In gesprek met Ank Schravendeel, door Hans Gijsen.
Ik tref Ank nadat ze net terug is van een maand retraite. Ank is vipassana-beoefenaar sinds 1988 en leraar sinds 2007. In Groningen is ze actief betrokken bij het vipassana-meditatiecentrum, dat dit jaar 30 jaar bestaat. Ank heeft een eigen meditatie- en coachingspraktijk en ze is verbonden aan het lerarencollectief VipassanaNu.
Vipassana en theravada-boeddhisme
Op de vraag of ze vipassana-beoefenaar is antwoordt ze volmondig ‘ja’. Dat is evident uit alles wat ze doet binnen de vipassana-gemeenschap in Nederland. Op de vraag of ze theravada-boeddhist is, antwoordt ze met ‘ja’ waarbij ze wat langer moet nadenken over de vraag waaruit dat blijkt. Ze gebruikt de methode van vipassana – opmerkzaamheid – waarbij de geest getraind, gecultiveerd, onderzocht en bevrijd wordt. De inspiratie daarbij ligt in de oudste boeddhistische teksten. Dat is de bedding voor haar beoefening en leraarschap.
Verbondenheid met de oosterse theravadatraditie is een ander verhaal. ‘We leven als welke soort boeddhist dan ook allemaal als allochtone boeddhisten in een land waar geen boeddhistische cultuur is. Het werkelijk voelen wat theravada-cultuur is of zencultuur? Dat is lastig.’ Tijdens haar reizen in Thailand en Burma heeft ze wel ervaren hoe meditatie en rituelen ingebed zijn in de cultuur en dat mist ze hier. ‘Dat heeft als voordeel dat we met verschillende soorten beoefening kennis kunnen maken. De diepgang door ermee opgegroeid te zijn missen we hier.’
Sociale betrokkenheid
Sociale betrokkenheid begrijpt Ank als betrokken zijn bij samen leven. Ze verwijst naar het boek van Gregory Kramer ‘Een levensomvattend pad’ waarin hij het vijfde onderdeel van het achtvoudige pad niet zozeer beschrijft als ‘juist levensonderhoud’ maar als ‘juist samenleven’. ‘Hoe beïnvloed je de structuren van de maatschappij waarin we leven door jouw manier van eten, vervoer, kleding kopen, vakantiebestemming kiezen…?’ Haar sociale betrokkenheid bestaat vooral uit begeleiding als meditatieleraar en de inzet voor het vipassana-centrum, Dhamma in actie.
In het centrum komen de beoefenaren regelmatig samen, niet alleen om te mediteren, maar ook om bijvoorbeeld samen te eten en dan te reflecteren op het eten, waar het vandaan komt, de keuzes die gemaakt worden ten aanzien van de ingrediënten en hoe dat voor iedereen is. ‘Dat samenleven in het klein is ook een expressie van sociale betrokkenheid.’
Bij sociale betrokkenheid denkt Ank vooral aan het vrijwilligerswerk dat ze doet voor de Dhamma als bijdrage aan de samenleving. Kan dat wel samengaan met vipassana? ‘Nee, het kan niet zonder! Mediteren kun je wel onderscheiden maar niet scheiden van hoe ik leef! Daarbij zijn aspecten zoals mantelzorg voor mijn moeder, gaan wandelen met een vriendin, zingen, mediteren. Dat wat ik in het mediteren leer, uit zich in de manier waarop ik mijn leven inricht en dat is onafscheidelijk.’
Retraites en daarna
Hebben al die sociale activiteiten geen remmende werking op de beoefening van vipassana? Kunnen we niet beter alle of meer tijd besteden aan mediteren? Ank benadrukt dat het heel wat is om in onze samenleving een maand vrij te maken om te mediteren. Daarnaast heeft ze na een retraite tijd nodig om de effecten van haar retraite in het gewone leven te integreren en dat wat de retraite met haar gedaan heeft. Ontdekkingen, zoals bijvoorbeeld gelijkmoedigheid, hebben de tijd nodig om verwezenlijkt te worden en tegelijkertijd hun imperfectie te laten zien. ‘Ik leef niet om te mediteren, ik mediteer om te leven’.
