In ieder mens leeft een diep oorspronkelijk deel — het authentieke kind. Open, gevoelig, vol levenslust en verbondenheid. Maar zodra we gaan leven in een wereld met anderen, met verwachtingen en grenzen, gebeurt er iets onafwendbaars: de strateeg ontstaat.
De strateeg is niet iets wat soms ontstaat. Hij ontstaat altijd.
Hij is de natuurlijke reactie op het bewustzijn van afgescheidenheid. Hij helpt ons functioneren, navigeren, beschermen. Hij ontwikkelt het gevoel van een ‘ik’ dat zich in een wereld staande moet houden. De strateeg is de bouwer van dualiteit. Een hulpmiddel. Het authentieke kind en de strateeg — in ons model twee interne kinderen — ontdekken samen de wereld, beschermd door de opvoeders.
Maar wanneer het leven aanhoudend pijn doet — wanneer het authentieke kind zich afgewezen, onveilig of onzichtbaar ervaart — treedt er een verschuiving op. De strateeg probeert het nog even op zijn manier, maar als het te veel wordt, verandert hij van gedaante. Hij wordt de overlever.
De overlever neemt het over. Niet als helper, maar als regisseur. Hij wil koste wat kost voorkomen dat je opnieuw gekwetst wordt.
Hij gelooft bijvoorbeeld:
– dat je niet genoeg bent
– dat je het alleen moet doen
– dat kwetsbaarheid tonen gevaarlijk is
– dat controle over gevoelens en situaties veiligheid garandeert
De overlever leeft in angst. In spanning. In afgescheidenheid.
Waar afgescheidenheid aanvankelijk een hulpmiddel was voor het authentieke kind — in samenwerking met de strateeg als assistent — gaat het bij de overlever om overleven. Later, als we volwassen zijn, wordt de stem van de overlever vaak verward met de stem van volwassenheid of verantwoordelijkheid. Maar het is een verdedigingsreflex, geboren uit nood.
Het eerste keerpunt in innerlijke bevrijding
…is het herkennen en doorzien van de overlever. Wanneer je merkt: dit is niet wie ik ben als volwassene, maar een innerlijk patroon, dan ontstaat ruimte. Ademruimte. Je reageert niet meer automatisch. Er komt een keuzemoment.
Maar dan, of daarnaast, volgt een subtielere stap. Waar de psychologische ruimte ontstaat door het doorzien van innerlijke patronen, opent zich soms ook iets dat verder reikt — een stilte waarin geen ‘ik’ meer hoeft te bestaan. Of beter gezegd: een ervaring waarin het idee van een afzonderlijk ik tijdelijk oplost. Niet permanent — en dat hoeft ook niet.
De subtiele stem van de strateeg
Als de overlever verzacht, kan hij terugkeren naar zijn oorspronkelijke vorm: de strateeg.
Een behulpzame, dienende rol in het interne gezin. Eentje die zorg draagt om zo goed mogelijk tot uiting te brengen wie je in wezen bent — ook in je relaties.
De strateeg is geen vijand. Hij is een noodzakelijk deel van ons functioneren — zolang hij niet regeert, maar dient. In evenwicht met het open, authentieke deel helpt hij ons betekenis geven, reflecteren, richting kiezen.
Maar wanneer hij aan het roer komt te staan, verwarren we zijn denken met wie we zijn.
Dan verandert zijn steun in controle, zijn helderheid in beperking.
De strateeg is ook de innerlijke concept-maker.
Hij benoemt, vergelijkt, analyseert, denkt. Hij maakt een verhaal van het leven.
En ook hij houdt het gevoel van een ‘ik’ in stand — een ik dat zichzelf voortdurend positioneert ten opzichte van de ander. Of moeten we zeggen: het andere?
Zolang we de strateeg niet doorzien, blijven we leven in dualiteit.
Non-dualiteit ervaren vraagt dus twee stappen:
- Het doorzien van de overlever, die uit angst regeert.
- Het doorzien van de strateeg, die uit gewoonte de werkelijkheid opdeelt in ik en de wereld.
Pas wanneer ook die diepere laag wordt herkend als tijdelijk, relatief en niet-essentieel, kan het zelf-gevoel wegvallen. Niet omdat je iets bereikt, maar omdat iets oplost. Wat overblijft is geen leegte, maar openheid. Stilte. Direct ervaren. Geen subject of object. Geen ik of ander. Alleen wat is.
In non-dualiteit kunnen we niet permanent verblijven
Dat is ook niet de bedoeling. We leven nu eenmaal als mens met gedachten, taal, keuzes en relaties. De strateeg is dus geen vergissing, maar een hulpmiddel. Wat je wél kunt doorzien, is dat hij niet het geheel is — niet de waarheid, maar een bril waardoor we kijken.
De Amerikaanse lerares Gangaji — een stem uit de non-duale traditie — verwoordt dit eenvoudig en krachtig:
“Simply stop. Stop trying to fix yourself. Stop trying to get somewhere.”
Ze wijst op wat ze noemt de diepste vrede die altijd al beschikbaar is —
wanneer we niet langer proberen, maar stoppen met zoeken. Wanneer zelfs de subtiele beweging om ‘iemand te zijn’ wordt doorzien.
De gedachten van de overlever en de schema’s van de strateeg zijn als wolken die tijdelijk de hemel bedekken. Maar de lucht daarachter — helder, vrij, open — was er altijd al.
De oefening is dus niet om iets in jezelf te bevechten,
maar om liefdevol te herkennen:
De overlever als een kind dat bang is.
De strateeg als een trouwe helper die denkt dat hij de wereld moet uitleggen.
Laat ze naast je zitten. Kijk. Luister. Ontspan.
Dan ontstaat er ruimte. Voor jezelf. Voor de ander. Voor het leven zelf.
Soms psychologisch bevrijdend. Soms diep spiritueel.

Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland. Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.
Geef een reactie