Ik was erg somber deze zomer over de gezondheid van de planten en struiken op het balkon van de Kloosterbunker. Het begon met de prachtige bijna twee meter hoge dahlia waarvan de bladeren helemaal grijs werden. Bedekt met een poeder. Als het waaide werd de stof verspreid over de andere planten. Bladeren verdorden, stengels werden bruin, ik snoei de dahlia tot de knol af om erger te voorkomen. De vlinderstruik snoeide ik kort maar was binnen twee dagen verschrikkelijk dood, zo leek het. De schuilplaats voor de mezen, een grote groene struik, rijk bloeiend in de zomer, hield het voor gezien. De blaadjes dwarrelden naar beneden. Iets weerhield mij om de struik in te korten of naar de container van de ROTEB af te v0eren. Het was een trieste boel.
Twee weken geleden gebeurde er een wonder waar ik blij van werd. Aan de grote groene struik kwamen jonge blaadjes, eerst helemaal onderin, later ook aan de bovenste takken. Levenssappen. Ook de andere planten herstelden, alleen de vlinderstruik lijkt dood. Er was weer leven, het leek ook een test. Verdriet veranderde in blijdschap.
Voor mij was dit een les, dat je nooit de hoop moet opgeven op een betere toekomst. De planten bewezen het. Zullen mensen volgen? Zich oprichten, opnieuw beginnen? De vreselijke besmetting te boven komen? Met elkaar.
Moge iedereen gelukkig, gezond en vrij zijn. Vrij van leed.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!