Mijn leermeester Jan van Baal omschreef mythe als ‘een religieuze waarheid in verhaalvorm’. De volgende mythe zou kunnen bestaan.
“Vóór alle tijden was de taal er nog niet om alles en iedereen te benoemen. Veel was nog onduidelijk..
Als bron van leven had God zichzelf wel alvast een moederlijke identiteit toegedacht. Maar veel verder was Ze met zichzelf nog niet gekomen. Ze dacht tijdloos na over de vraag wat voor god Ze zou willen zijn. En verder wist Ze niet wat Ze aan moest met die ene scheppingsdag die Ze nog voor de boeg had. Had het één misschien met het ander te maken?
Haar zelfgesprek had intussen maar liefst drie Zelven opgeleverd, een soort heilige drieëenheid. Die drie vroeg ze om advies.
Aan haar Eerste Zelf vroeg de Vrouwe God of Ze niet gesprekspartners nodig had die met haar mee zouden kunnen denken. Dieren leken wel te kunnen denken, maar meedenken, nee – al leken die apen wel slim.
Het Eerste Zelf antwoordde dat de Vrouwe God er maar een diersoort bij moest bedenken. Er zat nog wel wat rek in de evolutie. Als die primaten zo slim waren, was een superprimaat misschien een ideetje? Die zou dan veel meer betekenissen moeten kunnen bedenken dan alle slimme apen bij elkaar. Natuurlijk niet helemaal zoals de Vrouwe God zelf dat kon, maar toch wel een aardig eindje in die richting. Bijna goddelijk, bij wijze van zeggen.
De Vrouwe God vond dat wel een goed plan, al zag Ze aankomen dat dat ‘bijna’ wel eens vergeten zou kunnen worden.
Dit vermoeden legde Ze voor aan haar Tweede Zelf. Gaf Ze met die superprimaten de regie niet een beetje uit handen? Wie onbeperkt zin kan geven, wil vroeg of laat zoals Zij zijn. Een god in het diepst van eigen gedachten. Als zo iemand dan ook nog op het idee kwam van een vrije wil, wat bleef er dan van háár wil nog over? Liep het dan niet goed fout?
Haar Tweede Zelf hield een lange preek die er samengevat op neer kwam dat goddelijke gedachten sowieso welkom zijn en dat die vrije wil gepaard kan gaan met een groot verantwoordelijkheidsgevoel.
De Vrouwe God vermoedde dat als het niettemin fout zou gaan, Zij als schepper de schuld zou krijgen.
Een laatste probleem legde Ze voor aan haar Derde Zelf. Als die nieuwe soort er kwam, zou dat vermogen tot zingeving voor veel verschil tussen de superprimaten zorgen. En houd die boel dan maar eens bij elkaar…
Nu glimlachte het Derde Zelf. ‘Jij houdt toch van creativiteit?’ zei ze.
De Vrouwe God dacht nog weer tijdloos na en trok toen haar conclusies.”
Dat hebben we geweten.