Kan je meerdaagse wandeltochten maken met een lichtgewicht uitrusting en toch zelf lekkere maaltijden bereiden? Het was een uitdaging die mij de afgelopen twee weken in Schotland bezighield, toen ik daar met mijn vriendin (zonder auto) rondreisde om wandeltochten te maken en te wildkamperen. Als je in onvoorspelbaar weer lange afstanden aflegt met een rugzak waar je volledige uitrusting in zit, dan krijg je op een gegeven moment, na weer een lange klim, spijt van elke 100 gram die je te veel hebt meegenomen. Men is om deze reden op wandelvakanties al gauw geneigd om dan maar te besparen op de variatie in gerechten. Dit leidt tot beperkte keuze uit (vaak dure) voorgefabriceerde maaltijden, of – voor de echte fanatiekelingen – tot een hoop voorbereidingswerk met de droogoven. En dat terwijl er, naar mijn mening, maar weinig gaat boven een versbereide, warme en originele maaltijd na een lange dag wandelen. Zeker als de tent al staat, het uitzicht fantastisch is en je de enige bent in de wijde omtrek. Ik moet dan denken aan het leven van de hobbits, die ook meerdaagse lichtgewicht wandeltochten maken en toch ’s avonds nog energie en liefde willen stoppen in het avondmaal.
Voor mij moet op zo’n reis een ontbijt vooral vullend zijn, waardoor je tot na het middaguur nog het gevoel hebt dat je verzadigd bent. Havermout heeft deze eigenschap, dat al de avond ervoor in de week kan worden gezet, om energie van de gasbrander te sparen. De variatie zat ‘m in Schotland vooral in de noten, zaden en gedroogd fruit van de lokale supermarkt, aangevuld met wild-geplukte vruchten (frambozen, bramen, bosaardbeien) die in deze tijd van het jaar overal staan. Dit kan gewoon met water, hoewel het dan wel lekker is om in de ochtend nog een grote lepel van iets romigs toe te voegen. Ik koos voor tahin, omdat pindakaas wat sneller verveelde. Middageten dient mijns inziens vooral makkelijk te zijn, het liefst elke dag net anders, en zonder dat de hele tas weer overhoop hoeft. De Schotse versie hiervan was roggebrood, pannenkoekjes van aardappel of hartige ‘oatcakes’, altijd met een spread erop en iets knapperigs fris erbij, bijvoorbeeld humus en komkommer. Het compacte flesje tabasco maakte het helemaal af.
En dan het avondmaal, waarmee je jezelf beloont na een pittige tocht en het vinden van een mooie kampeerplek. Vaste onderdelen in deze maaltijd zijn voor mij pasta (of een andere koolhydraten-bron) en iets vets om een uitje in te fruiten. Een klein flesje of zakje olijfolie is handig, maar de olie die bij de olijfjes of andere blikjes inbegrepen zit werkt net zo goed. Daarbij hoort nog een vitaminebron, zoals paprika of dungesneden wortel, courgette of broccoli en tot slot een lokale smaakmaker die het gerecht uniek maakt. We vonden in de supermarkt een vegan versie van haggis, een waarvan het origineel van Schots schapenvlees gemaakt is. Peper en zout waren altijd aanwezig, net zoals een westers en een oosters kruidenmengsel in oude fotorolletjes, om twee kanten mee op te kunnen gaan. We aten gezamenlijk uit het aluminium pannetje waarin werd gekookt en hadden een kleiner pannetje mee om het ontbijt in te kunnen bereiden, zodat de havermout niet naar ui zou smaken. Want water is soms te kostbaar om te verspillen aan een uitgebreide afwas.
Campingpasta uit één pan met bosui, paprika en vegan worst.
Ingrediënten (voor twee personen)
250 gr. orzo pasta
2 puntpaprika’s
3 bosui-stengels
25% van een tube tomatenpuree
Vegan haggis of een andere vegan worst, of een andere specialiteit, of eventueel paddenstoelen of een blikje zwarte bonen
Peper, zout en een kruidenmengsel naar keuze
Een scheutje olie
Zoek het meest (wind)beschutte plekje, om gas mee te sparen. Snijdt de onderste helft van de bosui klein en meng dit met de vegan worst of een andere lokale smaakmaker met de olie in het pannetje. Zorg in ieder geval dat het gekozen ingrediënt echt smaak heeft, want dit is de ster van je gerecht. Snijdt de paprika’s klein en voeg deze ook toe. Blijf roeren, aluminium bakt snel aan. Voeg een paar minuten later de tomatenpuree toe en indien nodig een scheutje water. Nog iets later kan er meer water bij, waarin ook de pasta wordt gekookt. Ik kies orzo omdat het snel gaar is en daarnaast veel zetmeel bevat. Zetmeel heb je nodig voor een smeuïge en dikkere saus en bevat daarnaast voedingstoffen die je normaalgesproken zou weggieten. Ideaal dus in het kader van alles efficiënt gebruiken. Het risico is dat de orzo gaat aanbakken, blijf daarom elke minuut roeren terwijl de pasta kookt. Als deze bijna gaar is, mag het gas uit en kan je de pasta nog een paar minuten nastomen met een deksel op de pan. Snijdt intussen het groen van de bosui fijn, eventueel samen met een wild-geplukt kruid, als je dit in de buurt vindt. Meng het groen door de smeuïge pasta en geniet van het uitzicht!