• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Tiende jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • André Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Eelco van der Meulen
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
  • Privacy

De Verhevene over de slacht en het eten van vlees

29 mei 2018 door André Baets

Evam me sutam’, aldus heb ik gehoord.
Deze woorden werden uitgesproken door Ananda, de neef en persoonlijke verzorger van de Boeddha. Volgens de traditie had hij een uitzonderlijk geheugen en reciteerde hij, tijdens het eerste concilie dat vlak na de dood van de Boeddha werd gehouden, alle leerredes.
Evam me sutam is dan ook, traditiegetrouw, de aanhef van elke sutta in de Pali-Canon.

Jivaka-Sutta  MN 55.

Deze sutta is de kortste (amper drie bladzijden) uit de 152 sutta’s tellende Majjhima-Nikaya, de verzameling middellange leerredes van de Boeddha.(1)

De Boeddha verweert zich tegen de beschuldiging dat hij vlees zou eten van dieren die speciaal voor hem geslacht worden. Hij zegt dat ook zijn leerlingen dat niet doen en zet de regels voor de Orde over het eten van vlees uiteen. Hij wijst er verder nog op dat zijn monniken de brahmavihara’s beoefenen en daardoor niet geneigd zijn zichzelf of andere levende wezens te schaden.

Op een keer verblijft de Boeddha in Rajagaha, in het Mangobos van de hofarts Jivaka. Tijdens een ontmoeting zegt de arts tot de Verhevene:

“Het volgende heb ik gehoord, Heer: “Ze slachten dieren voor de asceet Gotama. De asceet Gotama eet dat vlees, wetend dat het speciaal bereid is voor hem en dat het dus een bewuste daad is.” Spreken zij die dat zeggen de waarheid of beschuldigen zij u valselijk? Geven zij een juiste voorstelling van uw Leer?”

“Degenen die dat zeggen, Jivaka, geven mijn woorden niet juist weer. Zij beschuldigen mij daarentegen valselijk, onterecht.”
“In drie gevallen mag vlees niet gegeten worden [en mag een monnik het voedsel dus weigeren]: Wanneer men gezien heeft, gehoord heeft of vermoedt dat het dier speciaal voor hem geslacht is.

In drie gevallen mag het vlees wel gegeten worden: wanneer men niet gezien heeft, niet gehoord heeft of niet vermoedt dat het dier speciaal voor hem geslacht is.”

De Verhevene verklaart zich nader door volgende vergelijking:

“Stel dat een monnik dichtbij een of ander dorp of stadje woont. Aldaar doordringt hij de hele wereld langdurig, overal, alom met een geest vervuld van liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid, vrij van haat en vrij van boosheid.

[De hindoe god Brahma, die met zijn vier gezichten in alle richtingen kijkt, gaf de naam aan de vier ‘goddelijke vormen van verwijlen’, de brahmavihara’s, liefdevolle vriendelijkheid (metta), mededogen (karuna), medevreugde (mudita) en gelijkmoedigheid (upekha). Terwijl meditatie meestal wegleidt van de wereld en zich naar binnen of op een bepaald thema richt, zijn de brahmavihara’s gericht op de wereld en de maatschappij. (2)]

Een burger nodigt hem uit voor de maaltijd van de volgende dag en als de monnik het wil, neemt hij de uitnodiging aan. De volgende morgen kleedt hij zich aan, neemt bedelnap en mantel en gaat naar de woning van de burger alwaar deze hem bedient met uitgelezen voedsel in zijn bedelnap.

Volgende gedachte komt niet bij hem op: “Het is goed dat deze burger mij zulk uitgelezen voedsel geeft, moge in de toekomst ook andere burgers mij met zulk uitgelezen voedsel in de bedelnap bedienen!” Zo’n gedachte komt niet bij hem op.

Hij nuttigt het voedsel zonder eraan gehecht te zijn, zonder er verzot op te zijn, zonder zich eraan over te geven; het gevaar daarvan [van gehechtheid] ziende.

