Zijn nieuwste boek ‘Actief socialisme en vrijheid – Pleidooi voor hechtere linkse samenwerking’ ziet filosoof, auteur en links politicus Jasper Schaaf als een voorlopige samenvatting van zijn werk en ideeën. Het is niet toevallig dat hierin wel een kort hoofdstuk over boeddhisme is opgenomen, nl. over Sivaraksa. Ook nu zullen sommige lezers verbaasd zijn dat in een boek vol met Marx het boeddhisme een volwaardige inhoudelijke plek krijgt toebedeeld, met zowel praktische als theoretische consequenties. Schaaf schreef eerder (2000) het boek Boeddhisme en betrokkenheid, met als ondertitel: Kan de boeddhadharma bijdragen aan een marxistisch georiënteerde inzet van maatschappelijke betrokkenheid? Tekst Jasper Schaaf.
Twee persoonlijke pijlers om het vol te houden:
– Als het alleen maar zou gaan om het verlichten van ziekte en tegenslagen, om absurde dromen over gezondheid en succes, dan zou religie inderdaad opium zijn. –
Takashina Rosen[1]
– Ongelijkheid en uitbuiting leiden tot conflicten. Conflicten die we als etnisch of religieus beschouwen zijn vaak gebaseerd op klasse en zijn geworteld in de sociale structuren van het mondiale economische systeem. –
Sulak Sivaraksa[2]
Je kunt beredeneren waar een krachtige politieke organisatie aan moet voldoen, wat zijn de dragers, de pijlers? Gelden echter vergelijkbare vragen ook niet voor politiek actieve personen? Een aantal jaren geleden schreef ik het boek Boeddhisme en betrokkenheid met daarin de stelling dat ook de politieke activist soms welbewust afstand moet kunnen nemen van zijn activisme.[3] Of beter, dat het vruchtbaar is een permanente wisselwerking te onderhouden van bezinning en activisme, van afstand en inzet.
Heel actief? Een hobby erbij of gewoon eens nietsdoen kan meer dan ontspannend zijn, en momenten vormen om goed voeling te houden met de samenleving. Ook voor de activist ligt een risico van vervreemding op de loer.
Zelf lang actief, zag ik soms mensen fanatiek optreden, maar bij tegenslag even stellig afhaken. ‘Het lukt niet, kan niet’, het is ‘Vechten tegen de bierkaai’ tot en met ‘Nu moet ik eens aan mezelf denken.’ Dat laatste is op zich prima, maar wordt soms gebracht alsof dat dan opeens het enige is dat telt. Dan wordt dit een argument van de neutralist. In Boeddhisme en betrokkenheid geef ik enkele voorbeelden van dat afhaken. Het gaat bovendien soms gepaard met de oude demagogische mantra: ‘Als je jong bent, ben je links, en als je ouder en wijzer bent rechts.’ Met variaties daarop, een om instemming zeurend quasi-wijs kulargument.
Boeddhisme en tegenwoordig mindfulness zijn natuurlijk niet de enige manier om gepast en betrokken afstand te nemen en aan wat anders toe te komen. Maar wel een goede, al is het boeddhisme geenszins heilig, zoals historische en actuele voorbeelden bewijzen. In dat boek komen trouwens ook aspecten van inhoudelijke verwantschap tussen dialectisch denken en sommige Oosterse wereldbeschouwingen aan bod. De creatieve wisselwerking tussen activisme en bezinning kan baat hebben bij een diepere inhoudelijke grondslag, met name een kennistheorie. En juist als het om kennistheorie gaat noemt Friedrich Engels een keer in positieve bewoordingen de verworvenheden van boeddhistisch denken, samen met de Griekse filosofie.[4]
Er kan een bereflecteerde basis bestaan voor de kunst om betrokkenheid en inzet goed en geïnspireerd vol te houden. Een voorbeeld van een actieve politieke praktijk is het leven en werk van de Thaise boeddhist Sulak Sivaraksa (geb. 1933). Zijn werk is radicaal bezonnen, zijn maatschappijkritiek is glashelder, ontziet geen enkele misstand en toont veel doordachte alternatieve mogelijkheden. Sivaraksa’s boeken bevatten scherpe analyses over het kapitaal en hij stelt hoge eisen aan de alternatieven die een leefbare aarde voor alle mensen moeten vormen.[5] Daarbij toont hij veel compassie met de gewone mensen die lijden onder ongelijkheid en uitbuiting.
