– Nooit meer Hiroshima of Nagasaki waar ook in de wereld! –
Al helemaal niet in Oekraïne, natuurlijk niet. Is dat reëel aan de orde dan? En waar komt deze leuze vandaan?
Tijdens zeer massale vredesacties in de jaren tachtig van de vorige eeuw verkochten Japanse monniken een mooiklinkend belletje waarmee ze de kernbommen herdachten die op Hiroshima en Nagasaki waren gegooid. Niemand wilde nog oorlog, laat staan een kernoorlog. De grote en machtige staten de Sovjet Unie en de Verenigde Staten van Amerika sloten verdragen die gericht waren tegen verdere uitbreiding van de al zeer grote kernwapenarsenalen. Een grote stap voor behoud van vrede. Een overwinning van de toentertijd grote internationale vredesbeweging.
Oorlog leek ver weg, ook als je niet al te naïef dacht over de bewapening. Tegelijk ontstond ‘ontspanning’ op een breder front, zoals meer ruimte voor de internationale handel.
Maar er gebeurde in samenhang met deze hectische ontwikkelingen nog meer, zoals het instorten van de socialistische eenheidsstaat de Sovjet-Unie. Onder meer door het resoluut optreden van partijleider Michail Gorbatsjov. Hij wilde de bond van Sovjet Staten niet opheffen, maar wel radicaal vernieuwen. Het vergt meer uitleg om deze hele ontwikkeling in beeld te krijgen. Maar het resultaat was onder meer wel dat een aantal voormalige Sovjetstaten zich tot zelfstandige natie verklaarden en dat de politieke samenwerking tussen die staten lang zo intensief niet meer was als voorheen. Niet iedere ‘Sovjetburger’ had daar warme gevoelens bij, maar het was wel een feit, door verdragen onderbouwd. Per saldo kwamen er tal van nieuwe organisatievormen bij, werd het oude rijk versplinterd tot min of meer zelfstandige brokken en ontstond bijvoorbeeld ook veel nieuwe armoede. Waarmee overigens bij lange na niet gezegd is wat hier relevant is.
De huidige oorlog in de voormalige, maar nu zelfstandige Sovjetstaat Oekraïne is óók, maar niet alleen daar een voortvloeisel van. Dat rechtvaardigt echter nog geen oorlog. Geen ‘Warme’ Oorlog en ook geen Koude. Er valt veel over te zeggen, maar ik wil me hier op iets anders richten. Hoe zwaar en volstrekt immoreel het zeker is, van deze oorlog valt ook veel te leren. En dat is naast het geweld van de oorlog zelf ook een groot drama.
Moreel, materieel, technologisch, politiek, biologisch, psychologisch, vormen van internationale samenwerking die niet altijd positief en vreedzaam zijn, het gaat om tal van facetten. De oorlog leert ook dat een actieve internationaal werkende vredesbeweging voor de komende tijden onmisbaar is. Want is er nog iets over van de ooit zo brede en omvangrijke vredesbeweging? De toekomst staat op het spel, en de aard van de vele lang niet altijd politieke krachten van nu en morgen speelt hier een grote rol bij.
Tegelijk zijn er ‘parallelle’ ontwikkelingen die de zaak van oorlog en vrede diep raken. Zo kun je spreken van een vermaatschappelijking van de oorlog, terwijl paradoxaal de vorm waarin de oorlog uitgevochten wordt heel klassiek lijkt, met houwitsers, loopgraven, sluipschutters enzovoort. Daarbij zijn er ook nog in tal van maatschappelijke velden ‘sprongen’ vooruit’ aan de orde die de bewapening, communicatie, voorbereiding enzovoort raken. En of je het nu hebt over technologie, wetenschap, natuur, biotechnologie, gezondheidszorg, politieke visies, weerbaarheid, vrijheid en solidariteit, op al deze terreinen heeft de moraliteit een uiterst zwakke positie als het gaat om kwesties van oorlog en vrede. De Koude en de Warme oorlogen. Het leek (?) ondenkbaar dat grote oorlogen nog zouden uitbreken, terwijl de wapenen al opgesteld werden. Bovendien zijn alle genoemde terreinen van technologie en natuur enorm in ontwikkeling, met daarbij ook weer tegengestelde tendensen, zoals het feit dat communicatietechnologie ‘gedemocratiseerd’ is, beschikbaar is voor Jan en Alleman.
De wetenschapsontwikkeling en technologie zullen veel nieuwe vormen van bewapening mogelijk maken. Er spelen veel factoren die nergens tot rust lijken te komen. Zoals de oorlog in Oekraïne laat zien wat nieuwe technieken als drones en computergestuurde luchtafweer vermogen, het laat vooral zien dat enorme machten en krachten op tal van terreinen – zoals net genoemd – snel kunnen worden opgeroepen. Soms openlijk, meer waarschijnlijk in het geniep.
Het klinkt wat vreemd en ongelofelijk misschien, maar je kunt stellen dat de technologische ontwikkeling nog in haar kinderschoenen staat. Er zullen daarin tal van prachtige uitvindingen worden gedaan die niet altijd een nuttige, maar vaak vooral ook machtswellustige reacties en vondsten opleveren. Je kunt daarom stellen: ‘De vrede en de democratische vrijheid zijn naast de opwarming van de wereld dé grote vraagstukken van ‘deze tijd’.
In brede zin, op vermoede en onvermoede terreinen. En het heeft weinig met persoonlijke instelling alleen te maken. Het is niet per se optimistisch en pessimistisch, de feiten zijn vaak al leidend om een hele niet vermoede ontwikkeling vol in het daglicht te zetten. Denk aan de digitalisering, de drones enzovoort.
