Veelal zie je meditaties, en zelfs het hele boeddhistische pad, onderverdeeld in fasen. Zoals eerst ‘samatha’ voor kalmerende technieken en vervolgens ‘vipassana’ voor hulp bij het bereiken van inzicht. Of bij de vajrayana de ‘funderingstechnieken’ (mula yoga’s) waarna dan de hogere technieken komen. In de basisindeling van mijn traditie zijn er vier hoofdgroepen:
- Integratie (o.a. zen-achtige ademhalingsmeditatie)
- Ontwikkelen van positieve emoties (o.a. kindfulness/metta bhavana). Hierin zit ook de subgroep ‘ontwikkelen van ontvankelijkheid’, met bijvoorbeeld pujas.
- Spirituele dood, met technieken zoals zes elementenreflectie.
- Spirituele wedergeboorte, met bijvoorbeeld de mahayana/vajrayana visualisaties van boeddha’s en bodhisattvas.
Je ziet grote parallellen met de samamatha/vipassana opbouw en de lagere/hogere opbouw van het vajrayana. Het maakt allemaal niet al te veel uit, het gaat er om dat je kunt herkennen waar het onderwerp van deze keer ‘op zijn plaats valt’ in de meditaties die je gebruikt.
Spirituele dood uitgewerkt
De fase van ‘dood’ betreft natuurlijk niet je eigen overlijden, maar een stuk inzicht dat jouw leven in de oude identiteit niet klopte. En dus een duidelijk voornemen om langzaamaan te veranderen, en een identiteit die meer in lijn is met Boeddha’s adviezen te gaan ontwikkelen (wedergeboorte). Dus meer ethisch, minder materialistisch en noem maar wat waarden op. Het is behoorlijk te vergelijken met een aantal stappen op het spiralen pad, zie bijvoorbeeld
Het verschil tussen je oude en nieuwe identiteit kun je enigszins vergelijken met wat in je vroege tienerjaren gebeurt. Als kind waren je idealen eerst knuffels en poppen, en daarna pakweg Lego of racebanen of wat ook maar een kinderhart kan vullen. Maar gaandeweg wordt dat achter je gelaten als ‘kinderachtig’ en ‘niet cool’ en gaat het bijvoorbeeld om de beste make-up, je kwaliteiten op dansles of je sportprestaties. Die dan 5-10 jaar later weer vervangen worden door pakweg de eerste auto of stoerste zelf bijeen gespaarde notebook.
Net zo kunnen glimpen van wat op het spiralen pad nibbida heet, walging/terugtrekking, je doen ervaren dat bijvoorbeeld
- Je medemens als agressieve concurrent beschouwen niet slim is; inplaats daarvan kunnen ze als levend wezen doel van je metta te zijn.
- Je leven te bouwen op hebben-hebben-hebben uiteindelijk ook alleen maar verliezers oplevert; delen-geven-delen-geven is beter.
- Alsmaar nieuwe genotsdoelen na te jagen omdat de vorige (qua eten, TV, seks, reis-bucketlist) slechts kort voldoening boden – het werkt niet. Inplaats daarvan helpt samtushti oftewel rust, eenvoud en tevredenheid. Het principe van dukkha is accepteren wat er aan beperkingen zitten aan samsara, en binnen die grenzen is genieten-van-het-tijdelijke uitstekend!
Dit is, als voorbeeld, de uitwerking van terugtrekking voor de eerste drie leefregels met hun positieve tegenhangers. Maar je zit vaak zo verdiept in deze samsarische illusies dat het soms moeite kost je daaruit weg te trekken.