In zijn werk vormen sociaal engagement en boeddhisme niet alleen een visie, maar ook een methode om maatschappelijke misstanden te analyseren. Zijn slotsom: ‘Bedrijven verplaatsen hun productievoorzieningen naar het land dat de grootste uitbuiting van arbeiders en de minste bescherming van het milieu toestaat. Lagere lonen en uitholling van de rechten van werknemers zijn de hoekstenen van het economische beleid van landen die wedijveren om het relatieve voordeel van het hebben van goedkope arbeidskrachten.’[6] Staan de overheden die voor hun burger moeten opkomen dat dan toe? Helaas wel: ‘Regeringen worden als machines om de kansen voor kapitalistische investeerders te maximaliseren.’
Marx’ vervreemdingskritiek wijst op de egoïstische drijfveer van de kapitalistische dynamiek. Deze opvatting vormt de kritische en nader verklaarde, materialistische tegenhanger van Adam Smiths idee van een ‘onzichtbare hand’ die stuurt en reguleert. Egoïsme is niet zo maar een drijfveer, maar een valse. Een drijfveer die zo aanwezig is dat die nauwelijks meer wordt opgemerkt, laat staan afgewezen.
Die kritiek past bij de boeddhistische negatie van een eeuwig ego. Dus is het niet onverwacht dat Sivaraksa vanuit die visie zijn kritiek inbrengt, praktisch en helder. In zijn geschriften moeten keer op keer het neoliberalisme en de vrije markteconomie met hun egoïstische grondslag het stevig ontgelden. Van die wereldorde deugt helemaal niets, zeker haar valse motieven niet. Een boeddhistisch geïnspireerde economie kan hiertegenover een alternatief bieden, wanneer egoïsme als drijfveer doorzien en beteugeld wordt, en daarmee de hebzucht, ongelijkheid en uitbuiting.
Sivaraksa is praktisch. Hij is een van de grondvesters van het internationale netwerk van geëngageerde boeddhisten, het INEB.[7] Sivaraksa gaat uitvoerig in op maatschappelijke vragen en presenteert klip-en-klare oplossingen. Als boeddhist pleit hij voor inzicht, wijsheid en harmonie met de natuur, als basis voor maatschappelijke verandering. Hij staat kritisch tegenover kennis zoals die in de kapitalistische cultuur gepresenteerd wordt, die vaak louter instrumenteel is.
Inzicht en compassie als basis van verandering. Je kunt dan zeggen dat er een verschil bestaat tussen hem en marxisten, die eerder omgekeerd, vanuit de structuur redeneren als basis voor verdere culturele vorming en individuele ontwikkeling. Dat is vooral een accentverschil. Marx pleit ook voor bewustwording als hefboom voor verdere sociale verandering en Sivaraksa wil ook een structurele maatschappelijke omslag.
Verschillende richtingen moet je niet één hoop gooien. Door dat niet te doen kunnen ze meer van elkaar leren en kan samenwerking meer worden dan een vaag initiatief.
Voor boeddhistische maatschappijkritiek kun je Sivaraksa’s werk bestuderen. Afstand nemen, bezinning, meditatie én politieke actie passen bij nadere beschouwing goed bij elkaar. Dit in tegenspraak met het wel gehoorde oordeel over zweverigheid – of over iets anders wat er niet deugt – van wereld- en levensbeschouwelijke visies.[8] Er bestaat wel zweverigheid, maar die kom je in heel uiteenlopende opvattingen tegen, ook onder socialisten. Een steviger wetenschappelijke en ideologische onderbouwing kan reële en effectieve samenwerking en eenheid van ogenschijnlijk verschillende ideeën opleveren. Leerzaam voor elkaar.
Versterking van de sociale posities in de principiële en praktische strijd tegen ongelijkheid, in wezen de klassenstrijd, kan dus goed voortvloeien uit een positie van wijsheid en bezinning op de aarde en het leven. Vooral op het persoonlijke vlak, wegkomen uit een fixatie waarin activisme kan verzanden als de actie of bepaalde formuleringen slechts een herhaling gaan vormen, de energie eruit is verdwenen. Hoe meer actie hoe beter? Jawel, zolang de fixatie, de oogkleppen worden uitgesloten, en de maatschappelijke en politieke samenhang niet uit zicht raakt.