Wat roepen de nieuwe oorlogen op? Enerzijds nog veel meer bewapening en ontwikkeling van nieuwe soorten bewapening. Anderzijds de beweging daartegen, de vredesbeweging en politiek, die voor lastige vragen komen te staan. Wat kan een vredesstrijd in de huidige ontwikkeling nog betekenen? In ieder geval dat vredeskrachten, organisaties en partijen hun verdeeldheid of versnippering moeten overwinnen door samenwerking. Om pal te kunnen staan tegenover sterke economische en politieke krachten.
Nuchter beschouwd moet er een vredesbeweging bestaan, zowel om bewapening en verspilling te bestrijden, maar óók om politieke bewegingen te sturen naar een moreel acceptabele, democratische richting.
Wat bestaat momenteel nog op dit vlak? De oproep ‘realistisch’ te bewapenen zal zonder meer klinken, wat men er ook van vindt. Inbannen daarvan is dan een doel, wanneer de doelmatigheid van bewapening overschreden wordt? Maar dat kan niet als er ook geen realistische tegenkrachten bestaan, of op het militaire vlak of in morele zijn. En die zullen heel wat weerstanden moeten overwinnen, op een vreedzame manier, die beklijft, maar waar goede vormen niet zomaar voorhanden zijn. Daarbij lijkt het uitgesloten hier resultaten te bereiken als naast ‘pacifistische doelen’ niet samen opgetrokken wordt met de kritische milieubewegingen. Hun item is dezelfde toekomst.
Van belang is vreedzame anti-bewapening bewegingen als PAX en Stop de Wapenhandel te ondersteunen. Zulke bewegingen drijven op meer krachten in de samenleving dan misschien lijkt en het elán van de jaren tachtig komt in een tijd verbrokkelijking anders naar voren. Zulke vormveranderingen zijn op zich geen probleem, het is nooit anders geweest. Over Stop de Wapenhandel en PAX, zoals over hun werkwijzen, pleidooi voor veel strengere controle op wapenexport, wetenschappelijk onderzoek, internationale samenwerking, werken aan ‘inclusieve vrede’ en dergelijke is veel te vinden op de websites van beide organisaties. Zie de link van beide onderaan deze blog.
Een vraagstuk van belang is ook dat de meer moreel reflecterende takken van wetenschap als filosofie, politicologie, economie, sociologie en psychologie op het gebied van de wapenwedloop momenteel vaak maar magertjes afsteken bij de exacte wetenschappen. Wat dat betreft moet de filosofie ook meer verzakelijken, meer goed onderzoek en analyses bieden over politieke terreinen. De Westerse filosofie zit daarentegen nog te veel gevangen in overheersend individualistische items, terwijl de maatschappij die daar de basis voor kan bieden bedreigd wordt.
De daadwerkelijk uitgebroken oorlog in Oekraïne zet de moraal, wetenschap en bezinning over de wereld en ook bestaande organisatievormen, zoals de Verenigde Naties, ontnuchterend terug in de tijd. En natuurlijk bestaat of kan dat helemaal niet, het is onze tijd, met daarin onze actuele krachten én daartegenover egoïsme. Egoïsme en egocentrisme als het gaat om ‘hebben’, macht, om veel soorten al dan niet schaarse grondstoffen, toepassingen van breed inzetbare kennis, dus het gaat kortom om mogelijkheden om huidige en toekomst generaties van hun ontwikkelingsperspectief, hun democratie en vrijheid te ontdoen. Zo heerst ook de droom van de dictator en zijn onderdrukkingssysteem.
Sociale vooruitgang en een sterkere Verenigde Naties vereisen een sterke Vredesbeweging. Deze wereld in chaos verdient een sterke tegenbeweging, sterk strijdbaar, democratisch en internationaal. De armoede en, emigratiebewegingen en de klimaatcrisis versterken dat beeld, die noodzaak. Oekraïne betekent nu ook vervuiling. Er bestaan dus grote tegenspraken op de wereld die kleiner en kleiner lijkt te worden bij de opgaven waarvoor we staan. Die we aan moeten grijpen.
Vredesbewegingen, klimaatbewegingen, vakbonden en partijen zullen elkaar in de strijd treffen. Dát kan een verenigde grote macht betekenen. Maar ook bestaat een risico dat vanuit verschillende posities geen gelijktijdige sterke massa-acties plaatvinden. In dit precaire veld de massa’s meenemen op basis van gezamenlijke én eigen analyse en bewustwording is dan een opgave. Veel kan er verloren zijn, maar er is geen reden alles als verloren te gaan beschouwen.
Om realistisch te zijn moet je óók optimist zijn. Leven op deze planeet kan niet anders betekenen dan dat je (paradoxaal) optimist moet zijn, of anders het maar moet zien te worden. Daarom is de eenheid van linkse, sociale en democratische krachten geen luxe maar een noodzaak. Niet per se in massieve organisaties zoals voorheen, maar vooral ook in de basis, in democratische strijdbare actievormen, ver weg en in de eigen straat.
Beschouw deze reflectie maar als Nieuwjaarswens 2023. Voorop staat: Stop de Oorlog in Oekraïne. En niet alleen versus atoomwapens, maar veel breder. Stilstaan bij de bovengenoemde Japanse monniken die op hun belletje schreven: – Nooit meer Hiroshima of Nagasaki waar ook in de wereld! –
Je moet hopen dat dit een brede opvatting is, universeel, steeds weer. Het is maar een klein Japans belletje. Laat het verder klinken dan Japan.
Babeth M. VanLoo zegt
Bravo Jasper Schaaf. Eindelijk weer vrede vooropstellen en niet slechts de noodzaak van herbewapening.
Babeth M. VanLoo