Dr. Lobsang Sangay, de premier van de Tibetaanse regering in ballingschap, bracht onlangs een bezoek aan Brussel, Antwerpen en Amsterdam. Na een korte voorbereidingstijd werd een aantal openbare bijeenkomsten georganiseerd en vonden in besloten ontmoetingen met diverse ambtenaren gesprekken plaats over de vluchtelingenstatus van de Tibetanen in België en Nederland.
Wie is deze politicus en staatsman, politiek leider van zes miljoen Tibetanen? Lobsang Sangay is in 1968 geboren in een Tibetaanse nederzetting in het Indiase Darjeeling. Hij groeide op te midden van theevelden, koeien, kippen, als kind sprokkelde hij hout in het bos en hielp zijn ouders, bijvoorbeeld bij het verkopen van wintertruien.
De Tibetaanse naam ‘Lobsang Sangay’ betekent: ‘goedhartige leeuw’.
Zijn vader die in 2004 overleed, was aanvankelijk een boeddhistische monnik in Lithang, zijn moeder kwam uit Chamdo. Beiden zijn dus geboren in Tibet. Toen in 1950 de Chinezen Tibet binnenvielen, sloot zijn vader zich aan bij de guerrillastrijders en verdedigde gewapenderhand het Tibetaanse grondgebied.
De inmiddels 46-jarige Lobsang Sangay behoort tot de tweede generatie Tibetanen die in ballingschap leeft. Hij is aan verschillende universiteiten afgestudeerd en is opgeleid tot jurist, gespecialiseerd op het gebied van internationaal recht, democratisch constitutionalisme en conflictoplossingen.
Sangay is goed bekend met de hedendaagse Chinese politiek, vanaf zijn studententijd is hij Tibet-activist. Deze premier in ballingschap heeft in honderden seminars over de hele wereld gesproken en –onder andere over de kwestie Tibet- gedebatteerd met gerenommeerde Chinese geleerden van topuniversiteiten in China.
Aan de Harvard Universiteit organiseerde hij zeven grote conferenties met Chinese, Tibetaanse, Indiase en westerse geleerden, waaronder twee ontmoetingen tussen de Dalai Lama en Chinese geleerden in 2003 en 2009. In 2007 werd hij geselecteerd als één van de vierentwintig Young Leaders van Azië door de Asia Society en was afgevaardigde naar het World Forum for Justice in Wenen, waar topjuristen en rechters uit de hele wereld bij elkaar kwamen.
In 2011 huwde hij met Kesang Yangdon Shakchang en zij hebben samen een dochtertje van zes jaar. Het gezin woont in Boston, Amerika, zijn moeder woont bij hen in.
Lobsang Sangay werd op 8 augustus 2011 in het Indiase Dharamasala officieel beëdigd tot premier, nadat de Dalai Lama zijn politieke functies had neergelegd. Tibetanen buiten Tibet kozen Lobsang Sangay in vrije en democratische verkiezingen als de ‘derde Kalon Tripa’ van de Tibetaanse regering-in-ballingschap. Deze aanduiding- de derde Kalon Tripa (hoofd van het kabinet), werd op 20 september 2012, na een unaniem aangenomen resolutie door het Tibetaans parlement, gewijzigd in Sikyong’ dat overeenkomt met ‘politieke leider’. De titel ‘Kalon’ voor de overige kabinetsleden is hetzelfde gebleven.’
Een maand
De verkiezingen in 2011 duurden en maand, 83.400 stemgerechtigde Tibetanen in India, België, Nederland Amerika, Australië, Canada, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, Oostenrijk, Polen, Rusland, Taiwan en Zwitserland (in Nepal was het verboden) hun stem uitbrengen op drie kandidaten. Met 55% werd Lobsang Sangay gekozen tot minister-president. De andere kandidaten waren: Tenzin Tethong (37,4%) en Tashi Wangdi (6,4%).