Binnen samenwerkingsrelaties bestaat soms ook ijdelheid, een vorm van egoïsme. In onze cultuur wordt die sterk aangewakkerd door het in de politiek en media steeds vooral over (‘bekende’) personen te hebben. Bijvoorbeeld door de politiek vooral in talkshows te verpakken, waar de fractievoorzitters dienen te schitteren, op straffe van een berg platte kritiek de volgende dag in de andere media.
Ook wat sociaal en socialistisch wordt genoemd is soms diep doorspekt met egomotieven. Dat is niet vreemd in een maatschappij waarin het kapitalisme dominant is en mensen persoonlijk eronder lijden. Dat weerspiegelt zich logischerwijs in het denken in het algemeen, dus ‘ongemerkt’ bij vrijwel iedereen. Binnen de samenwerking kan dit dan ook een thema worden. Het sociale eens vanuit een geheel ander cultureel perspectief bekijken kan verrijkend zijn. Zoals vanuit het boeddhisme dat fixatie op het ego herkent, benoemt en tracht te overwinnen, en dus kan helpen de balans die verstoord is terug te zoeken.
Of bij andere culturen. Denk bijvoorbeeld aan de oude Chinese insteek van vrijheid, waarin mensen vrij zijn als ze iets voor een ander mogen betekenen. Niet het ik bepaalt dan de vrijheid, maar de ander of de samenleving. Of wat hierboven al is genoemd bij Meester Mo, het centrale principe van ‘Zorg voor elkeen’. De ander en de totaliteit van de samenleving staan dan centraal. Dan moet de vrijheid zich ook praktisch verhouden tot deze collectiviteit, wat een zuiver egocentrisme uitsluit.
Egoïsme, overdreven nadruk op eigenbelang en overspannen visies daarop, kan veel verknoeien. Hierbij zijn in de politiek twee ‘fatale C’s’ aan de orde, die alles verknoeien: cynisme en corruptie. Cynisme ten aanzien van menselijk leven, waarden en alle cultuur. Corruptie, het vermeende eigenbelang extreem laten gelden, want ‘Iedereen doet dat toch immers?’ Uit het laatste zinnetje blijkt dat beide C’s dicht bij elkaar liggen. In feite bestaat hier behalve een permanent politiek strijdpunt, een scholings- en onderzoeksonderwerp voor partijen, vakbonden en andere samenwerkingsvormen. Hoeveel is er in landen waar socialistische veranderingen of sociale revoluties plaatsvonden niet ten onder gegaan door corruptie en cynisme?
Het gaat om een houding en praktijken waar je keer op keer scherp op moet zijn. Waarschijnlijk kun je hier wel spreken van een wetmatigheid: een macht die bouwt op cynisme en corruptie is geen duurzame macht.
Een politieke balans zoeken, dat wordt aanbevolen door heel wat klassieke filosofen.[9] De boeddhistische leer kan bijdragen ijdelheden en egoïsme te bestrijden, terwijl strijd ook een zekere assertiviteit verlangt en sociaal gerechtvaardigde belangenstrijd deel uitmaakt van een beweging voor sociale verbetering. Alleen de inhoudelijke discussie, reflectie aan tijd en plaats gebonden, kan leiden tot een goede balans, niet een abstract beginsel alleen.
Wat afstand nemen, leren óók te relativeren is bijzonder nuttig om de betrokkenheid en de strijd zelf verder te helpen. Niet ieder wordt ‘zomaar’ actief. Partijen en bewegingen moeten uiteenlopende karakters verenigen. Verschillen moeten dus niet ‘onbemiddeld’ worden uitvergroot, maar waar nodig goed worden besproken, op gepaste momenten. Internationaal? Je zou kunnen zeggen: ‘Verschillende karakters van alle landen, verenig je!’
Actief en solidair zijn in de sociale strijd kan gewoon ‘leuk’ zijn. Het gaat om mensen, om ongelijkheid op te heffen, daar zijn veel actievormen bij mogelijk die het allemaal niet zo zwaar hoeven te maken. Het hele klimaat redden, de hele aarde en ook nog eens het ‘loonsysteem opheffen’, is dat niet wat veel? Het gaat echter uiteindelijk wel om één complex van problemen. Die structuur moet dus wel worden begrepen en aangepakt. In de praktijk kan vaak het grote kleiner en concreet gemaakt worden. Doe het stukje bij beetje, maar wel met echte stappen vooruit. Om dat vol te houden is een sterke eigen motivatie en ideologische scholing van betekenis.
