat de mensheid eraantoe was; het is de inspiratie van onbekende scribenten geweest die ons ons de Dharma voorschotelen op de menselijke maat van toen en nu. Ik maak ook een diepe buiging voor de vertalers van boeddhistische sutra’s, voor de Kumarajiva’s en de Paramartha’ s en vele anderen, vaak afkomstig uit de uitgestrekte grensgebieden tussen India en China. Als ik mijn leven kon overdoen, wat zou ik dan graag zo’n vertaler zijn geworden. Vandaag neem ik me voor om vaker boeddhistische teksten in het Nederlands te vertalen, al is het maar uit het Engels. Ik heb al een nieuw projectje op het oog.
Rosa zegt
Bedankt voor je inspirerende stuk, heb je nog meer van deze visualisaties in het nederlands?
Ik hou me aanbevolen.
Met vriendelijke groet Rosa