Vandaag deel acht in de serie Tweespraak. De auteurs -psychotherapeut Rob van Boven en psycholoog Luuk Mur, praten over verschillen en overeenkomsten tussen psychotherapie en Dzogchen. De lezer wordt van harte uitgenodigd om mee te praten.
Luuk: Onlangs sprak ik een oud klasgenoot van me. Hij bleek zich al langere tijd met boeddhisme bezig te houden.
“Ik ben de zestig al voorbij en toch zitten mijn jeugdervaringen me nog dwars.. In mijn boeddhisme lessen en meditaties heb ik geleerd dat ik mijn gedachten en gevoelens niet ben. Maar -ik- ervaar vele dagen als een worsteling, ondanks alle inmiddels opgedane inzichten. En het gaat maar door…”.
Hij zal niet de enig zijn, dacht ik. Veel mensen die bij het boeddhisme terecht komen, zijn gaan zoeken omdat ze zich niet gelukkig voelden.
Rob: We kunnen inderdaad doorlopend overhoop liggen met gevoelens die we betitelen als naar en geloven dat deze gevoelens het probleem zijn. Het is echter mijn mening dat welk gevoel we ook hebben, dit niet het probleem is. De situatie is wellicht naar maar niet de gevoelens, die een gevolg van een situatie zijn. Onze gevoelens zijn signalen. Als we snappen waar onze gevoelens ons op willen attenderen en daar adequaat op handelen, dan zal het signaal weer doven. Voor mij betekent dit dat als iemand het over nare gevoelens heeft het belangrijk is om de omstandigheden te onderzoeken waar de gevoelens naar verwijzen. Zie ik het gevoel als een probleem en wil ik het gevoel kwijt dan los ik niets op.
Door voortdurend te werken, middelen gebruik, verdringing en ontkenning, doorlopend afleiding te zoeken kan iemand proberen zijn ‘nare’ gevoelens buiten zijn bewustzijn te houden. Daardoor doe je niets aan je situatie, waardoor je steeds meer inspanning moet doen om je gevoelens eronder te houden. Het kost erg veel energie en het heeft een averechts effect. In mijn boek ‘De Pijnparadox’ is dit het centrale thema, dat we door onze pijn niet onder ogen te willen zien deze juist vergroten.
Luuk: Iemand zegt in een vergadering iets kritisch en je voelt je gelijk aangevallen, kwaad worden. Of je denkt een praatje met de buurman te maken, die echter snel naar zijn werk moet, maar je krijgt het idee dat hij je niet mag en je voelt je eenzaam.
In het boek Homo Deus onderscheidt Yuval Noah Harari* het ervarende zelf en een verhalende zelf. Het verhalende zelf gebruikt onze ervaringen als ruwe grondstoffen voor zijn interne verhalen. De verhalen bepalen op hun beurt weer wat het ervarende zelf voelt. We identificeren ons, volgens Harari, voornamelijk met het verhalende zelf. We construeren een beeld/ verhaal van onszelf, dat is gebaseerd op ideeën en herinneringen.
En we doen er alles aan om van alle actuele ervaringen die we hebben toch een logisch verhaal te handhaven. Dit doen we door tegen onszelf te praten, het verleden steeds weer voorbij te laten komen en te fantaseren over de toekomst. Het maakt ons kennelijk niet uit of het verhaal vol leugens en gaten zit, waar het om gaat is dat we het gevoel houden dat we één onveranderlijke identiteit hebben.
Rob: Hierin herken ik mijn theorie over het geloof wat we geconstrueerd hebben aan de hand van onze ervaringen. We proberen allemaal een intern consistent verhaal te maken op dat we onze wereld kunnen begrijpen. Dit verhaal ontwikkelen we voor een groot deel in onze kindertijd. Als kind zien we onszelf als middelpunt en daarom zien we ons gedrag altijd als verklarende factor. Een kind dat ernstig tekort gedaan wordt door zijn opvoeders, zal toch vaak denken dat het aan hemzelf ligt, dat hij een vervelend kind is. Dit wordt zijn geloof en het geloof wordt gepredikt door de overlever. Omdat we ons hier vaak niet van bewust zijn hanteren we het geloof als de waarheid.
