De klimaatonderzoekers van de Verenigde Naties, het IPCC, hebben in het zoveelste rapport nogmaals de vinger op de zere plek gelegd. Of beter, geen zere plek, maar heel het leefklimaat is bezig vast te lopen in een groot drama, waar iedereen, alle overlevende soorten – planten, dieren en mensen – mee te maken krijgen. Of eenvoudig gezegd: er moet nu en komende tijd heel veel gebeuren om de opwarming te stoppen. Vrijwel onmogelijk, maar de aarde is een schuitje waar we met z’n allen in zitten. Varen, drijven of zinken? Je zegt het maar.
Doorzeuren hierover helpt niet. De vele initiatieven die in de startblokken staan, net uitgekomen zijn of al in de maak zijn, zijn alle nodig, inclusief een zeer doortastend overheidsbeleid.
Doortastend? Een kolencentrale die toch niet dicht zou gaan, omdat er nu veel mee verdiend kan worden? Een dergelijke houding en beleid moet direct volkomen ‘uit de tijd’ verklaard worden. Direct overheidsingrijpen moet dan maar de oplossing bieden. Het klimaat vraagt om een ander, nieuw, hoger niveau van trefzeker handelen.
Op het niveau van de burger, de nieuwe woontoestanden thuis, is veel financiële en technologische ondersteuning nodig in de veranderingsprocessen. Dát schiet me in de eerste plaats te binnen, als ik over het IPCC-rapport lees. In beroepen van technologische vernieuwing, zeg maar die van de monteurs, en voor de nieuwe duurzame voorzieningen van leven en zorg, zeg maar die van de verpleging, zijn tal van nieuwe voorzieningen, werkplekken en maatregelen nodig. Concreet kunnen je zeggen dat het beroep van de toekomst op Mbo- en Hbo-niveau vooral te vinden is bij jongeren die op een professioneel niveau en gemotiveerd ‘goed sleutelen kunnen’. Met daarbij een goed salaris, veel deskundigheid en met inzicht in de noodzakelijke veranderingen.
Dit biedt extra kansen voor het onderwijs en andere vormen van scholing. En dat niet alleen, er zijn hier bij doortastend handelen ook grote kansen voor de vakbeweging. Werven onder jongeren, hen ook arbeidsrechtelijk stevig scholen en het hele ‘loongebouw’ inclusief reële medezeggenschap goed positioneren.
De IPCC-rapporten moeten heel serieus te nomen worden. Als dat gebeurt zullen de vragen uit de samenleving veelvuldig en veelzijdig zijn. Het is zonneklaar dat er dan veel nieuw geschoold personeel nodig is om de verandering tot in de huiskamer en de tuin door te voeren. Het vergt bovendien doortastende deskundige leiding aan deze processen.
Op verschillende niveaus van beleid en uitvoering moet snel veel gebeuren. Helaas is ook in dat opzicht nog een lange weg te gaan. Twijfel die veranderingen uit te voeren verdient een sterk en genuanceerd tegenantwoord. Per saldo is nog veel mogelijk, de tijd daarvoor is rijp. Varen, drijven of zinken? Je zegt het maar.