Hard schreeuwen, anderen tot de orde roepen of kadaverdiscipline, het lijkt heel wat, maar is een zwaktebod. Opmerkelijk is het tegenovergestelde: de zachtmoedigen en moreel bewuste mensen blijken vaak de stevige volhouders te zijn. Daar zijn veel voorbeelden van, zoals je bijvoorbeeld kunt zien bij verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog. Dat is een opmerkelijk feit. Zij buigen soms, als de boeddha’s, als het riet, maar staan weer op en gaan verder met hun sociale inzet.
Onder de socialisten, communisten, anarchisten, feministen, vakbondsmensen, syndicalisten, milieuactivisten, vredesactivisten, vrouw, man, jong en oud, waren en zijn er veel van die permanente volhouders. Wijs in het leven, soms maar niet altijd belezen en steeds klaar staand voor anderen. Misschien blijkt hier ook uit dat boosheid, boos op het sociale onrecht op zich een te zwakke motivatie is om de strijd vol te kunnen houden. Beginnen met een poging een verandering te bereiken is uiteindelijk wat anders dan dit op den duur daadwerkelijk bereiken of althans een zichtbare bijdrage daartoe leveren.
De kunst om persoonlijk politieke betrokkenheid en een regelmatige sterke praktische inzet vol te houden berust op twee pijlers. Deze worden in politieke discussies soms tegenover elkaar gezet, maar passen juist bij elkaar: actie én bezinning, inzet én afstand, in een goed overdachte eenheid.
Vanuit het perspectief van beide pijlers kan de politiek verder worden versterkt. Nadenken en mediteren kun je doen of leren. Actie voeren kun je op tal van manieren in het land, de steden, de dorpen en tegenwoordig ook nog digitaal. En het reflectieve geheel vormt dan een scholende praktisch-ideologische en theoretische ontwikkeling van partijen en personen.
Vroeger beriep men zich vaak op de eenheid van theorie en praktijk. Daar gaat het natuurlijk nog altijd om, maar de slogan kan sleets geworden zijn. De praktijk zelf heeft vaak twee gezichten, die van hollen en die van stilstaan, terwijl hiervoor een betere synthese bestaat.
[1] Dit is een wat uitdagende formulering die refereert aan Marx’ opmerking over de religie als het opium van het volk. Over die uitspraak, zie ook noot 83. Het motto van Rosen is ontleend aan Takashina Rosen, Een snufje zen, in Trevor Legget, Wat is zen, p. 32.
[2] Het citaat komt uit: Sulak Sivaraksa, Wijs en duurzaam, Een boeddhistisch geïnspireerde economie, Uitgeverij Asoka, Rotterdam 2010, p. 83.
[3] Zie Jasper Schaaf, Boeddhisme en betrokkenheid, Kan de Boeddha-dharma bijdragen aan een marxistisch georiënteerde inzet van maatschappelijke betrokkenheid? Dialectiek (eigen beheer), Groningen 2000.
[4] Friedrich Engels: ‘Daarentegen is het dialectisch denken – juist omdat dit het onderzoek naar de aard van begrippen veronderstelt – alleen door de mens mogelijk, en dit pas bij een naar verhouding hoge graad van ontwikkeling (bij de boeddhisten en de Grieken). En dit denken bereikt zijn volledige ontwikkeling pas veel later in de moderne filosofie – en ondanks dat zien we reeds kolossale resultaten bij de Grieken die op het latere onderzoek sterk anticiperen!’, in Dialektik der Natur, Notizen und Fragmente, in MEW, deel 20, p. 491.
[5] Van Sulak Sivaraksa verschenen diverse boeken in het Engels. Bovendien zijn er twee Nederlandse vertalingen, nl. Zaden van vrede, Een boeddhistische visie op maatschappijvernieuwing, Uitgeverij Asoka, Nieuwerkerk aan de IJssel 1997 en Wijs en duurzaam, Een boeddhistisch geïnspireerde economie, Asoka, Rotterdam 2010.
[6] Sulak Sivaraksa, Wijs en duurzaam, p. 39.
[7] International Network of Engaged Buddhists. Dit netwerk wordt onder meer gesteund door andere bekende namen van het hedendaags boeddhisme als de Dalai Lama en Thich Nhat Hanh.
[8] Dit onderwerp komt verder ter sprake in: Jasper Schaaf, Godsdienstkritiek, respect en actieve tolerantie, met name in hoofdstuk 4, Hedendaagse religiekritiek, pp. 71-103.