[Dogen zenji (1200-1253), stichter van de soto zen traditie schrijft in zijn verhandeling ‘Tenzo Kyokun, richtlijnen voor de kloosterkok’: “De mond van een monnik moet zijn als een oven, waarin zonder voorkeur zowel geurig sandelhout als koemest als brandstof kan gebruikt worden”.]

Wat denk je, Jivaka, zou die monnik, op dat ogenblik, zichzelf, een ander of beiden schade willen toebrengen?
Nee, Heer.
Zou die monnik dan niet op dat moment alleen onberispelijk voedsel  [ook al is dat voedsel vlees] tot zich nemen?
Ja, Heer.”

Dan spreekt de arts over de brahmavihara’s en zegt dat de Boeddha daarvan een zichtbare getuige is. De Verhevene beaamt dit en zegt over zichzelf [in de derde persoon]:

“Elke passie, elke haat, elke verwarring, waardoor er boosheid, ergernis, ontstemdheid of afkeer bij hem zou kunnen ontstaan, heeft de Voleindigde achter zich gelaten; bij de wortel afgesneden, tot een uitgegraven palm gemaakt, tot iets dat niet meer kan ontstaan gemaakt, niet meer in staat om in de toekomst op te komen.”

Dan komt de Boeddha terug – niet op het eten van vlees, maar – op het slachten van dieren:

“Wie, Jivaka, voor de Voleindigde of voor een leerling van de Voleindigde een dier slacht, verwerft veel slechte verdienste op vijf punten.

Wanneer hij zegt: “Gaat en haalt dat en dat dier,” dan is dat het eerste punt waarop hij veel slechte verdienste verwerft. Wanneer dat dier daarbij pijn en leed ervaart, dan is dat het tweede punt waarop hij veel slechte verdienste verwerft. Wanneer hij zegt: Gaat en slacht dit dier,” dan is dat het derde punt waarop hij veel slechte verdienste verwerft. Wanneer dat dier, als het geslacht wordt, pijn en leed ervaart, dan is dat het vierde punt waarop hij veel slechte verdienste verwerft. Wanneer hij de Voleindigde of een leerling van de Voleindigde beledigt, dan is dat het vijfde punt waarop hij veel slechte verdienste verwerft.

Wie voor de Voleindigde of voor een leerling van de Voleindigde een dier slacht, verwerft veel slechte verdienste op deze vijf punten.

De arts Jivaka besluit met de woorden:

“Wonderlijk Heer, buitengewoon! Laat de Verhevene mij vanaf vandaag voor de rest van mijn leven als lekenvolgeling beschouwen, die zijn toevlucht heeft genomen.”

(sutta ingekort).

De Boeddha legt in deze sutta niet de nadruk op het eten van vlees, maar wel op het negatief karma als gevolg van het doden van dieren.

[Boeddhistische gemeenschappen hebben hiervoor een praktische oplossing gevonden; het beroep van slachter wordt veelal uitgeoefend door niet boeddhisten.]

Het getuigt van Gotama’s praktische inzicht dat hij van de monniken niet verlangde dat ze strikt vegetarisch leefden. Een totaal vleesverbod zou voor een monnik moeilijk op te brengen zijn daar hij, als bedelmonnik, aangewezen is op wat de gever hem biedt. De monnik eet wat in zijn bedelnap terecht komt (vandaar dat maagklachten en dysenterie in de sangha vaak voorkwamen, zelfs bijna een beroepsziekte waren).

Maar alleen al het mededogen – onder andere opgewekt door het beoefenen van de brahmavihara’s – dat iedere volgeling van de leer van de Boeddha tegenover levende wezens op moet brengen, vereist dat deze de vleesconsumptie laag houdt.

Het al dan niet consumeren van vlees is een persoonlijke keuze en een bewuste daad (‘iedereen is de maker en bezitter van zijn/haar eigen karma’). Wat moet worden vermeden is dat de men zich beter, meer waard gaat voelen omwille van zijn/haar voedselkeuze.

