In een aantal afleveringen werkt Dharmapelgrim een gedachtegang uit die mogelijk licht werpt op … ja, waarop eigenlijk?
Een gedachtegang is een gedachtegang, en meer is het niet. Wie er meer in wil zien, is vrij dat te doen. Je zult mij niet horen. Toch is het mijns inziens nuttig er op te wijzen dat ik alles behalve de pretentie heb de absolute waarheid te verkondigen. Verre van! En wie denkt dat ik de plank mis sla: er is geen plank!
Geen mens wordt mét een ego geboren! Het lichaam is – als het uit de doos wordt gehaald – uitgerust met alles wat het nodig heeft om te functioneren, inclusief de mogelijkheid om nieuwe programma’s te downloaden. (Dit is een vergelijking, meer niet).
Het ego van een mens kun je vergelijken met een zelflerend programma van een computer. Dit programma wordt door opvoeding “ge-upload” en installeert vervolgens zichzelf in de loop van de eerste levensjaren. De een doet er iets langer over dan de ander, maar daar hebben we het verder niet over. Waar het om gaat, is dat iedereen uiteindelijk het “wgo-programma” op zijn harde schijf (het brein) heeft staan, en opent. Het blijkt al snel een ongelooflijk goed programma te zijn! En het leert zichzelf bovendien van alles aan, zolang het maar voldoende ‘data’ aangeboden krijgt. Na verloop van tijd gaat het eigener beweging op zoek naar ‘data’. En als het daarvan onvoldoende krijgt of vindt, kan het zelfs ‘data’ verzinnen … dat wil zeggen: synthetiseren. Dat is een mooi woord voor: in elkaar flansen.
Zonder ego kom je in de onze moderne cultuur van de 21ste eeuw niet ver. Maar deze ego-cultuur schiet gemakkelijk door. Door fouten in de gemeenschappelijke ‘opvoeding’ van elkaar, leren veel ego’s zichzelf beschouwen als het belangrijkste dat er is. En doordat het zichzelf het belangrijkste vindt, gaat het zichzelf verheerlijken!
Ik ben de beste!
(ook als anderen dat niet zo zien, want velen denken helaas hetzelfde … over zichzelf). Menig ego streeft daardoor automatisch naar macht, middelen en methoden om dé belangrijkste te worden, te zijn én te blijven voor iedereen. Doordat er op de top van de piramide slechts weinig plaats is, ontstaat er onder die top een strijd tussen ego’s die willen opklimmen. Ze maken elkaar zo nodig rücksichtslos af, terwijl de ego’s boven hen hun posities verdedigen. En omdat het natuurlijk ‘beschaafd’ moet zijn, blijven en vooral lijken, grossieren alle ego’s die deze strijd voeren in nobele motieven. Wie goed oplet, ontdekt al snel de waarheid in gezegden als “aan de vruchten herkent men de boom”, en “de grootste Koning is de Dienaar van allen”. Een ego dat zelf op de troon wil zitten, is vooral de dienaar van zichzelf.
Wat de mens nodig heeft is een ego dat dienstbaar is aan de ontwikkeling van de ziel. Het is zeer goed wanneer dat een goed ontwikkeld, sterk ego is… zolang het zijn plaats maar kent en eerbiedigt: niet op maar naast de troon.
De menselijke ziel onderscheid zich in niets van zielen die toebehoren aan andere bewuste wezens, omdat het allemaal draait om ontwikkeling van het bewustzijn. Het “hebben” van zelfbewustzijn is slechts een fase, want de cirkel is pas rond wanneer het zelfbewustzijn inziet dat het zogenaamde ‘zelf’ slechts een illusie is! Wanneer een bewust wezen inziet dat uiteindelijk ook het ‘zelf’ een illusie is, staat het voor een keuze:
- het zelf opgeven, om op te gaan in alles wat is (= CHAOS);
- het zelf opgeven, om op te gaan in het universeel bewustzijn;
- aan het zelf vasthouden, om andere bewuste wezens te helpen in hun ontwikkeling, zodat zij tot hetzelfde inzicht kunnen komen en hun eigen keuzes kunnen maken.
