Naar aanleiding van de verschrikkelijke gebeurtenissen in Parijs waar drie extremisten bijna twee weken geleden een bloedbad aanrichtten waarbij zeventien onschuldige mensen en zijzelf om het leven kwamen, is de laatste weken een discussie op gang gekomen over de –grenzen van – vrijheid van meningsuiting. En dat is goed. Vrijheid van meningsuiting betekent in een democratie ook het recht op informatie, je kunt je pas uiten over kwesties als je daar kennis van draagt. Anders leef je het leven van een mens die in een bunker opgesloten zit. Een hersendode. Geen artikelen, geen meningen, geen cartoons. Geen Kalasjnikovs en executies.
Het vreemde is dat die vrijheid van meningsuiting, het recht op informatie, door de Franse en Belgische autoriteiten met voeten getreden wordt waar het gaat om informatie over de wijze van uitschakelen van mannen die er van verdacht worden vreselijke dingen te hebben gedaan, namelijk het in koelen bloede vermoorden van onschuldige mensen. Deze autoriteiten gedragen zich als Big Brother, de almachtige, de alwetende, de alleenheerser en wij nemen genoegen met hun: geen commentaar. Vorige week zag ik op de tv de Belgische minister Jambon die naar aanleiding van de gebeurtenissen in het Belgische Verviers en in antwoord op een vraag van een Nederlandse journalist glimlachend antwoordde dat de zaak daar mooi gekuist was. Schoongemaakt. Zo omschreef hij de dood van twee mannen die in een vuurgevecht met Belgische veiligheidsdiensten werden doodgeschoten. Gekuist. De journalist vroeg niet verder, niemand vroeg verder.
De dag na de moorden in Parijs, op de stagiaire van de Franse politie, de klanten van de Joodse supermarkt en de medewerkers van het satirische blad Charlie Hebdo, werden de broers Kouachi- verdacht van deze vreselijke feiten, door de politie of veiligheidsdiensten doodgeschoten toen ze ‘al schietend de drukkerij verlieten waar ze zich hadden verschanst’. Zestigduizend politiemensen waren er op de been om de twee mannen op te sporen en voor de rechter te brengen. Zoals in een rechtsstaat normaal en gebruikelijk is. Frankrijk en België zijn landen waar nog steeds- in dit geval een jury en een rechter oordelen over iemands schuld. Dat recht hebben we als burgers gedelegeerd om volksgerichten en blinde woede en wraakzucht te voorkomen. Vrouwe Justitia met de blinddoek voor. Niet de rechter maar zwaarbewapende politiemensen en/of militairen velden en voltrokken het vonnis.
Journalisten vroegen niet verder, niemand vroeg verder.
Misschien kon het niet anders. Niemand weet of het doodschieten van de vijf mannen-drie in Parijs, twee in Verviers, te voorkomen was geweest. Omdat er geen informatie over is en alleen maar vragen rijzen. Waarom werden de twee mannen die ‘al schietend’ uit de drukkerij renden niet uitgeschakeld door goed opgeleide scherpschutters? Waarom gebeurde dat ook niet in Verviers? Was de situatie er niet naar. Er waren toch goed geoefende en uitgeruste ‘speciale eenheden’ aanwezig. We weten het niet, er is gekuist. Eenieder zou voor de wet gelijk moeten zijn: ook terroristen. In dit geval verdachten, tot de rechter heeft gesproken. Zo zou het moeten zijn in een Europa waar miljoenen mensen de straat opgaan om vrijheid van meningsuiting te verdedigen. We zijn aangeland op het niveau van het kuisen van mensen en niemand maakt zich er druk over. Niemand wil weten wat de waarheid is.
Maxim zegt
Mee eens. Het Westen mag haar rechtstatelijkheid niet uitruilen voor wraakgevoelens. Waarom geen slaapgas in het gebouw schieten of iets dergelijks? Ook krijgen de nabestaanden van de slachtoffers krijgen nu geen antwoorden of kansen deze mensen in de ogen te kijken.
.
Ik had dezelfde teleurstelling na de ontluisterende lynchpartij van Khaddafi. Gemiste kans op waarheidsvinding (waar sommige westerse regeringen overigens niet rouwig om zijn).
Han zegt
Inderdaad is het vreemd en niet echt journalistiek dat er geen vragen worden gesteld. Mij lijkt het dat door het doodschieten van deze heren je automatisch martelaren van ze maakt, gezien hun geloof, en moet je ze op een geheime plaats begraven, zoals ik in een ander artikel heb gelezen op deze site. Mag ik oordelen……….
Nic Schrijver zegt
Politie en militairen zijn uiteraard gebonden aan protocollen.
Ze mogen niet iedereen neerschieten!
Als er niet volgens dat protocol wordt gehandeld kunnen agenten en soldaten vervolgd worden.
Het uitzonderlijke aan de politie macht is dat ze een monopolie hebben op geweld.
Het idee daarvan is dat niet iedereen elkaar gaat neerschieten maar dat je de politie inschakeld in dreigende situaties zodat kalamiteiten niet verworden tot nog grotere chaos door geweldadig ingrijpen van vele omstanders.
Joop Ha Hoek zegt
Dat is volkomen duidelijk, Nic, er is een geweldsinstructie voor de politie. De vraag is: is die nageleefd en wie controleert dat in alle openbaarheid. Nu zijn er bij twee politieacties (in vredestijd) twee keer twee verdachten gedood. De overheid is er om geweld te beteugelen en moet er alles aan doen om dat in de praktijk uit te voeren. En niet de boel kuisen. Dank je wel voor je reactie.
Nic Schrijver zegt
Een minister neemt het woord ‘kuisen’ in zijn mond en het lijkt er voor mij op dat de agent op straat of iedereen die betrokken is bij dit soort acties het ziet als kuisen. Dat lijkt me niet.
Meestal zie je dat informatie over de hanselingswijze en instructies pas veel later komen (denk aan de treinkapingen van molukkers en de instructies voor de mariniers)
Dit heeft volgens mij alles te maken met prioritieten voor de staatsveiligheid.
Als de bevolking nu ook nog de straat op gaat om het handelen van de politie en militairen is het einde zoek.
Sjoerd zegt
Het uitschakelen zonder te doden is minder eenvoudig dan dat op tv lijkt. Democratische controle moet er zijn.
Opkuisen is in een spannende situatie een Vlaamse term die ik niet genuanceerd, maar wel begrijpelijk vind.