David Chadwick vertelt volgende anekdote over de Japanse zen leraar Shunryu Suzuki roshi (3):

Suzuki herinnerde zijn leerlingen er regelmatig aan dat zij moesten doden om te kunnen leven en dat zij zich niet moreel superieur moesten wanen omdat ze geen vlees aten. “Groenten moet je ook doodmaken”, zei hij. Soms gebruikte hij een maaltijd als aanleiding om duidelijk te maken dat boeddhisme niet de gevangene is van om het even welke egotrip en zeker niet van een voedselegotrip.

“Op een keer had Suzuki nog maar eens een vinger gekneusd bij het verschouwen van rotsblokken. Bob Halpern reed hem naar de dokter. De vinger bleek niet gebroken. Er werd een gaatje in de nagel geboord om de druk te verminderen, de vinger werd verbonden en dat was het dan.

Terwijl ze over straat liepen zei Suzuki tegen Bob: “Laten we wat gaan eten. Ik heb honger.” Bob begon de straat af te speuren naar een restaurant waar ze vegetarisch konden eten. “Laten we hier binnen gaan”, zei Suzuki, terwijl hij een hamburgertent in liep. Bob bekeek de menukaart vol afgrijzen. “Je hebt al heel lang geen vlees meer gegeten, hè?” zei Suzuki tegen hem. “Nee roshi, al twee jaar niet meer. Geen dierlijk voedsel. Geen zuivel en geen eieren.”

“Heel goed”, zei Suzuki terwijl de serveerster eraan kwam. “Bestel jij maar eerst.” “Ik wil graag een tosti met kaas.” Dat was het beste dat Bob kon krijgen met dit menu. “Een hamburger graag”, zei Suzuki, “met extra vlees.” Het eten kwam eraan en ze namen elk een hap. “En, hoe smaakt het ?” vroeg Suzuki. “Niet slecht”. “Ik vind het mijne niet lekker”, zei Suzuki. “Laten we ruilen.” En in een handomdraai pakte hij Bobs tosti en legde daarvoor in de plaats zijn dubbele hamburger op diens bord. “Mmm, lekker zeg! Ik ben dol op gegrilde kaas.”

Deze sutta werd eerder, in oktober 2013, in het BD gepubliceerd.
1.Vertaling door Jan de Breet & Rob Janssen Asoka 2004
2.’De historische Boeddha H W Schumann Asoka 2009
3.’De kromme komkommer’ David Chadwick Asoka 2002

Delen is rijkdom:

  • Twitter
  • LinkedIn
  • E-mail

Categorie: Achtergronden, Boeddhistisch leven, Buddhavacana, Dharma en filosofie Tags: André Baets, dieren, doden dieren, Dogen, eten, Gotama, heilzaam, Jivaka-Sutta, negatief karma, slacht, slachten, vlees

Lees ook:

  1. André Baets – besmette kost
  2. De kerstballen van de Boeddha
  3. André Baets – de Boeddha als mens
  4. De timmerman en een monnik – dispuut over de dhamma

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Primaire Sidebar

Door:

André Baets

Boeddhist en auteur (Kagyu, Zen en Theravada). André publiceert op zijn site Buddhavacana (woorden van de Ontwaakte) en het Boeddhistisch Dagblad sutta’s uit de Pali-Canon. 
Alle artikelen »

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 1 maart 2021
    Online Dhammakaya-meditatie
  • 3 maart 2021
    Zen Spirit Doorgaande groep Meditatie Arnhem
  • 3 maart 2021
    Weten - Niet Weten | Cursus Lotus Trilogie online
  • 3 maart 2021
    Lezingenserie 'Mystiek leven'
  • 4 maart 2021
    Doorlopende groep Vipassana Haarlem
  • bekijk de agenda

De werkplaats

De werkplaats.

Boeddhistische kunstenaars

Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
lees meer »

Pakhuis van Verlangen

In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

Boeddhisten ontwaakt (deel 3)

Kees Moerbeek - 28 februari 2021

Grant onderzoekt hoe de geleerde Rahula zijn begrip van de kern van de leer van de Boeddha kan verenigen met de claims van het door Dharmapala geïnspireerde Singalese nationalisme. Rahula nam volgens Grant ‘zijn toevlucht tot de intellectuele strategie die claimt dat verschillende historische omstandigheden vragen om een andere manier van de uitleg van de boodschap van de Boeddha.’ Hij doet een beroep op het historisch moment om de interpretatie van het boeddhisme in de Mahavamsa te rechtvaardigen en daarmee zijn eigen activistische politieke agenda.

