De Europese geschiedenis van de 20ste eeuw toont op een pijnlijke manier aan dat samenlevingen en democratieën ten onder kunnen gaan. De geschiedenis herhaalt zich niet, maar onderwijst en waarschuwt. In zijn boekje On tyranny trekt historicus Timothy Snyders twintig historische lessen uit de turbulente vorige eeuw. Dit korte artikel gaat over enkele van zijn lessen.
Het kleinood heeft sinds het verschijnen in 2017 niets aan belang en actualiteit ingeboet. Integendeel zelfs, getuige bijvoorbeeld het artikel van Michael Persson in De Volkskrant van 6 januari naar aanleiding van de geweigerde spotprent van Pullitzerprize-winnaar Ann Taelnas voor The Washington Post. Zij toonde vier knielende miljardairs plus Mickey Mouse voor een standbeeld van Donald Trump, sommigen met zakken geld. Een van hen is Amazon-baas Jeff Bezos, die een miljoen dollar beloofde voor het inauguratiefeestje van Trump. Bezos is toevallig ook baas van de Post. Greep hij in, of is het zelfcensuur? Wie zal het zeggen. ‘Bezos is niet de enige met zijn cadeautje van een miljoen aan Trumps inauguratiefonds’, schrijft Persson.
Les 1 Gehoorzaam niet bij voorbaat
Een groot deel van de macht van een autoritair bewind wordt uit vrije wil gegeven en vaak op voorhand. Dit noemt Snyder een tragedie. Hij vermeldt diverse voorbeelden. In 1938 zat Hitler stevig in het zadel en dreigde Oostenrijk in te lijven. De Oostenrijkse kanselier Kurt Schuschnigg trad af en Oostenrijkse nazi’s begonnen Joden op te pakken en te vernederen. Ze werden gedwongen symbolen van het onafhankelijke Oostenrijk van de straat weg te schrobben.
Tijdens de Duitse inval in de Sovjet-Unie in 1941 bedacht de SS uit eigen beweging methoden voor massamoord. ‘Ze voelden aan wat hun meerderen wilden en lieten zien wat mogelijk was. Veel meer dan Hitler dacht.’
Les 2 Verdedig een instituut
Instituties helpen de samenleving fatsoenlijk houden, maar kunnen zichzelf niet verdedigen. De auteur roept op u op om u sterk te maken voor het instituut dat u belangrijk vindt.
Instituties, bijvoorbeeld een rechtbank, een krant of een vakbond blijven niet uit zichzelf overeind bij directe aanvallen. Tegen het einde van 1933 was Duitsland een eenpartijstaat waar door de Gleichschaltung alle belangrijke instituties schimmen van zichzelf waren geworden.
Les 3 Verhinder de eenpartijstaat
‘De partijen die hele landen omvormden en concurrenten onderdrukten waren niet van meet af aan almachtig’, aldus de auteur. Ze grepen de historische kans om hun tegenstanders uit te schakelen.
Sommige Duitsers die in 1932 op de nazi’s stemden wisten toen niet dat dit voorlopig de laatste verkiezing was. Hetzelfde gold voor sommige Tsjechen en Slowaken die in 1946 op de communisten stemden. ‘Steun het meerpartijenstelsel de verdedig de regels van democratische verkiezingen’, is het motto van Timothy Snyder.
Les 4 Vergeet uw beroepsethiek niet
‘It is hard to subvert a rule-of-law state without lawyers, or to hold show trials without judges. Authoritarians need obedient servants, and concentration camp directors seek businessmen interested in cheap labor’, OT bladzijde 38.
Hans Frank was voor de Tweede Wereldoorlog de persoonlijke advocaat van Hitler. Hij werd de gouverneur-generaal van bezet Polen, zijn bijnaam was ‘de slachter van Polen’. In oktober 1946 werd hij ter dood veroordeeld vanwege oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. De jurist beweerde dat de wet in dienst stond van het Arische ras. Hiermee dachten Duitse juristen zich vrij te kunnen pleiten in plaats van de veroverings- en vernietigingsprojecten van de nazi’s te verhinderen.
Arthur Seys-Inquart was ook jurist en leidde de annexatie van Oostenrijk. Hij werd hierna rijkscommissaris van ons land. Veel commandanten van de Einsatzgruppen, die massamoorden pleegden op Joden, Roma, de Poolse adel en communisten waren ook jurist.
Duitse en andere artsen voerden verschrikkelijke medische experimenten uit in de concentratiekampen. Zakenlui van bijvoorbeeld IG Farben maakten gebruik van de slavenarbeid van gevangenen in concentratiekampen, Joden in getto’s en krijgsgevangenen.
‘Als leden van een beroepsgroep hun specifieke ethiek verwarren met de emoties van het moment, dan kunnen ze dingen gaan doen en zeggen die ze eerder voor onmogelijk hadden gehouden’, concludeert de auteur.
