De Amerikaanse auteur, filosoof en cognitief neurowetenschapper Sam Harris (1967) is bekend vanwege zijn godsdienstkritiek. Hij publiceerde onder andere The end of faith en Free will. In zijn Letter to a Christian nation schrijft hij: ‘Atheïsme is niets meer dan de geluiden die redelijke mensen maken in de aanwezigheid van ongerechtvaardigde religieuze overtuigingen.’ Hieronder een indruk van zijn artikel Killing the Buddha, vrij vertaald en bewerkt.
Alvorens over te gaan tot de bespreking een citaat uit An atheist manifesto ter illustratie van Sam Harris’ mening over religie: ‘Ontelbare religieuze doctrines hebben onze wereld gebalkaniseerd in gescheiden morele gemeenschappen – christenen, moslims, joden, hindoes etc. – en deze verdeeldheid is een permanente bron geworden van menselijke conflicten. Inderdaad, religie is net zo’n levende bron van geweld als het was op enig moment in het verleden.’
Religieuze fetisj
Killing the Buddha opent met een verwijzing van de auteur naar de koan van de 9de eeuwse chanleraar Linji: ‘Als je de Boeddha tegenkomt, dood hem.’ De leraar maakt een belangrijk punt, namelijk: als je van de Boeddha een religieuze fetisj maakt, mis je de essentie van wat hij onderwees. In het licht van wat boeddhisme de wereld in de 21ste eeuw kan bieden, stelt de auteur voor Linji’s oproep serieus te nemen: ‘Als studenten van de Boeddha moeten we ons ontdoen van het boeddhisme.’ Maar waarom?
De boeddhistische traditie heeft de wereld veel te bieden en de opkomst van het boeddhisme zou zeer zeker een welkome ontwikkeling zijn. Het kan niet succesvol wedijveren met wat Harris de meedogenloze bekeringsdrift noemt van het christendom en de islam, en het boeddhisme zou dit niet eens moeten proberen. De wijsheid van de Boeddha zit gevangen in de religie boeddhisme, meent hij bovendien. Het is weliswaar geen religie, maar de meeste boeddhisten wereldwijd praktiseren het alsof dit wel het geval is, net zoals andere gelovigen doen. Harris: ‘Overbodig om te zeggen dat niet-boeddhisten het boeddhisme een religie noemen en in hun ogen de verkeerde.’
De neurowetenschapper is er stellig van overtuigd dat blijven spreken over ‘boeddhisme’ bij anderen een verkeerde indruk wekt van wat de Boeddha onderwees. Door hiermee door te gaan zorgen de studenten van de Boeddha ervoor dat zijn wijsheid weinig zal bijdragen aan de ontwikkeling van onze beschaving in de 21ste eeuw. Erger nog, de identificatie van boeddhisten met het boeddhisme als religie draagt bij aan de religieuze verschillen, aan het geweld en de onwetendheid in onze wereld. Zonder alles voor waar aan te nemen kan iemand echter de leer van de Boeddha omarmen en tóch een echte monnik of non zijn, zelfs een boeddha worden.
Boeddhisme en wetenschap lijken in veel opzichten op elkaar, vervolgt Harris. Men begint met de hypothese dat het gebruik van aandacht op een voorgeschreven manier (meditatie), het vermijden van een bepaald soort gedrag en het vertonen van een ander soort gedrag (ethiek) zal leiden tot het gewenste resultaat (wijsheid en psychologisch welzijn). Dit empirische karakter maakt het boeddhisme uniek. Ontdaan van religieuze beletsels is het zelfs een van belangrijkste inspiratiebronnen bij het streven naar het op een wetenschappelijke manier leren begrijpen van menselijk gedrag.
Bron van geweld
Hoe komt het dat religie zo’n krachtige bron is van geweld?, vraagt de neurowetenschapper zich af. Immers, bij geen enkel gespreksonderwerp brengen mensen zo ondubbelzinnig hun mening naar voren. Ze gieten dit zelfs in de vorm van eeuwige beloning en straf. Als iemand er werkelijk van overtuigd is dat hij God bij zijn juiste naam kent, dan betekent dit voor hem het verschil tussen eeuwig geluk of eeuwig lijden. Het is dan ook heel begrijpelijk om ketters en ongelovigen slecht te behandelen. Al met al staat er bij onze religieuze verschillen dus vele malen meer op het spel dan bij politiek, racisme en stammenstrijd.