Keuzes
Vipassana is voor Ank niet exclusief gekoppeld aan een maand mediteren. De beoefening van vipassana krijgt nu weer een ritme in het dagelijkse doen. Tegelijkertijd heeft ze er niet voor gekozen om non te worden. ‘Ik heb niet mijn hele leven toegewijd aan het ontwikkelen van de Dhamma.’ De vraag is of nonnen dat wel doen. Hierbij verwijst Ank naar de non die ze het beste kent, de Eerwaarde Zr. Virañani. ‘Het bewust zijn van expressie – bewust zijn van wat ze zegt en doet – is bij haar vele malen groter dan bij mij en ik denk dat dat komt door haar levenskeuze. Tegelijkertijd verdwijnt het hoe je bent als mens niet onder het non-zijn.’
Klimaatgesprekken
Ank heeft samen met begeleiders en bestuurders van boeddhistische meditatiegroepen in Groningen een cursus klimaatgesprekken gevolgd. Ank voelde dat het in deze tijd van overgang en klimaatverandering nodig was om zicht te krijgen op haar eigen houding ten opzichte van klimaatverandering, om er daarna ook binnen de sangha over te kunnen praten. ‘Ik had het niet over klimaat, ik vond het een veel te groot en ingewikkeld onderwerp en ik wilde leren om dat wel te kunnen.’ Ze vindt het belangrijk om iets dat zo in de wereld speelt, mee te kunnen nemen in de dhamma-talks.
‘Het eerste wat zich toont is de oncontroleerbaarheid. Het is veel te groot en complex. Het gaat helemaal mis en we kunnen er niks aan doen. En die oncontroleerbaarheid gaat resoneren met een van de levenskenmerken van de Dhamma! Het gaat niet alleen over jou en klimaat, oncontroleerbaar is iets wat basaal bij leven hoort.’
De Dhamma helpt
Ank geeft aan dat de herkenning van de Dhamma vanuit de beoefening direct toepasbaar is op het thema ‘klimaat’ en dat het daardoor de moed geeft om te doen wat je kunt doen. De weerstand om het erover te hebben verdwijnt daardoor en ook de angst om wat er kan gebeuren. ‘Het is eigen aan leven wat we meemaken en daar zie ik de invloed van vipassana, zijn met de dingen die moeilijk zijn.’
Wisselwerking vipassana – maatschappelijke betrokkenheid
Dit besef leidt niet tot passiviteit maar zorgt juist voor bewuste keuzes die gekoppeld kunnen worden aan maatschappelijke thema’s. Zo zullen er tijdens bijeenkomsten in het vipassana-centrum geen plofkippen gebruikt worden. ‘We eten vegetarisch of veganistisch.’ Tijdens de verbouwing dit jaar zal het vipassana-centrum worden verduurzaamd. Het beleid van het centrum is direct gekoppeld aan bewust zijn welke bijdrage je wilt leveren aan de samenleving. Is dat bevorderlijk voor vipassana? ‘Het geeft rust en veiligheid zodat ik kan mediteren.’ Het is een circulair proces van hoe je met elkaar omgaat en de plek die vipassana-meditatie daarin inneemt. Enerzijds het effect van de beoefening op keuzes in het dagelijks leven en omgekeerd keuzes in het dagelijks leven die de beoefening mogelijk maken. ‘Ook hier zit sociale betrokkenheid onder.’ We zitten nooit in een sociaal vacuüm.
Betrokkenheid ervaren
‘De manier waarop we betrokkenheid ervaren is vaak wel een aspect van vereenzelvigen met. Je kunt niet anders want je zult iets kiezen, iets zeggen of iets doen of….niet.’ Op het kussen zitten roept volgens Ank het beeld op van passiviteit. Als je de sociale betrokkenheid te fel inzet door harder schreeuwen, harder je best doen, dan put je jezelf uit en kun je er moedeloos van worden. Daar wordt de wisselwerking ook zichtbaar, het heeft én voor de vipassana én voor de sociale betrokkenheid geen heilzaam of positief effect. ‘Het gaat om inzicht krijgen in het verschil tussen daadwerkelijk ertoe doen en door identificatie verstrikt raken in je oordelen of in aversie.’