Les 5 Ga op onderzoek uit
Snyder schrijft: ‘U bent een individu dankzij uw vermogen om feiten te onderscheiden, en we zijn een samenleving dankzij ons collectieve vertrouwen in algemene kennis. Het individu is ook de burger die bouwt aan zijn maatschappij. De leider die een broertje dood heeft aan de onderzoekers is een potentiële tiran.’
Toen Hannah Arendt in 1971 stilstond bij de leugens in de Verenigde Staten over de oorlog in Vietnam, troostte ze zich met de gedachte dat in een vrije samenleving onwaarheid het zou afleggen tegen de kracht van de feiten. Zelfs met behulp van de computer zou een leugenaar er volgens haar niet in slagen ‘de onmetelijkheid van feitelijkheden te bedekken.’ Dit klopt volgens de historicus niet langer. Op het internet zijn er groepen met uitgesproken ideeën over de wereld, die ‘niet vies zijn van manipulatie.’
Net als mensen met andere beroepen zijn journalisten niet perfect. Het werk van degenen die de journalistiek hooghouden is echter van een andere kwaliteit dan van degenen die dit niet doen. Onderzoek doen en schrijven kost veel tijd en geld. Daarom is het vreemd dat ons nieuws gratis moet zijn, maar een loodgieter of automonteur niet.
Timothy Snyder citeert vervolgens Václav Havel op bladzijde 77 van de Nederlandse vertaling van zijn boek: ‘Als de belangrijkste pijler van het systeem een leven in leugens is, dan is het niet verwonderlijk dat de grootste bedreiging ervan een leven in waarheid is.’ Als we op zoek zijn naar feiten, dan is internet een machtig instrument. Als we ernst maken met de zoektocht naar feiten, kunnen we zelfs een kleine revolutie ontketenen in de werkwijze van het internet.
Les 6 Geloof in de waarheid
‘Als er niets waar is, kan niemand kritiek op de macht uitoefenen omdat daarvoor geen basis is. Als er niets waar is, wordt alles spektakel. De grootste portemonnee betaalt voor het meeste licht.’
De Roemeense toneelschrijver Eugène Ionescu beschreef hoe hij meemaakte dat de ene na de andere vriend afgleed en fascist werd. Dit inspireerde hem tot het schrijven van zijn absurdistische toneelstuk Le Rhinocéros, waarin slachtoffers van propaganda veranderen in reusachtige neushoorns.
Ionescu schreef over zijn eigen ervaringen: ‘Professoren, studenten en intellectuelen werden nazi, werden IJzeren Gardisten, de een na de ander. In het begin waren ze beslist geen nazi’s. We kwamen met zo’n vijftien man bij elkaar om te praten en om argumenten tegen die van hen te bedenken. Dat was niet gemakkelijk… Zo nu en dan zei een van onze vrienden: ‘Ik ben het zeker niet met hen eens, maar ik moet toegeven dat ik toch op sommige punten, bijvoorbeeld de Joden…’ et cetera. En dat was een symptoom. Drie weken later was die jongen nazi geworden’, bladzijde 67.
Les 7 Blijf kalm als het ondenkbare gebeurt
‘Moderne tirannie is terreurmanagement. Als de terreuraanslag komt, bedenk dan dat autoritaire regimes zulke gebeurtenissen aangrijpen om hun macht te vergroten.’
De regering van Hitler was hoofdzakelijk langs democratische weg aan de macht gekomen. De Rijksdagbrand van 22 februari 1933 was echter het moment waarop de regering het gevaarlijke naziregime werd. Op 23 maart nam het nieuwe parlement een ‘machtigingswet’ aan, waardoor het zichzelf feitelijk ophief en tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog de noodtoestand heerste. Snyder schrijft: ‘Het is het archetype van terreurmanagement.’
De auteur noemt de hedendaagse autoritaire regimes ook terreurmanagers, die hoogstens iets creatiever zijn. Poetins machtsovername werd mogelijk door ‘het management van echt, nep- en dubieus terrorisme.’ Hij misbruikte de echte terroristische aanslag van 2002 op een theater in Moskou om de vrije televisie te knechten. De belegering door terroristen in 2004 van een school in Beslan leidde tot de afschaffing van gekozen districtsgouverneurs.
‘De les is dat onze natuurlijke angst en verdriet niet de weg mogen vrijmaken voor de vernietiging van onze instituties.’ Snyder vervolgt op bladzijde 107 van de vertaling dat ondanks de angst en het verdriet het belangrijk is dat ‘je terreurmanagement direct herkent en je ertegen verzet, vanaf het moment van de aanslag, juist wanneer dat het moeilijkst lijkt om te doen.’
Conclusie
On Tyranny is een handzaam en zeer leesbaar boekje waarvan de inhoud alleen maar urgenter is geworden. Zij die dachten dat het destijds ‘niet zo’n vaart zou lopen’, kwamen bedrogen uit. Het boekje van Snyder is ook een aanklacht tegen politiek cynisme, dat iets anders is dan kritisch zijn.
Geef een reactie