Religie is ook het enige gespreksonderwerp waarbij iemand systematisch beschermd is tegen de vraag om zijn standpunt te onderbouwen. Desondanks bepalen deze standpunten wel waarvoor iemand bereid is te sterven en zelfs anderen te vermoorden. Er is echter niets vreemds of onredelijks aan om je mening over de wereld aan te passen aan nieuwe argumenten en nieuwe bewijzen, stelt de auteur. Dit garandeert ook dat we met elkaar in gesprek kunnen blijven. Zekerheid zonder bewijs zaait noodzakelijkerwijs verdeeldheid en leidt tot ontmenselijking van anderen die deze zekerheden niet delen.
In het volgende citaat Harris’ cri de coeur: ‘One of the greatest challenges facing civilization in the twenty-first century is for human beings to learn to speak about their deepest personal concerns—about ethics, spiritual experience, and the inevitability of human suffering—in ways that are not flagrantly irrational. Nothing stands in the way of this project more than the respect we accord religious faith.’
Interreligieuze dialoog zet geen zoden aan de dijk, want politieke correctheid is geen basis voor blijvende samenwerking. We moeten ons ontdoen van het dogma van geloof, als we willen dat een godsdienstoorlog net zo ondenkbaar wordt als kannibalisme en slavernij lijken te zijn.
Een nieuw discours
Op dit moment heeft de wereld de grootste behoefte aan een manier om mensen ervan te overtuigen deelgenoot te zijn van de morele gemeenschap van alle mensen. Om dit te bereiken is het volgens Harris nodig om een niet-sektarische manier van spreken met elkaar te ontwikkelen over het hele spectrum van de menselijke ervaring en het menselijk streven. We hebben een discours nodig over ethiek en spiritualiteit dat net zo ongehinderd plaatsvindt als in de wetenschap, zonder dogma’s en culturele vooroordelen. We hebben een contemplatieve wetenschap nodig, dit wil zeggen: een moderne benaderingswijze om het verste bereik van ons psychologisch welzijn te kunnen exploreren. Het zal vervolgens duidelijk zijn dat dit niet zal slagen door te proberen het ‘Amerikaanse boeddhisme’ te verspreiden, of het ‘westerse boeddhisme’ dan wel het ‘geëngageerd boeddhisme.
Obstakel
De waarheden die het boeddhisme door meditatie en ethische voorschriften toegankelijk maakt zoals leegte, zelfloosheid en vergankelijkheid zijn niet uitsluitend ‘boeddhistisch’. Zonder twijfel beseffen serieuze beoefenaars van meditatie dit, maar de meeste boeddhisten doen dit niet. Zelfs als iemand dit wel beseft, dan zal zijn identiteit als boeddhist voor anderen een belemmering zijn om die waarheden serieus te nemen.
Er valt veel meer te ontdekken over de aard van de menselijke geest. Er valt ook meer te begrijpen over de manier waarop de geest zichzelf kan veranderen van louter een poel van hebzucht, haat en onwetendheid in een instrument van wijsheid en compassie. Studenten van de Boeddha zijn in een bijzondere positie om ons begrip op dit terrein te vergroten, voegt Sam Harris hieraan toe, maar op dit moment is de religie boeddhisme voor hen een obstakel.
Bronnen
Ujukarin zegt
Leuk betoog. Maar ik mis totaal hoe Harris meent te voorkomen dat zijn ‘contemplatieve wetenschap: een moderne benaderingswijze om het verste bereik van ons psychologisch welzijn te kunnen exploreren’ dan NIET zou verzanden in een groepsgebeuren, een wij-versus-de-rest. Zoals eerder betoogd is boeddhisme niet bedoeld als dat wij-versus maar kan het in de praktijk, zeker bij grotere aantallen volgelingen, wel deformeren tot dat gebeuren. (Zoek ‘Arya versus Bala/Putujanna’.)
