Chinese autoriteiten in Tibet hebben hulpverleners en boeddhistische monniken de toegang verboden tot gebieden in de regio die vorige week getroffen zijn door dodelijke aardbevingen.
Vanaf maandag hebben de autoriteiten de toegang geblokkeerd en monniken, vrijwilligers en hulpverleners de toegang tot het getroffen gebied ontzegd onder het voorwendsel van ‘opruimwerkzaamheden’ en ‘veiligheidswerkzaamheden’. Het tegenhouden van monniken was pijnlijk voor de overlevenden omdat in de boeddhistische traditie gebeden en rituelen worden uitgevoerd aan het einde van elke week gedurende de eerste zeven weken na de dood van een persoon. Tibetanen in andere gebieden van Tibet, maar ook mensen in het buitenland of in ballingschap in India, Nepal, Bhutan en elders, kwamen maandag bijeen om te bidden. De Chinese regering heeft ook foto’s en video’s over de gevolgen van de aardbeving verwijderd van sociale media, zeiden bewoners.
Toegang verlenen
Op zondag gaf Sikyong Penpa Tsering, de democratisch gekozen leider van het Centraal Tibetaans Bestuur, de regering in ballingschap gevestigd in Dharamshala, India, een verklaring uit waarin hij Peking opriep om ‘…transparantie en verantwoording te garanderen bij de hulpverlening door onbeperkte en onmiddellijke toegang te verlenen aan internationale hulporganisaties en mediadelegaties’.
Hij riep de Chinese regering ook op om ‘bij de wederopbouw adequate hulp te bieden die rekening houdt met de traditionele Tibetaanse behoeften en fundamentele rechten van het Tibetaanse volk.
Geef een reactie