We waren het bijna vergeten, maar het bestaat nog steeds: smog. En dan bedoel ik niet een aqi (air quality index) van 26 of hoger die in Nederland allerlei alarmen doet uitgaan, maar een viezige nevel die over het land hangt. Die er voor zorgt dat we nu, ruim een uur na zonsopkomst, nog recht tegen de zon in kunnen kijken zonder verblind te raken. We weten hoe we er van af kunnen komen. Een virusuitbraak is een probaat middel. Het vliegverkeer komt tot stilstand, veel fabrieken gaan dicht, woon-werkverkeer is sterk verminderd. Hoewel de boeren, die doorgaans als hoofdschuldigen van de smog worden aangewezen, tijdens de corona-lockdowns gewoon doorgingen met hun jaarlijkse routine van velden afbranden, was er in 2020 en 2021 nauwelijks sprake van smog. En als een soort van bonus hadden we vorig jaar een droge tijd waarin iedere twee à drie weken toch regen viel, waardoor ook toen de smog geen kans kreeg.
Maar ja, nu is het al twee maanden droog en, hoera!!!!, de economie groeit weer, dus zijn de bergen die we normaliter aan verschillende kanten zien nu onzichtbaar. 77 wijst de aqi-meter aan, terwijl ik dit zit te schrijven. Ik heb het niet zo op die meters. Ze maken het gevoelsmatig alleen maar erger. Van weten kan je ongelukkig worden, zoals de lezers van het Boeddhistisch Dagblad, waarin onze blogs ook worden geplaatst, meteen zullen beamen. 77… code rood in Nederland, denk ik. Binnen blijven, ramen en deuren gesloten houden, vooral geen lichamelijke inspanning verrichten dus niet fietsen, maar ook niet autorijden natuurlijk, thuis werken.
340, dat was de aqi hier vanmorgen. We waren gewaarschuwd. Door onszelf weliswaar, maar niettemin gewaarschuwd: als je het weet lijkt het alleen maar erger. Dat het erg was konden we zo wel zien en ruiken. Maar 340…. wat moeten we met die wetenschap? De Thaise meteorologische dienst had al gewaarschuwd dat van 13 tot 15 februari extreem hoge smogwaarden bereikt zouden worden. Ze adviseerden om binnen te blijven, ramen en deuren gesloten te houden, vooral geen lichamelijke inspanning te verrichten en geen auto te rijden. Bij op- en afritten van snelwegen rond Bangkok wordt water gesproeid. Echt waar.
Wij hadden na een eerder slecht smogjaar al een air purifier aangeschaft, een apparaat dat lucht door een filter blaast. Ik hoor het apparaat achter me zoemen. We zitten binnen, ramen en deuren gesloten. En ik denk aan vroeger, hoe mijn moeder ons naar buiten stuurde, de frisse lucht in. Of die lucht indertijd in de Haagse binnenstad nog wel zo fris was waag ik te betwijfelen, maar de boodschap is erin geramd: buiten is gezond, binnen is bedompt. Hoe bizar is het dat we nu naar binnen moeten, niet omdat de lucht daar frisser is, maar omdat het buiten nóg ongezonder is. En dan zetten we een elektrisch apparaat aan om de lucht te zuiveren. Daarmee dragen we dan weer bij aan de smogvorming. We draaien dan wel op zonnepanelen, maar daarmee is die bijdrage weliswaar minimaal, maar zeker niet nihil.
Gelukkig is ons huisje extreem goed geïsoleerd. Bij een buitentemperatuur van 35 graden is het aan het eind van de dag binnen 27 graden. In veel moderne Thaise huizen is niets aan isolatie gedaan. Daar draait nu ook de airco al, omdat de mensen binnen willen blijven. De stroom daarvoor komt van de naburige bruinkoolcentrale. En die is dan weer de belangrijkste reden dat Lampang zo hoog staat op de smog-ranglijst.
57, zegt de aqi-meter nu. Het is avond, donker buiten en ik heb zojuist het paard hooi gegeven. In het licht van mijn koplamp was de mist zichtbaar. Ik wilde het niet weten, maar kon het niet laten en heb de meter even buiten gezet. 114. Dan ben je ineens helemaal blij met “maar” 57. En zelfs met 77. Zo maakt weten ons tóch even gelukkig. Tegen beter weten in, dat dan weer wel.