De parabel van het brandende huis
Vandaar dat een serieus boeddhist, en zeker de Boeddha zelf, wel eens grover geschut inzet om studenten duidelijk te maken op welke dwaalwegen ze bezig zijn. De parabel van het brandende huis uit de lotus soetra is in dit verhaal goed verwoord
Hier kan de rijke vader zijn kroost maar niet duidelijk maken dat ze klem zitten in een brandend huis. En verzint daarom het verhaal van het ‘nog mooiere speelgoed’ dat buiten voor ze klaar ligt; pas nadat ze de brand onsnapt zijn danken ze pa voor diens leugentje-om-bestwil. Ook ‘weglokken’, maar vermoedelijk zonder leugens, is wat Boeddha met zijn neef Ananda doet; die is smoorverliefd op een schone dame maar wordt door Boeddha weggelokt het monnikskleed in, met de belofte dat hij door diepe meditaties nog veel gelukzaliger ervaringen gaat krijgen dan het meiske ooit kan geven. En, achteraf, blijkt Annda daarvan inderdaad oppergelukkig (en zelfs verlicht) te worden.
Toch moeten we hier erg mee oppassen; spirituele dood en wedergeboorte zijn zelden een totaal breken met je verleden en zeker je leefstijl. Het is allemaal niet zo extreem als Gautama die zijn haar en rijke kleding achterliet en een totaal nieuw leven nodig had voor de ontwikkeling. Het is veel meer kleine stapjes, o.a. door op retraite te gaan en te streven naar ‘in de wereld zijn maar niet van de wereld’. Maar qua motivatie om die stappen te zetten is ‘grof geschut’ soms echt nodig; mik op de sterren om de maan te bereiken!
Het uitzichtpunt
En dat brengt me op een stukje persoonlijk verleden, en ook een pop-songtekst die veel van mijn vrienden inspireerde en jou misschien ook. In een tijd dat ik jonger was, zelfs voordat ik me echt boeddhist noemde, studeerde ik bij een sangha waar zich een studiegroep tot een vrij hechte kluit vrienden vormde. En, geïnspireerd door anderen, besloten we om inplaats van 3 weekends per jaar om te schakelen tot ongeveer 20 weekends per jaar (werk-)retraites.
Het kon allemaal met wat passen en meten, niemand had nog een gezin en cursus/huiswerktijd kon worden vrijgemaakt. En ik en anderen zaten dus écht frequent te mediteren in een klappertandend koude keet, of te plamuren en bikkelen met primitief materiaal. En dat op een steenworp afstand van de grote weg in het mondaine Zeist met verlokkingen zoals luxe auto’s en bars. Het was écht geloven in waar je mee bezig was, ver buiten je comfortzone opereren; als je dat niet deed was het snel afhaken en kiezen voor de verleidingen van het gewone leven van je leeftijdgenoten. Dat gevoel van ‘terugtrekken omdat je er in gelooft’ is me altijd bijgebleven, ook in de retraites die ik nu meemaak in Nederland, Engeland en India. En nee, mijn huidige levensstijl enzo staan niet meer toe om dit soort intensieve tijdsinvesteringen te doen, ook al biedt mijn huidige traditie enkele vergelijkbare ‘retraiteprojecten’.
En uit die tijd dateert ook onderstaande songtekst. Deels autobiografisch- de zanger groeide op nabij Solsbury, en toen hij dit schreef had hij nét gekozen om de verleiding van het grote geld af te slaan. Inplaats van door te gaan met zijn oude band Genesis, die steeds populairder werd maar ook steeds commercieler en artistiek middle-of-the-road, ging hij zijn eigen (solo-)weg om muziek te maken waar hij écht in geloofde.
Climbing up on Solsbury Hill
I could see the city light
Wind was blowing, time stood still
Eagle flew out of the night
He was something to observe
Came in close, I heard a voice
Standing stretching every nerve
Had to listen had no choice
I did not believe the information
(I) just had to trust imagination
My heart going boom boom boom
“Son,” he said “Grab your things,
I’ve come to take you home.”
To keep in silence I resigned
My friends would think I was a nut
Turning water into wine
Open doors would soon be shut
So I went from day to day
Tho’ my life was in a rut
“Till I thought of what I’d say
Which connection I should cut
I was feeling part of the scenery
I walked right out of the machinery
My heart going boom boom boom
“Hey” he said “Grab your things
I’ve come to take you home.”
