Jaren terug rinkelde de telefoon. Mijn schoonzusje aan de lijn. Ze zei: ‘Joop, het spijt me dit te moeten zeggen, maar je zus is dood, overleden aan de griep.’ Mijn zus was herstellende van een medische ingreep en verbleef in een ziekenhuismotel toen de dood zich aankondigde. Ik woonde in het buitenland en mijn schoonzusje zorgde toen voor mijn zus. Ik moest aan dat telefoontje denken nu ik zelf griep heb, nou ja, het is niet mijn griep.
Mijn zus was kampioen in het beledigen van mensen, dat was haar juiste spraakgebruik. Veel mensen, ook familieleden, namen afstand van haar, mijden haar. Ook ik. Later, toen ze al gestorven was, kreeg ik spijt van mijn gedrag. Een mens maakt zich niet zelf en is meer dan zijn daad. Ik had haar in de steek gelaten.
In een lijstje in de Kloosterbunker leeft mijn zus voort. Niet in foto’s maar ik documenten en pasjes die zij tijdens haar leven vergaarde.
Griep kan de metgezel zijn van de dood.
Daarom zeg ik: misschien tot ziens.
Moedig voorwaarts!
Lammert Huizinga zegt
Wat een mooi, eerlijke en open bericht. Chapeau!
Ruud Kenbeek 😎 zegt
Beterschap Joop!
Ik hoop dat je nog lang en in goede gezondheid het BD mag runnen.. 😀🙏
Joop Ha Hoek zegt
uche, uche, kuchje, hatsjie. Dank.