Mijmeringen over bewustzijn

Rob van Boven en Luuk Mur - 23 februari 2021

Je trok in je jeugd de conclusie dat je niet gewenst was. Met die ervaring ging je de wereld zien. Dat werd het fundament van je geloofssysteem. Je ging jezelf beschermen tegen deze pijnlijke gevoelens, die het gevolg zijn van wat je bent gaan geloven.  Dat kan zijn door jezelf zoveel mogelijk terug te trekken of vooral niet lastig te zijn. Of misschien ging je juist heel nadrukkelijk aanwezig zijn, wat door anderen juist als heel vervelend ervaren kan worden.

Het ongelijk van de gelijkheid (deel 2 en slot))

Erik Hoogcarspel - 21 februari 2021

Het is niet verwonderlijk dat het begrip “gelijkheid” in andere culturen geen rol speelt. Blijkbaar heeft men daar wel van de ervaring geleerd. Voor Confucius waren rangen en standen in de maatschappij noodzakelijk voor een harmonische en goed functionerende samenleving. Een referendum zou volgens hem alleen maar tot grote rampen leiden, want ongeletterde en slecht opgevoede mensen kunnen niet weten wat het beste is voor ieder.

Het ongelijk van de gelijkheid (deel 1)

Erik Hoogcarspel - 20 februari 2021

We leven in procrustische tijden waarin gelijkheid heilig is geworden. Onderscheid, discriminatie, is zo’n beetje de bron van alle kwaad. We moeten allemaal gelijk zijn. Alle kinderen in een klas, allemaal schaatsen of naar het strand op hetzelfde moment, allemaal dezelfde kleding en dezelfde maten, met wat elastiek in de stof past het toch wel.

Paul Boersma – Het portret als valkuil

Paul Boersma - 16 februari 2021

Het Boeddhabeeld is een symbolische weergave van de vergoddelijkte mens, van de verlichte mens, van de mens waarin wijsheid en mededogen tot volle ontplooiing zijn gekomen. Het is een toonbeeld van harmonie.

Meer onder 'pakhuis van verlangen'

Footer

Boeddhistisch Dagblad

Meest recente berichten

  • Vaccinatie gezien vanuit het perspectief van vipassana
  • Lantaarn – Licht in de bodemloosheid van het bestaan
  • Podcast #14 – Verbonden met Myanmar
  • Milieudefensie – Burger flink belast en industrie ontzien onder kabinetten Rutte
  • Elf percent Nederlanders – coronavirus bewust ontwikkeld

Reageren

We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

Over het BD

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
Lees ons colofon.

Zie ook

  • Contact
  • Over ons
  • Columns
  • Reageren op de krantensite

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.

 

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken.  Via de instellingen kun je bepalen wat je wel of niet toestaat: bekijk je instellingen.

 

loading Annuleren
Bericht niet verstuurd - controleer je e-mailadres!
E-mail-controle mislukt, probeer het opnieuw
Helaas, je blog kan geen berichten per e-mail delen.
Boeddhistisch Dagblad
Powered by  GDPR Cookie Compliance
Privacy en cookies

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken en als je reageert: je naam en mailadres.

Zo houden we bij hoe de site gebruikt wordt en hoe vaak.

Hier kun je instellen welke cookies je wel of niet toestaat.

Noodzakelijke cookies

Met deze cookies slaan we je voorkeuren in het gebruik van deze website op.

If you disable this cookie, we will not be able to save your preferences. This means that every time you visit this website you will need to enable or disable cookies again.

Bezoekersstatistieken

We gebruiken Google Analytics voor het bijhouden van bezoekerscijfers.

Dit helpt ons bij het verbeteren van de website; zo weten we wat wel en niet gebruikt of gelezen wordt.

Alle cookies staan uit in je browser. Zet cookies aan alsjeblieft, als je wil dat we je voorkeuren opslaan,

Privacy

Bekijk wat we wel of niet doen met je gegevens