When illusion spin her net
I’m never where I want to be
And liberty she pirouette
When I think that I am free
Watched by empty silhouettes
Who close their eyes but still can see
No one taught them etiquette
I will show another me
Today I don’t need a replacement
I’ll tell them what the smile on my face meant
My heart going boom boom boom
“Hey” I said “You can keep my things,
they’ve come to take me home.”
- ‘Home’ – voor de verteller is het leven beneden in de vallei blijkbaar niet zijn ware huis. En dus reden eraan te ontsnappen, in ieder geval tijdelijk naar de het uitzicht vanaf de top en misschien wel naar een meer reflectief leven en/of retraites?
- ‘My friends would think’ – ja bezig gaan met boeddhisme is voor sommige bestaande vrienden lastig uit te leggen. Want je erkent langzaamaan dat sommige doelen en fundamenten van je leven faliekant fout waren. Als dat voor die vrienden betekent dat je gek geworden bent, dan zal er iets qua communicatie moeten veranderen wil de vriendschap nog een toekomst hebben…
- ‘Which connection I should cut’ – dat is een logische stap als je bezig bent te ontsnappen aan de samsarische mallemolen. Maar misschien kun je, dat is een stukje kern van de spirituele dood, vriendschappen en familiebanden niet zomaar doorsnijden doch proberen ze een andere inhoud te geven?
- ‘I walked right out of the machinery’ – is ongeveer vergelijkbaar met de eerdere statements. Als het bestaan vol mechanische patronen en reflexen zit dan is terugtrekken soms inderdaad nodig.
- ‘I will show another me’ – Nu wordt het al genuanceerder, en wil de verteller vooral zijn andere zijde laten zien. Met duidelijk meer op geweten en ethiek gebaseerde waarden dan wat hij beneden in de vallei, in de samsarische mallemolen, kon laten zien. Vandaar ook dat ‘think that I am free’ een paar regels terug.
- ‘You can keep my things’ – Eerst was er sprake van een reis vanaf de heuveltop naar het nieuwe leven met medeneming van zijn essentieele bezittingen. Nu dringt al het inzicht door dat hij juist veel van die bezittingen moet weggeven om écht op reis te kunnen.
En die laatste zin brengt ons misschien wel het dichtste bij spirituele dood: vanuit ‘terugtrekking’ uit het normale gedrag gebaseerd op hebzucht, onwetendheid en haat probeer je nieuw en meer ethisch gedrag te ontwikkelen. En veel van je ‘bezittingen’, denk primair aan gewoonten of eigendunk en misschien ook aan materieele zaken waar je emotioneel aan vastzit, worden dan plotseling veel minder belangrijk. Sterker nog, je kijkt langzaam aan op ze terug als kinderachtige hechtingen en verkeerde inzichten; en nu je probeert spiritueel meer volwassen te worden is het niet meer dan logisch om ze achter je te laten…
En dit stukje advies sluit dan weer mooi aan bij een tekst uit het vajrayana.
Dit menselijk leven is waardevol,
een kans om te ontwaken,
maar dit lichaam is vergankelijk:
voorbereid of niet, op een dag zal ik sterven
Dit leven moet ik dan ook zien
als een kleine regendruppel,
iets moois dat verdwijnt,
zelfs als het nog in wording is.
Het karma dat ik maak
bepaalt de loop van mijn leven,
maar hoe ik ook handel,
aan de moeilijkheden van het leven
valt niet te ontkomen;
Niemand heeft alles in de hand.
Alleen de Dharma
kan mij en anderen
voor altijd bevrijden van lijden.
Daarom breng ik in herinnering
mijn verlangen naar vrijheid,
en neem ik mij voor
dit keer op keer waar te maken.
Niet veel aan toe te voegen, toch? Klim (in ieder geval figuurlijk) naar een uitzichtpunt en werp een blik op hoe je leven-in-samsara zich ontwikkeld heeft; alle kans dat er met wat elementen van spirituele dood verbetering te brengen is, want alleen dharma brengt échte vrijheid.