Enkele weken geleden schreef ik al over een reis naar Ottawa in 1991, en een vriend/collega die heerlijk vegetarisch voor mij en een Belgische collega kookte. Hij leerde me plantaardige tempé-pizza maken (https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhistisch-leven/recepten/216656-beter-plantaardige-pizza-die-wel-lekker-is/) maar dat was nog niet alles. Hij nam ons ook mee uit kamperen en kanoën – één van mijn mooiste herinneringen is aan een nachtelijke kanotocht op een groot en stil meer, met slechts af en toe het geluid van een voorbijzwemmende bever die met zijn staart op het water sloeg en de klaaglijke roep van de ijsduiker (een soort watervogel, verwant aan onze parel- en roodkeelduiker). Magisch.
We kampeerden op een eiland. Als maaltijd had onze gastheer een soort taboulé gemaakt door couscous – of was het bulgur? – met allerlei groenten en kruiden in glazen potten te mengen (denk grote pindakaas-potten). Lekker vrij van verpakkingsmateriaal, want de glazen potten gingen weer mee naar huis in de kano. Ik kan me niet precies meer herinneren wat hij er allemaal doorheen mengde – komkommer? paprika? feta? – en ben het vergeten te vragen. In 1991 kende ik couscous en bulgur nog helemaal niet laat staan taboulé. Het komt oorspronkelijk uit de Libanese keuken. Geen idee waarom het begin jaren 90 al zo populair was in Canada.
Afgelopen maandag 1 april was het Earth Overshoot Day in Nederland, de dag waarop wij, als alle wereldburgers zo zouden leven als Nederlanders, evenveel grondstoffen hadden opgebruikt als de Aarde in een jaar kan produceren. Als iedereen zo zou leven als wij, zouden we vier Aardes nodig hebben (bron: NOS, zie https://nos.nl/artikel/2515029-als-iedereen-zou-leven-als-nederland-zijn-er-vier-aardbollen-nodig). De oorzaken zijn deels bekend. In 1991 was het nog heel bijzonder om naar een wetenschappelijk congres in Canada te vliegen. Daar knoopte ik een week vakantie aan vast en maakte herinneringen voor het leven. Nu vliegt iedereen maar van hot naar her, lijkt het wel. Ik kwam daar terecht in een bubbel waarin al werd nagedacht over verpakkingsvrij winkelen en leven zonder plastic afval. In Nederland was men daar nog niet zo mee bezig, of in ieder geval niet in mijn bubbel. Het Edele Achtvoudige Pad had ik toen nog niet ontdekt, dat kwam pas veel later. Ik leefde toen nog niet zo in aandacht voor de consequenties van mijn handelen.
De Canadese vriend nam ons ook mee naar vrienden in Quebec, en daar stond ook taboulé op het menu, en deze keer vroeg ik wél om het recept. Het vergeelde handgeschreven blaadje heb ik nog steeds, dit gerecht heb ik al naar menig vegan potluck meegenomen en het valt altijd in de smaak. Toevallig was dit het allereerste recept dat ik in deze rubriek deelde, in mijn eerste stukje in juni 2013, maar dat weet de gemiddelde lezer waarschijnlijk niet meer. Vandaar dat ik het recept nog maar eens deel. Net als de tempé-pizza behoort het wat mij betreft tot de canon van plantaardige basisrecepten om steeds weer op terug te vallen – of af en toe een variatie op te proberen.
Taboulé maken kan zowel met bulgur als met couscous. Traditioneel wordt bulgur gebruikt, het heeft net iets meer smaak en bite. Je kunt taboulé op twee manieren maken. Het grappige is dat je de bulgur of couscous niet hoeft voor te koken: het wordt vanzelf zacht als het met veel sappige groenten wordt gemengd, zoals tomaten, en met olijfolie en citroensap. Veel mensen weten dit niet. Essentieel is dat het enkele uren kan wellen. Ik maak het echter ook vaak als ik een restje gekookte couscous of bulgur over heb van de vorige dag. Zelfs hard en droog geworden bulgur of couscous uit de koelkast wordt weer lekker zacht.
Ingrediënten:
- 1 flinke bos platte peterselie, zonder de harde steeltjes: het is essentieel om veel peterselie te gebruiken.
- 3 lente-uitjes
- De blaadjes van 2 takjes munt of andere groene kruiden naar keuze
- Sap van 1 citroen
- 1 kopje rauwe bulgur of couscous
- 50 ml goede olijfolie
- 8 tomaten
- Zout en peper naar smaak (ongeveer ½ theelepel zout)
Hak de peterselie, lente-ui en muntblaadjes zeer fijn, dat kan met een goed mes of met de keukenmachine. Snijd de tomaten in kleine blokjes boven een bord, waarbij het vocht wordt opgevangen. Meng alle ingrediënten in een kom. Het vocht van de tomaten zou voldoende moeten zijn om de bulgur of couscous te laten wellen. Voeg in geval van twijfel nog een scheutje water toe (ik spoel meestal de citruspers nog even om en voeg zo nog een scheutje water toe). Laat minstens 2 uur, maar liever 4 uur, wellen in de koelkast. Je kunt dit gerecht ook al de avond van tevoren maken. Maak gerust wat meer, het kan enkele dagen bewaard worden en smaakt de volgende dag heerlijk bij de lunch.
Met bijvoorbeeld falafel vormt taboulé een heerlijke Libanese maaltijd. De falafel op de foto komt gewoon uit de winkel, zelf maken kan natuurlijk ook – maar kost uiteraard meer tijd.