Luuk: Anyan Rinpoche**is van mening dat het geheim van bevrijding van nare gevoelens zit in het begrijpen waarom onze emoties zoveel lijden veroorzaken. Als voorbeeld noemt hij dat we van mening kunnen zijn dat niet gelukkig zijn het gevolg is van de vele problemen die we in ons leven tegen komen. Hoewel we wel weten dat we de omstandigheden om ons heen en de reacties van mensen niet kunnen controleren, ervaren we desondanks veel teleurstelling en pijn. Anyan Rinpoche verwijst naar de vier edele waarheden***, door de Boeddha na zijn verlichting als eerste onderricht uitgesproken (het bestaan van lijden, de oorzaken van lijden, het einde van lijden is mogelijk, het pad dat lijdt naar het opheffen van de oorzaken van lijden).
Anyan Rinpoche is van mening dat Tibetanen anders met hun emoties omgaan dan mensen in Amerika, het land waar hij ruim tien jaar geleden is gaan wonen. In Tibet is het belangrijkste hoe de groep zich voelt en in Amerika gaat het om het individu. In Tibet probeert men te genieten van de familie en vrienden en focust men niet te veel op individuele emoties. Door ons in het Westen zo op gevoelens te focussen kan je extreem sensitief worden, waardoor we op alles en iedereen gaan reageren. Emoties zijn zo de basis geworden van de Amerikaanse identiteit. Zelfs in de taal zie je dat letterlijk terug. Amerikanen zeggen “I am angry” rather than “I have anger”. Dat laatste zeggen ze wel in de Spaanse taal. In het Tibetaans zeg je “Anger is present”. We verbinden de woede helemaal niet met -ik-.
Het boeddhistische pad heeft gereedschappen om ons te trainen niet zoveel energie in onze emotionele reacties te stoppen. In de eerste plaats raadt hij mindfulness aan, waardoor je kan gaan inzien hoe veranderlijk emoties zijn. Die ervaren helpt je om je er niet mee te identificeren.
In de tweede plaats is het belangrijk om te leren je emoties niet te linken aan omstandigheden buiten je. Het is verstandiger om in te zien welke emotionele gewoontes jezelf hebt.
En alle meesters in het boeddhisme hebben er op gewezen dat werkelijk geluk komt door de mensen en omstandigheden om je heen te accepteren.
Rob: Voor mij blijft het zo dat onze emoties niet het probleem zijn, emoties verwijzen naar problemen. Het probleem kan echter ontstaan doordat we vanuit ons geloof een specifieke betekenis geven aan de situatie. Door die betekenis die we zelf aan de situatie geven ontstaat vaak lijden.
Met andere woorden ons geloof over onszelf en over het leven is veelal het probleem, veel vaker dan de feitelijke situatie.
Problemen ontstaan dan tot op zekere hoogte, omdat we leven alsof we moeten overleven. Ik denk dan met name aan liefdesrelaties die fijn beginnen. We kleuren op een gegeven moment de relatie zo in met ons geloof dat we denken iets te moeten bewijzen of onze vrijheid te moeten bevechten. We geloven dat we ons terug moeten trekken, moeten vechten of ons moeten aanpassen om ons staande te houden, in wat begon als een liefdesrelatie.
Juist met deze overlevingsstrategieën organiseren we pijn, zowel bij onszelf als bij de ander en maken we waar wat we vanuit ons overlevingsgeloof al geloofden, terwijl in oorsprong er gewoon vrede was.
Luuk: Het verhaal dat je jezelf vertelt is een illusie bij Dzogchen, of in jouw woorden een geloof. Het gaat om het ontdekken van je ware aard. Het gaat om wakker worden, om waking-up.
Psychotherapie wordt in spirituele kringen ook wel growing-up genoemd, omdat het zich bezighoudt met de inhoud van de verhalen, het geloof, de illusie. En hoe volwassener (grow-up) het zelf is van iemand die ‘wakker’ is geworden (wake-up), hoe duidelijker en indrukwekkender hij of zij zich kan manifesteren.
*Yuval Noah Harari schreef de bestseller Homo Sapiens dat invloed had tot in het witte huis van Obama. Onlangs verscheen in Nederlandse vertaling Homo Deus.
** Anyen Rinpoche, is een Tibetaanse master in Dzogchen meditatie. He onderwees in Tibet, China, Zuidoost Azië, Japan, en Noord Amerika.
*** zie bijvoorbeeld: https://nl.wikipedia.org/wiki/Vier_edele_waarheden
Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland.
Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.
Herman zegt
Het leven is een spiegel; je bent jong en je meent problemen te hebben; je wordt ouder en de problemen van voorheen worden pietluttigheden; je lichaam laat het afweten en plots worden zo veel zogenaamde problemen als luxe aanzien – het leven is een spiegel en brengt continu aan wat je niet verwacht had.