Veel Tibetanen gaven en geven de nieuwe premier de bijnaam: de ‘Tibetaanse Obama’, een jonge en dynamische leider met een sterk charisma. Hij won deze historische verkiezingen na het voeren van een campagne waarin werd opgeroepen tot ‘eenheid, zelfredzaamheid en innovatie’ als leidende principes. Hij riep op tot een vreedzame oplossing van de Tibetaanse kwestie, op zoek naar echte autonomie onder de grondwet van China, dus volgens het ‘Middenweg’-beleid.
Het overdragen van de politieke verantwoordelijkheid aan Lobsang Sangay betekende een heuse koerswijziging binnen het vierhonderd jaar oude instituut van ZH de Dalai Lama. De politieke verantwoordelijkheid ging naar een jonge, nieuwe politicus zonder veel regeringservaring. De ervaring die deze politicus wel had deed hij op als minister van onderwijs in dezelfde regering.
De Dalai Lama nam al jong zelf de politieke verantwoordelijkheid in en over Tibet op zich. Vanaf zijn zestiende was hij, door de veranderende situatie in zijn land, de hoogste politieke leider. Zijn voorganger was Sikyong Tagdrag Rinpoché. ‘Maar nu, in de 21e eeuw, nu de democratie bloeit, draag ik de politieke leiding van Tibet over aan Sikyong Lobsang Sangay’, zei ZH de Dalai Lama op 8 augustus 2011.
Politiek en religie
Voor een groot deel is de politiek nu gescheiden van de ‘religie’. Door de overgang naar de democratische en constitutionele regeringsvorm verandert dit nog steeds van dag tot dag.
Toen Tibet door het Chinese volksleger in 1959 bezet werd, had ZH de Dalai Lama op 26-jarige leeftijd in India –waar hij heen was gevlucht- een visioen over het oprichten van een democratisch regeringssysteem in ballingschap. Die droom kwam uit want op twee september 1960 werd het eerste Tibetaanse parlement in het leven geroepen.
In 1963 werd het eerste vrouwelijke parlementslid gekozen in de Tibetaanse regering-in-ballingschap. Om een vergelijking te trekken: in Zwitserland werd de eerste vrouw in 1970 benoemd in die regering. In 1963 kwam de eerste Tibetaanse Democratische Grondwet-in-ballingschap tot stand. Voor sommige Tibetanen was dat onwennig, omdat de Dalai Lama er namelijk op aandrong, dat ook hij zich aan de grondwet moest houden.
In de loop der jaren werden diverse grote hervormingen doorgevoerd; in 2001 en 2010 kwamen er politieke leiders. In 2011 waren er verkiezingen, waarbij dr. Lobsang Sangay door het Tibetaanse volk uiteindelijk de post van premier kreeg toegewezen. In feite volgens het Amerikaanse systeem, waarbij de regeringsleider door het volk gekozen wordt. In Nederland en België wordt dit gedaan door het parlement.
Het Middenweg-beleid
De huidige Tibetaanse regering in ballingschap volgt het Middenwegbeleid. Het is expliciet het officiële beleid sinds de jaren zeventig. Het begon zich vanaf 1974 te ontwikkelen na grondig overleg tussen de Dalai lama, het Tibetaanse kabinet (de Kashag), het parlement en andere Tibetaanse leiders. Het is gebaseerd op geweldloosheid en dialoog. Het merendeel van de Tibetanen heeft gekozen voor autonomie voor het Tibetaanse volk in Tibet.
Er zijn binnen de Tibetaanse gemeenschap echter verschillende opvattingen, een kleine groep pleit namelijk voor totale onafhankelijkheid (‘Rangzen’). De premier wil dit bespreekbaar houden in een poging hiermee verdeeldheid binnen de Tibetaanse gemeenschap te voorkomen.
Lobsang Sangay heeft beloofd er naar te streven de vrijheid in Tibet te herstellen en de terugkeer van ZH de Dalai Lama naar Tibet (‘De Tibetaanse Droom’) te bewerkstelligen. Hij streeft naar de hereniging van de Tibetanen en zal werken aan de visie van de Dalai Lama om een seculiere democratische samenleving te creëren.