[9] Door vrijwel alle klassieke denkers. Immers, zij zijn geneigd een balans te zoeken, omdat ze in de filosofie consistentie nastreven. De gezochte en (deels) gevonden balans is dus vaak zowel praktisch politiek als theoretisch.
Bolletje zegt
Dit is een heel interessant artikel
Ik heb me wel een beetje in marxisme verdiept. Eigenlijk kom ik uit de anarchistische hoek, wat wel anders is dan marxisme. Maar ik ben gedesillusioneerd geraakt, met dat wat voor ‘anarchisme’ doorgaat, these days. Het is een tenenkrommend wereldje, vol schreeuwers en pubers.
Wat een overeenkomst is met marxisme en boeddhisme, is de materiële wereldvisie. Een mens, als radertje in een groter geheel. Niet een uniek vaststaand ‘zelf’, maar een wezen, gecreëerd door de sociale en economische condities
Daarnaast, ziet het beide de hebzucht, als iets dat schadelijk is. Marx noemt het ‘vervreemding’, boeddhisten noemen het ‘het leed’
Aangezien Marx zo’n hekel aan religie had ( het bedwelmd de arbeider ), is het net alsof de twee visies los van elkaar staan.
Maar, aanvankelijk was er wel een pact, tussen de Chinese communisten en de boeddhisten. Dit is later aan de kant geschoven en we kennen de afloop.
Anarchisme, had in China nauwe banden met taoïsme, onder een intellectueel genaamd Shivu, die met taoïstische monniken in contact stond. Zij vochten samen tegen de Qing dynastie. Anarchisme was in de 19de eeuw, veel populairder, dan marxisme was, in China . En dan vooral Kropotkin’s anarchisme (Russisch anarchisme, dat sterk agrarisch georiënteerd is )
Dit is allemaal, na de overwinning van Mao, van de kaart geveegd, als zijnde ‘de vijand’
Dus ja, in a nutshell, marxisme en boeddhisme, staan wel en niet tegenover elkaar.
Anarchisme, sluit wat voor religie dan ook niet uit en zegt pluriform te zijn, qua samenlevingsvisie. In het anarchisme is er dus zéker plek voor boeddhisme.
pascal versavel zegt
Bolletje,
Ik deel jouw desillusie met het anarchisme. Over de nauwe banden tussen anarchisme en taoïsme in China had ik nog nooit gehoord. Dat smaakt naar een uitgebreider artikel-:)
Bolletje zegt
Beste Pascal
Ja, ik leende het boekje in de anarchistische bibliotheek in Amsterdam over anarchism in China. Het boek heet Shivu, soul of anarchism in China.
Dit is allemaal een hele complexe geschiedenis. En totaal onderbelicht.
Voordat Mao aan de macht kwam, had de Chinese anarchistische vakbond tienduizenden leden binnen haar gelederen. De marxistische partij,ongeveer tweehonderd leden. Mao heeft zichzelf echt met geweld naar voren geschoven. Terwijl anarchisme als het ware het voorwerk gedaan heeft. Daar heeft Mao misbruik van gemaakt. Hij misbruikte de agrarische structuren, die er al waren. Zijn nadruk op het agrarische is geleend van het anarchisme. Hij heeft het anarchisme zwaar gecorrumpeerd,zou je kunnen zeggen. Zo zei het anarchisme : alle macht aan de boeren, door de boeren, voor de boeren. Mao zei: een fixatie op het agrarische, via een centrale overheid. Maar die fixatie op het agrarische, heeft hij dus van het anarchisme gejat en in zijn opportunistische voordeeltje geplooid.
kees moerbeek zegt
‘Anarchisme, sluit wat voor religie dan ook niet uit en zegt pluriform te zijn, qua samenlevingsvisie. In het anarchisme is er dus zéker plek voor boeddhisme.’
Excusez Bolletje: mooie theorie. De praktijk is anders en al heel lang is mijn ervaring. Het is maar net welke ‘anarchist’ je treft. Of je door een ME’er, fascist of anarchist in het ziekenhuis beland maakt m.i. voor het slachtoffer niets uit. De looie pijp, tafelpoot of lange lat maken geen onderscheid.
Uiteindelijk komt het ook (vooral) onder anarchisten op neer wie de baas is. Grote bek, politieke kletspraatjes, maar in praktijk anders doen, spierballentaal en daadwerkelijk bereid zijn geweld te gebruiken, ook tegen gelijkgezinden. De zogenaamde Harde Kern van de Kraakbeweging jaren 1980 Amsterdam.