Zonder die dimensie zie ik helaas de toegevoegde waarde van wat ie voorstelt niet, en houd ik het maar op interreligieuze dialoog tussen boeddhisten en de vele andere denkwijzen…
With folded palms,
Henk van Kalken zegt
De aard van de geest kan ontdekt worden. Punt. Verder valt er dan niets meer te begrijpen. Hooguit meer te verwarren. Geen intellectueel spel is in staat om ooit de ware aard van de geest te doen begrijpen. Religie is mooi zodra het vredelievendheid en mededogen predikt. Maar de aard van de geest , menselijk of niet, is niet religieus.
Hans Tilman zegt
Er zit iets in: als je de goden, God en de Boeddha doodt dan kunnen we vanuit een overkoepelende gedachte een universele taal ontwikkelen die ontdaan is van alle mythes. Ik zie het echter niet gebeuren, omdat iedere mythe zijn fundamentalistische beweging creëert die zich op waanachtige wijze ingraaft in het eigen gelijk. De aanname dat religie de oorzaak is van strijd valt te betwijfelen. Ik denk eerder dat religie de legitimatie is van strijd. Men bekrachtigt de mythe, aanbidt de eigen God, en meent dat deze daardoor in de strijd aan hun zijde staat. Een kwestie van macht, geld en landjepik; met instemming van een hogere macht.
Gerry Verbeek zegt
citaat: ‘Hoe komt het dat religie zo’n krachtige bron is van geweld?’
Is dit zo? Is dit al wetenschappelijk bewezen?
citaat: ‘Religie is ook het enige gespreksonderwerp waarbij iemand systematisch beschermd is tegen de vraag om zijn standpunt te onderbouwen.’
Godzijdank! Zou ik haast zeggen. Houden zo! Godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting zijn een groot goed. Op enkele plaatsen in de wereld is deze vrijheid vastgelegd in een manifest. Op veel plaatsen in de wereld echter slechts een privilege voorbehouden aan de heersende elite.
citaat: ‘We hebben een discours nodig over ethiek en spiritualiteit dat net zo ongehinderd plaatsvindt als in de wetenschap, zonder dogma’s en culturele vooroordelen.’
Suggereert Sam Harris hier nu werkelijk dat we middels een zogenaamd waardevrije wetenschap ‘de denkpolitie’ gaan invoeren?
Wetenschap draagt wellicht het streven naar waardevrijheid hoog in haar vaandel –
het is maar de vraag of ze ook werkelijk waardevrij is.
citaat: ‘Studenten van de Boeddha zijn in een bijzondere positie.’
Hoezo?
Welke Boeddha?
Dit verhaal van Sam Harris klinkt als ordinaire irrationele ‘verdeel en heers’ politiek.
‘all pigs are equal but some pigs are more equal than others’ namelijk de Atheisten …
of toch misschien die studenten van de Boeddha in hun bijzondere positie?
Wat een fantastisch onsamenhangend grappig verhaal.
Dankjewel Kees Moerbeek.
Gerry Verbeek
Bolletje zegt
Niet alleen religie leidt tot oorlog. Nazisme, stalinisme, beide waren geen religie, in theorie. Mensen leiden tot oorlog, waarna ze er een verhaal omheen verzinnen, om het te rechtvaardigen.
Neoliberalisme, de nieuwe grote controversiële speler, in de wereld. Ook neoliberalisme heeft zeeën van bloed aan de hebberige handjes, maar is in theorie geen ‘religie’. Al vind ik het dwangmatig smachten naar kapitaal, het aanbidden van koelkasten en villa’s, iets zwaar religieus hebben. Een Macron, een Rutte, beide heren komen over als sekteleiders, die dogma’s opdreunen, aanbeden als goden. De ‘vrije markt’, is niet anders dan ‘onze lieve heer’
boeddhisme is gewoon een traditie/religie. Het is een beetje van, meer simpele mensen, halen er regeltjes uit. Intelligentere mensen, gaan er diep in graven en kijken verder dan de metaforen/mythes.
Je kan de verhalen zien als wetten, of als symbolen. Je kan alles letterlijk nemen, of niet.
Ik denk niet dat boeddhisme zicht hoeft te hervormen, of dat je de boeddha moet doden.
Geweld, oorlog, sektevorming, komt meer voort uit biologie en sociologische verwikkelingen, denk ik. Psychopaten en opportunisten, zullen iedere religie, of filosofie/wetenschap kunnen aangrijpen, om hun geweld te rechtvaardigen.