Het Middenweg-beleid van de Tibetaanse regering-in-ballingschap pleit voor een win-win situatie: China kan de soevereiniteit en het territoriale gezag behouden en de Tibetanen in Tibet hun autonomie. Een vreedzame oplossing kan volgens deze regering alleen verkregen worden door een vreedzame dialoog.
Premier Lobsang Sangay zegt dat hij geen uitzonderlijke democratische rechten voor de Tibetanen in Tibet zoekt, maar alleen de toepassing van de Chinese nationale en regionale wetgeving inzake autonomie zoals in de Chinese grondwet is vastgelegd. Formeel zou dat geen probleem hoeven te zijn.
De Chinese grondwet zegt namelijk:
- ‘Alle etnische groepen binnen de Volksrepubliek China zijn gelijk’.
- ‘De staat beschermt en handhaaft de wettelijke rechten en belangen en ontwikkelt een relatie van gelijkheid, eenheid en wederzijdse bijstand tussen alle Chinese etnische groepen’.
- ‘Discriminatie en onderdrukking van elke etnische groep, is verboden’.
- ‘Elke groep heeft gelijke rechten volgens de burgerwet’.
Het Middenwegbeleid vraagt alleen aan China zich te houden aan de eigen grondwet en wil een eigen, Tibetaans bestuur. ‘In wezen, als de Chinese overheid zijn eigen wetten toepast, kan echte autonomie aanvaard worden’, zegt Lobsang Sangay.
De Tibetaanse regering-in-ballingschap is dus niet uit op het invoeren of toestaan van haar eigen vorm van democratie, maar om de rechten van de Tibetanen te respecteren en garanderen volgens de bepalingen van de Chinese grondwet. Maar helaas zijn papier en praktijk zijn twee verschillende dingen.
De ironie van China is dat het grootste aantal boeddhisten in de wereld nu juist in China wonen, officieel driehonderd miljoen, maar er wordt ook gesproken over vijfhonderd miljoen. Volgens premier Lobsang Sangay is er een groeiend besef onder Chinese schrijvers, geleerden en de meer dan driehonderd miljoen boeddhisten in dat land, dat de Middenweg aanpak redelijk en gematigd is.
‘De Tibetaanse strijd is niet tegen het Chinese volk of tegen China, maar tegen de harde beleidslijn van het Chinese regime in Tibet. De strijd is tegen degenen die de vrijheid, gerechtigheid, waardigheid en de identiteit van het Tibetaanse volk ontkennen’, zegt hij.
‘De Tibetaanse Droom’
Misschien dat de geschiedenis zich inderdaad kan herhalen. In 1910 werd de 13e Dalai Lama gedwongen, eveneens door een inval van Chinese troepen, het Potala Paleis in Lhasa in Tibet te ontvluchten. Hij beloofde zijn volk echter terug te keren. In 1913 gebeurde dat inderdaad en verklaarde zich Tibet onafhankelijk van China. De situatie tussen Tibet en China wisselde daarvóór al regelmatig, soms was Tibet een protectoraat van China, vaak ook was het een van China onafhankelijk gebied.
Bijna een halve eeuw later deed de huidige 14e Dalai Lama op de noodlottige avond van 17 maart 1959, voorfgaand aan zijn vlucht naar India, eveneens de belofte om terug te keren naar Tibet.
Het nakomen van de belofte kan de premier niet alleen realiseren. Hij heeft hiervoor de hulp van de internationale gemeenschap nodig. ‘De aanhoudende politieke repressie, gedwongen culturele assimilatie, economische marginalisering en de vernietiging van het milieu in het bezette Tibet is onaanvaardbaar’, vat premier Lobsang Sangay de situatie samen. China heeft intussen de deur voor de onderhandelingsdelegaties over de kwestie Tibet hard dichtgegooid. Na negen dialoogrondes tussen de afgevaardigden van de Dalai Lama en van de Chinese regering- in 2002 en 2010, is er geen bijeenkomst meer geweest. China weigerde ook consequent de premier te erkennen als de politieke eerste man van het Tibetaanse volk in ballingschap en met hem een dialoog aan te gaan. ‘We blijven daar nog altijd op hopen’, zegt Lobsang Sangay
Zelfverbranding
Wanneer Tibetanen in Tibet reageren op mensenrechtenschendingen, riskeren zij een langdurige gevangenisstraf, marteling, publieke vernedering en verdwijnen in de handen van de Chinese veiligheidstroepen. Het verbod op vreedzaam protest en de strenge straffen dwingen Tibetanen toevlucht nemen tot zelfverbranding.
