Vriendschap heeft een bijzondere plaats in het leven van boeddhisten. Vriendschap heeft alles met echtheid te maken. Of het nu de vriendschap is met een levenspartner of de vriendschap met een bijzonder iemand: op meerdere niveaus horen mensen er voor elkaar te zijn, elkaar te ondersteunen. Waar het bovenal om gaat, is echtheid, om waarheid.
Zou een echt mens, iemand die tot de waarheid is ontwaakt, iemand die klaarwakker en helder van begrip is, tegen je liegen? Dat is niet mogelijk omdat zo iemand vrij is van begoocheling (moha). Wanneer je tegen anderen liegt, moet je eerst zelf de leugen accepteren waarmee je jezelf voor de gek houdt. Dit is het ergste wat je kan doen omdat dit je gevangen houdt in de cyclus van geboorte en dood.
Zoals gezegd heeft vriendschap alles te maken met echtheid, met waarheid. Er is een Pali term ‘abhivadana’ die staat voor ‘iemand die recht door zee is, die zonder omwegen is’. De waarheid is hem lief, de waarheid staat altijd op de eerste plaats. Deze term is dan ook een verwijzing naar de Arahat.
De Boeddha zei: “Edele vriendschap is het hele heilige leven”, en hijzelf is gelijk de meest voortreffelijke vriend: “Ananda, ik ben verschuldigd een goede vriend voor hen te zijn, zodat levende wezens die onderworpen zijn aan geboorte, bevrijd zullen zijn van geboorte.”
Goede vriendschap is zeer essentieel, of je nu een gelukkig leven wilt of dat je echt voor je mentale ontwikkeling gaat. Daarom is het van groot belang verkeerde en goede vrienden duidelijk van elkaar te kunnen onderscheiden. In de Sigalovada Sutta geeft de Boeddha dit met een uitermate precisie aan.
Lees de toespraak: D31 — Sigalovada Sutta — Advies aan Sigala Advies aan Sigala