- de definitieve keuze (1, 2 of 3) uitstellen; aan het zelf vasthouden en wachten tot de maalstroom weer grip krijgt.
Opgaan in CHAOS betekent het definitieve einde van het individuele bewuste wezen. Het “ledigt” zich in CHAOS, of “stort zich uit” in CHAOS. Dat is niet erg, want er gaat helemaal niets verloren! Het enige waar een einde aan komt, is de illusie.
Opgaan in het universeel bewustzijn betekent eveneens het definitieve einde van het individuele bewuste wezen, doordat het zich volledig overgeeft aan het laatste, dat groter en grootser is dan het eigen tot inzicht gekomen ‘Zelfbewustzijn’. Er gaat niets verloren, behalve (ook hier) de illusie.
Aan het zelf vasthouden om anderen te helpen tot inzicht te komen, is wat allerlei grote leraren in de loop van de geschiedenis hebben gedaan. Er is voor hen geen noodzaak meer om herboren te worden, waar of in welke gedaante ook. Hun ontwikkeling is ten einde, op die laatste stap na. Dat betekent dat zij ook ontstegen zijn aan wat wij “lijden” noemen. Het is hun diepst verlangen ook anderen uit hun lijden te verlossen; niet door ze af te maken, zoals mensen hun huisdieren en soms elkaar uit het lijden verlossen, maar door hen te helpen het inzicht ontwikkelen dat lijden louter op illusie berust, en dat illusies lijden veroorzaken.
Een ander soort keuze die een bewuste ziel kan maken, is die om nergens voor te kiezen. De ziel verblijft dan buiten de tijd en enige locatie tot de ziel óf alsnog voor een andere optie kiest, óf: tot de maalstroom weer grip op de ziel krijgt. Als dat laatste plaatsvindt, gaat de ziel weer mee in het rad van geboren worden en sterven. Doordat de ziel zich buiten de tijd en enige locatie bevond, kan de nieuwe geboorte zowel “onmiddellijk” als in de verre verre toekomst liggen (naar menselijke maatstaven gemeten) of zelfs (tijd bestaat immers niet!) voor ons menselijk gevoel “in het verleden”. Theoretisch kan iemand dus meerdere levens tegelijk leven… Dat is minder bizar dan het lijkt. Wanneer je aanneemt dat alles wat wij kennen op illusie berust, is niets onmogelijk.
Samenvattend kun je stellen dat alles wat bij ons als werkelijkheid overkomt, op illusie berust. Ondertussen ervaren wij de werkelijkheid waarin wij leven als echt. Daar is helemaal niets mis mee, en het biedt ieder van ons zeer zeker een heleboel mogelijkheden om ervaringen op te doen. Zolang het leuke, prettige, gelukkig makende ervaringen zijn, vinden de meeste mensen dat wel best. Ze vinden het daarentegen zelden best wanneer zij vervelende, nare, ongelukkig makende ervaringen opdoen. Het is echter onmogelijk om ergens alleen “bovenkanten” en nergens “onderkanten” te hebben, of alleen maar “linkerkanten” en nergens “rechterkanten”. Of wacht… dat kan wel … maar alleen als beide kanten verdwijnen. Maar dát inzicht is nogal ontnuchterend. Daar willen velen niet aan. Dus blijven de meeste bewuste wezens streven naar alles wat hen gelukkig maakt, en mijden zij alles wat hen ongelukkig zou kunnen maken … als de pest!
Als je door begint te krijgen hoe de vork in de steel zit, ontdek je vanzelf dat alles maar dan ook ALLES één is. En met alles bedoel ik ook echt alles in zowel de zichtbare als onzichtbare werkelijkheid. Daaruit volgt automatisch dat wat je een ander wezen aandoet, je ook jezelf aandoet! Moet ‘het kwaad’ altijd manifest worden? Nee! Maar de mogelijkheid van ‘kwaad’ kun je nooit voor eens en altijd uitsluiten of uitbannen. Alles wat je doet of laat heeft gevolgen. Laat het ‘goede’ gevolgen zijn… de mogelijkheid van ‘kwaad’ hoef je niet om te zetten in iets dat ‘concreet’ is. En dan nog? Wat is goed? Wat is kwaad? Is niet alles gewoon wat het is?