Ze kiezen voor de dood in plaats van zwijgen en stilte en onderwerping aan het Chinese regime. Hun sterven is ook bedoeld om signalen aan de internationale gemeenschap over de noodtoestand en emoties in Tibet te geven. De premier heeft herhaaldelijk bij de Tibetaanse gemeenschap er op aangedrongen niet de toevlucht te nemen tot welke vorm van drastische maatregelen dan ook, met inbegrip van zelfverbranding. Ondanks deze oproep gaan de zelfverbrandingen nog steeds door, omdat de feitelijke oorzaak bij de Chinese repressie in Tibet ligt.
Zelfverbranding als wijze van protest is vanuit boeddhistisch perspectief een vorm van geweldloosheid waarbij het opzettelijk toebrengen van schade aan anderen wordt vermeden. Het is een gewelddadige handeling op zichzelf, maar in ruimere zin kan het niet worden gecategoriseerd als ‘geweld’.
Hoe vrij is vrij in Tibet? Buiten elk groot klooster in Tibet is een politiebureau gebouwd of een militaire kamp opgezet. Zo’n 2700 kloosters hebben een ‘democratisch directiecomité’. Dat klinkt democratisch, maar het wordt bezet door Chinese leden van de Communistische Partij (CCP).
Deze partijleden beslissen wie mag worden opgenomen in het klooster en wie uit het klooster moet worden verbannen. De eerste reeks zelfverbrandingen was door monniken van het Kirti klooster. Zij werden als eersten geconfronteerd met het harde beleid van het Chinese regiem, ook werden zij gedwongen op een foto waarop ZH de Dalai Lama stond afgebeeld, te spugen en te stampen.
De kruik gaat net zolang te water tot zij breekt. In 2008 kwamen voor het eerst sinds lange tijd Tibetaanse mannen en vrouwen, jong en oud, nomaden en boeren, monniken en nonnen, in opstand tegen de Chinese overheersing in Tibet. China trad daar hard tegenop.
Ondanks dit alles is de premier nog steeds hoopvol met de geweldloze Middenwegmethode Tibet te herwinnen. Dat is ook waarom hij naar het vrije en democratische Amerika vertrok en terugkwam om voor de Tibetaanse zaak te strijden. De premier heeft zelf nog nooit een voet op Tibetaans grondgebied kunnen zetten.
Zijn vader overleed in 2004 en had gehoopt ooit terug te keren naar Tibet. Evenals zo vele Tibetanen in ballingschap die nog altijd deze grote wens koesteren. Dit gegeven motiveert de jonge politicus vastberaden te zijn voor ‘De Tibetaanse Droom’. Dat is zijn enige doel in zijn leven. Het is tevens een zoektocht naar zijn eigen identiteit en waardigheid.
Lobsang Sangay profileert zich internationaal. Hij bezocht twee weken geleden België en Nederland en op dertien oktober 2014 was hij te gast bij het Forum 2000 in Praag. Het forum biedt een platform aan zo’n tweehonderd wereldleiders, denkers en moedige mensen op diverse gebieden, die openlijk kritisch wereldproblemen met betrekking tot mensenrechten, maatschappelijke ontwikkelingen en toleranties willen bespreken.
Tijdens een paneldiscussie bracht de premier over de Tibetaanse democratie en de vrijheidsstrijd naar voren. Hij zei: ‘wat we nodig hebben is fundamentele vrijheid, maar wat we verwachten van de internationale gemeenschap is morele ondersteuning’.
Deel twee over de achtergronden van het bezoek aan Nederland en België door de Tibetaanse premier dr. Lobsang Sangay door Bianca Visser verschijnt binnenkort in het Boeddhistisch Dagblad.