VN-secretaris generaal Ban Ki-moon heeft zich deze week gekeerd tegen extreme elementen –hardline monniken- in Birma die haatzaaiende taal bezigen en onverdraagzaamheid prediken jegens religieuze minderheden, enkele dagen voordat zondag in Birma democratische verkiezingen worden gehouden. De verkiezingen vinden plaats na een halve eeuw van militaire dictatuur maar worden overschaduwd door een opkomend tij van de anti-moslim sentiment, geïnitieerd door een kleine maar steeds meer invloed krijgende nationalistische monniken.
Ban Ki-moon toont zich diep bezorgd over de haatzaaiende taal van deze monniken, het aanzetten tot gemeenschappelijke vijandigheden en het misbruik van het boeddhisme voor politieke doeleinden. Ban Ki-moon noemde de boeddhistische groepering niet bij naam maar maakte wel gewag van de vulgaire opmerkingen tegen de VN-rapporteur voor Birma, Yanghee Lee die tijdens een bezoek aan Birma in januari van dit jaar door de invloedrijke monnik Wirathu een hoer werd genoemd.
De zogenaamde Ma Ba Tha beweging en Wirathu stimuleren het anti-moslim sentiment in Birma. De kern van hun ideologie is de overtuiging dat de boeddhistische identiteit wordt aangetast door moslims en andere etnische minderheden, groepen die al decennia in Birma wonen. Tientallen moslims zijn de afgelopen jaren om het leven gekomen bij dood boeddhisten veroorzaakte gewelddadigheden. Zeker 140.000 Rohingya moslims zijn op de vlucht geslagen. Duizenden moslims mogen zondag hun stem niet uitbrengen omdat ze stateloos zouden zijn.