Eerst teren op het inkomen van ouders, daarna op de verfoeide staat als student en uitkeringstrekker en vervolgens CEO worden? De koppen zie ik voor me, de namen ben ik vergeten. Een boeddhist is niet haatdragend, maar ook niet simpel van geest.
Waar blijven de excuses van die zogenaamde anarchisten voor hun vijandige manier van omgang met andersdenkenden en buurtbewoners die zich akelig voelen over het lot van hun Joodse buurtbewoners, maar machteloos waren? Deze buurtbewoners spraken geen Engels en zijn dus dom!
Duizenden buigingen, maar Bolletje je reactie kwam hard bij me aan. Het heeft niets met jou te maken.
Namo Guanshiyin Pusa! Een vrijheidslievende en democratische socialist
pascal versavel zegt
Kees, heel wat anarchisten worden inderdaad gedreven door negatieve emoties. Er bestond echter ook een ander christelijk anarchisme (Tolstoi, Dorothy Day). Jammer genoeg weinig bekend en succesvol. In Gent was er tot enkele jaren geleden nog een klein groepje van katholieke anarchisten actief. Ik weet niet of er in Nederland nog christen- of andere geweldloze anarchisten actief zijn.
Bolletje zegt
Beste meneer Moerbeek. Ik heb het nu over de hardware van het anarchisme. Daarmee bedoel ik, de theorie. De Theorie, van mensen als Kropotkin, Bakoenin, Proudhon, Stirner, etc, etc, etc. Kijk, je hebt boeddhistische theorie en dan heb je monniken die zich misdragen, die vrouwen verkrachten etc. Is dat het boeddhisme ?
Ik hoorde dat de Dalai Lama, het goedkeurde dat sommige etnische religieuze minderheden in Azië, gediscrimineerd worden. Is dat ‘het boeddhisme’? De nonnen zogenaamd minder zijn dan monniken, is dat ‘het boeddhisme’ ?
Is, een kraker die scheld en tiert en cool doet, is dat ‘het anarchisme’ ? Ik heb veel over deze kwestie geschreven, onder een van mijn zestig pseudoniemen.
Is een priester, die aan kinderen zit, is dat ‘het christendom’? Ik ga niet iedere katholiek haten, slechts omdat priesters zich misdragen. De bijbel, is slechts de bijbel. Wat iemand daarmee doet, is aan die persoon.
Is Stalin, het marxisme? Nee, als je Marx leest, zie je dat het duizend maal complexer ligt dan dat. Charlatans, die het achteraf claimen, hebben er niet zoveel mee van doen.
Het ligt dus héél genuanceerd.
In de vorige eeuw, was gek genoeg het strenge protestantisme en het anarchisme, in Nederland, vrij sterk verbonden. Denk aan iemand als Domela Nieuwenhuis. De man was een dominee !. Denk aan Le Tolstoj, een christelijke anarchist. Je hebt in Amsterdam nog steeds, katholieke anarchisten. Ik ken anarchisten, die ook christen zijn. Dus ja, natuurlijk kan het. Ik bedoel, als we naar de theorie van het anarchisme kijken, dan kan het.
Dat nare, schreeuwerige types, in Amsterdam jaren 80 zich misdragen hebben, dat is niet ‘het anarchisme’ (theoretisch gezien).
Ik heb het nu over de negentiende eeuw, China. Waar Chinese studenten, in Parijs onderwezen zijn, terugkwamen en het toen populaire anarchisme met zich meenamen. Zij wilden dit gebruiken, om China te moderniseren en zij vonden Taoisten aan hun zijde. Dit is slechts geschiedenis, dit zijn slechts droge feiten. Interessante geschiedenis, waar je niet veel over hoort.
Boeddhisme is geweldloos, maar in de negentiende eeuw, in China, zat het allemaal een beetje anders in elkaar. Er was een hevige strijd gaande. Taoisten, deinsden niet terug voor bomaanslagen op Quing generaals.
Afijn, jij hebt van anarchisme een slecht beeld en dat is niet gek. Zoals ik zei, er zitten veel dwazen tussen. De paar anarchistische intellectuelen in Nederland, zijn zich hier ook wel van bewust. Anarchisme heeft een PR probleem.
Ik zeg je alleen, als je dat slechte beeld van anarchisme uit je hoofd zet en wat van de hardware gaat bestuderen, dan zie je dat de THEORIE wél heel interessant is. Lees bijvoorbeeld wat van iemand als Thom Holterman. Een rechtsgeleerden en anarchist.