Thijm is dood en wordt vandaag begraven. De afscheidsbijeenkomst is in een truckerscafé in het oosten van het land, best wel ver rijden.
Ik vertrek op tijd. Boeren voeren actie, sluiten snelwegen af met trekkers. Meter voor meter kan ik met tientallen andere automobilisten in de file door het gat in de trekkersrij doorrijden. De boeren kijken plezierig.
De actie en het stilstaan geeft mij tijd om mijn eigen leven te overdenken en de dood van Thijm. Het leven is soms ook traag, verstopt. Ik bel met het truckerscafé, met mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, dat ik mogelijk later kom. Dat is pech, zegt de uitvaartverzorger, als de bijeenkomst bezig is laten we niemand meer binnen. Maar dat hoor ik niet. Uitvaartverzorgers zijn bazig.
Ik bevrijd me uit de gevangenschap van de boeren, de weg erna is vrij en leeg. Ik arriveer als de eerste spreker Thijm herdenkt. Mensen luisteren aandachtig en lachen een enkele maal als er iets grappigs over Thijm wordt gezegd. Ik denk aan de boeren, de opstand, tijd en Thijm. De laatste rit die we allemaal eens zullen maken.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
