We zijn bijna aan het einde van de serie die ik naar aanleiding van een cursus Theologie schrijf. De inhoud van iedere les brengt mij op gedachten die ik wel wil delen. Vandaag:
BDE’s
Hoort een onderwerp als de BDE (Bijna Dood Ervaring) eigenlijk thuis in een cursus Theologie? Volgens mij wél. Als er géén dood was, was er ook geen angst voor de dood, waren er geen BDE’s en viel er ook niets te overwinnen. Volgens de christelijke leer heeft Jezus Christus de dood namelijk overwonnen. Hij stierf, en stond weer uit zijn graf op. Waar of niet waar? Hoe ook, met Pasen viert de hele christenheid zijn wederopstanding. Dat lijkt mij een theologisch onderwerp van de eerste orde.
Is dood echt dood? Natuurlijk is dood dood! Dat is geen vraag. Op een stoel kun je zitten, een varken is een zoogdier, water is nat en dood is precies wat het is…levenloos. Het zou wat worden als we aan al die zaken zouden gaan twijfelen. Maar toch. Twijfel is de basis van alle wetenschap, heb ik ooit eens ergens gehoord. En ik geloof dat. Je kunt ook op andere dingen gaan zitten dan op stoelen. Niet alle zoogdieren zijn varkens. Alcohol is ook nat. En wat leven precies is, en wat er na het levenloos worden van een lichaam volgt… daar is de wetenschap nog lang niet uit. Is er een hiernamaals? Bestaat reïncarnatie? Hoeveel zit-, sta- of ligplaatsen zijn er aan Gods rechterhand en wáár is dat dan ergens? En wat is er zijn linkerkant? Ik vraag maar.
Laatst vond ik weer een schriftje terug waarin mijn moeder mijn kinderjaren had beschreven. Ik moet mijn ouders met al mijn vragen bijna tot wanhoop hebben gedreven. Niet slechts een paar jaar, nee, tot ik het huis uitging! En niet alleen mijn ouders, ook mijn leraren, zowel op de lagere als middelbare school. Waarom, waarom waarom en wie, wat, waar, wanneer, hoe en ga zo maar door. En ik was niet gauw tevreden met een antwoord. Sterker, ik vond de meeste antwoorden volstrekt onbevredigend. En als ik het weer eens niet met een leraar eens was, kreeg ik vaak te horen dat ik onbeleefd, weinig respectvol, brutaal, hardleers of gewoon dom was. Kortom, het zou beter zijn overal maar ja en amen op te zeggen, dan zou ik minder vaak op de gang hoeven staan, minder strafwerk krijgen en niet naar mijn kamer gestuurd worden. Edoch, er waren uitzonderingen. Vooral mijn vader gaf toe het ook niet allemaal te weten. Dát kon ik wel waarderen. En sommige leraren zeiden “Goede vraag … maar ik kan daar geen antwoord op geven, want dat weet ik zelf ook niet.” Zij waren tenminste eerlijk. En zo leerde ik dat er lang niet op alle vragen bevredigende antwoorden bestaan, en dat het wijs is om met open vragen te leren leven. Wat is dood? Als dát geen open vraag is, dan weet ik het ook niet meer.
De cursus theologie besteedt geen alinea aan het onderwerp DOOD. Geen zin. Geen eens een woord! Nogmaals, dat vind ik raar, want zonder het geloof in de opstanding stelt heel het christelijk geloof niks voor. En om op te staan – in christelijke zin – moet je wel eerst dood gaan. Dus, wat is dat dan, waar kom je dan terecht en hoe kun je weer opstaan? Van mijn part schrijven de auteurs van de cursus: “Wij hebben geen idee!”. Dat zou eerlijk zijn. Maar nee… ze zeggen helemaal niks. Daarom ga ik er zelf maar wat over schrijven.
Om te beginnen: jaarlijks gaan er meer dan 100 miljoen mensen dood. Mijn dochter vind dat schokkend. “Wen er maar aan”, zeg ik dan. “Iedereen wordt geboren om dood te gaan. Ieder van ons is vandaag weer een dag dichter bij zijn of haar dood. Dat is normaal.” De laatste keer dat ik zoiets zei, keek ze mij vernietigend aan en beet me toe: “Zoiets zeg je niet!” Waarop ik mijn schouders maar ophaalde. Laatst zei iemand tegen mij dat hij vond dat er eigenlijk niemand meer dood mocht gaan, en ik kon het niet laten te zeggen dat er dan ook niemand meer geboren mocht worden. Ook dat was shockerend. Maar zo is het wél. Bij iedere geboorte krijg je de dood cadeau. Inmiddels vind ik dat geen ramp. Ik beschouw mijn lijf als een voertuig, duidelijk geavanceerder dan een automobiel, maar desalniettemin een voertuig. En net zoals een auto – of welk voertuig dan ook – vroeg of laat op een soort schroothoop terecht komt, zo komt het voertuig dat ik ‘mijn lijf’ noem ooit ook aan het einde van zijn bruikbaarheid. Als bestuurder blijf ik dan niet in dat wrak zitten. Ik stap uit en ga op andere wijze mijns weegs. Dit is maar een vergelijking, maar persoonlijk vind ik die wel aardig.
Goed, wie of wat stapt er uit en hoe gaat het verder? Is er een hemel? Een hel? Een Zuiver Land? Walhalla? Zijn er eeuwige jachtvelden? Of andere velden, zoals Elysese … ? Gaan we na te zijn uitgestapt inderdaad voor eeuwig aan Gods rechter- of andere kant zitten? Eerlijk gezegd: ik heb geen flauw benul van ‘hoe verder’, maar ik geloof noch in de hemel, noch in de hel, noch in een Zuiver Land, een Walhalla, of een of ander veld. Althans niet in de letterlijke betekenissen van dergelijke woorden.
Dát er iets is, daar ben ik van overtuigd. En mocht die overtuiging vals blijken, – doordat er niks volgt na de dood – zal ik daar niks van merken want dan is er ook helemaal niks om wat dan ook te merken. Simpel.
Je zou een BDE of Bijna Dood Ervaring een mystieke ervaring kunnen noemen. Over de hele wereld zijn er talloze mensen die een BDE hebben ervaren. Ze zijn dood geweest. Volgens sommigen waren ze alleen BIJNA dood, volgens anderen waren ze het helemaal. Het heeft in ieder geval geleid tot herbezinning op de definitie van het begrip ‘dood’. Hoe dood moet je zijn om echt dood te zijn? Dat is vergelijkbaar met de vraag hoe kapot een auto moet zijn om ’totall loss’ te zijn. Hoe ook, er zijn wereldwijd en door alle eeuwen heen mensen die zelf het idee hebben dat ze dood zijn geweest en weer zijn teruggekeerd in het land der levenden. Stuk voor stuk hebben ze een levensveranderende ervaring opgedaan. Er zijn er die iets hebben ervaren dat hen ervan overtuigde dat ze bemind werden. Liefde… dát was de overkoepelende, alles doordringende kracht die hen door en door raakte. Jammer dat de cursus theologie daar niet op in is gegaan. Ik zou er onmiddellijk voor zijn gevallen.
Peter C. Hendriks (1944) zegt
Zeer interessant. Ik heb tot nu toe de hele serie gelezen en opgeslagen. Qua opvattingen ontlopen we elkaar niet veel. De historische wetenschap ontbreekt me uiteraard wel. Zeer knap, ik heb er een hoop van geleerd. Ik voel me overigens een volgeling van Siddharta Gautema.